Grond in de mond

Het Wereldbodemmuseum op de campus toont eetbare bodems van kunstenaar masharu.
masharu: ‘Ik heb zelf alle grondmonsters geproefd.’ Foto: Jester van Schuylenbursch

In het Wereldbodemmuseum op de campus is tijdelijk een bijzondere collectie grond te zien. Eetbare bodems van kunstenaar masharu.

Bodems om op te eten? Je bent gek! Dat kan toch niet, zal zo ongeveer de gemiddelde eerste reactie zijn bij deze inleiding. Maar dat is toch precies wat het Museum of Edible Earth propageert. De van origine Russische kunstenaar masharu (met kleine letter) trekt er de wereld mee over. En is nu dus meer dan een maand te zien in Wageningen.

In het Bodemmuseum staan rekken met honderden plastic doosjes met grond. Gedroogde grond in allerlei tinten grijs, wit, rood, geel, blauw en bruin. Klei overheerst; de collectie bestaat voor meer dan de helft uit kleimonsters. De stalen komen uit 35 landen. Daarmee omvat het museum dus nog maar een fractie van wat er allemaal aan eetbare bodems is, schat masharu. Maar het gaat niet om volledigheid.

Smaak

De gemene deler van alle grondmonsters is dat ze eetbaar zijn. Preciezer: dat ze gegeten worden in culturen over de hele wereld. ‘En ik heb ze zélf allemaal geproefd’, lacht masharu. Niet omdat de kunstenaar uit een traditie komt van grond eten, maar voor de smaak. Dat begon al als peuter in Moskou. ‘Ik at het voor het eerst toen ik bijna twee was. Mijn grootmoeder vertelde me dat. Ik at zand en klei. Dat mocht natuurlijk niet, het werd niet geaccepteerd.’

masharu pakte het pas weer op tijdens een PhD wiskunde aan de TU in Eindhoven. Het begon met krijtjes die her en der in de gebouwen op de campus lagen. ‘Het krijt trok me aan alsof het me riep. Toen dacht ik: als ik er zo naar verlang, dan moet ik het gewoon eens proberen. Ik brak stiekem een stukje af, nam het mee naar mijn kamer en stopte het in mijn mond. Het was een aangenaam gevoel. Zo smakelijk. Die structuur, hoe het in mijn mond brak en veranderde. Het gaf me plezier. Alleen de nasmaak was vies. Daarom ben ik online gaan zoeken of het wel gezond was.’ Het internet bracht masharu in contact met andere krijteters. Er bleek een hele subcultuur van krijteters te bestaan. ‘Op de fora bespraken ze hoeveel ze per dag eten, welke merken, etcetera.’

Stoornis vs. traditie

Het eten van grond heet wetenschappelijk geofagie. Officieel is het een stoornis die pica wordt genoemd: het eten van materiaal dat niet als voedsel is bedoeld. Grond dus, maar ook bloed, glas, metaal, papier en noem maar op. Pica is evenwel geen stoornis als het eten onderdeel is van een traditie of cultuur. Eten van grond komt in veel traditionele culturen in de wereld voor. masharu komt zelf niet uit zo’n cultuur. Lijdt de kunstenaar aan een stoornis? ‘Het concept stoornis is interessant en cultureel bepaald. Betekent het feit dat ik eetbare aarde lekker vind, dat ik een stoornis heb? En verandert dat als ik in een andere cultuur geboren zou zijn?’

Betekent het feit dat ik eetbare aarde lekker vind, dat ik een stoornis heb?

Kunstenaar

Het bleef niet bij krijt. Na krijt kwam – via een bevriende keramiste – klei in beeld. Het is inmiddels 2011, masharu is gepromoveerd wiskundige en heeft een opleiding aan de Fotoacademie in Amsterdam afgerond. ‘Op dat moment ben ik feitelijk van beroep veranderd: van wetenschapper naar professioneel kunstenaar.’ Met dus een focus op geofagie. Allerlei mixed-media projecten in binnen- en buitenland volgen. De collectie bodemstalen breidt zich daarbij gestaag uit.

En toen kwam dus dat idee voor een museum. masharu: ‘Ik wilde meer structuur in die verzameling brengen. Wat heb ik nou precies? Waar komt het vandaan? Wat is de achtergrond van het gebruik? En, niet onbelangrijk, hoeveel heb ik nog, want er werd voortdurend van gegeten. Ik raakte het overzicht kwijt en moest iets doen.’ En zo werd 2017 het geboortejaar van het Museum of Edible Earth. Het enige museum in de wereld waar je de spullen mag opeten. Voor eigen risico welteverstaan.

masharu is een kunstenaar. Het museum is kunst. ‘Noem het een installatie of een performance, zo je wilt. Het museum brengt mensen bij elkaar. Het bouwt bruggen en creëert ruimte voor ontmoeting. Ontmoeting tussen mensen en tussen mensen en de aarde. Met het museum en de proeverijen breng ik een soort taboe in de openbare ruimte. Buiten de westerse wereld is het in veel culturen traditie, hier is het een stoornis en vreemd om te doen.’

Nieuwe velden

‘Kunst en design zijn wegen om nieuwe velden te openen’, zegt masharu. ‘Om interactie te zoeken met andere disciplines. Zoals ik de wereld zie, is alles met elkaar verbonden. Mijn museum maakt die interdisciplinariteit mogelijk. Voor mezelf zijn die tentoonstellingen bovendien belangrijk om mensen te treffen die samen met mij aarde willen eten. Voorheen was dat iets wat ik stiekem moest doen. Ik geniet ervan om dat genoegen te delen. Zoals anderen samen wijn drinken.’

Een van die nieuwe velden is het denken over gender. ‘Wat is de gender van aarde’, vraagt masharu zich hardop af. ‘In veel culturen is de aarde een moeder. Waarom is dat zo? Waarom is de aarde niet mannelijk? Waar komt die binariteit van het leven vandaan? En is er verband tussen hoe we moeder aarde behandelen en hoe we omgaan met vrouwelijkheid? Dat soort vragen zijn op dit moment belangrijk voor mij.’

Superfood
De tentoonstelling in het Bodemmuseum is onderdeel van het project Earth as Superfood. In Impulse liggen ook bodemmonsters en hangt een foto-expositie met video over geofagie. Beide blijven tot halverwege december. Op 16 december organiseert Impulse een symposium over geofagie. Tot de sprekers hoort Ron Hoogenboom (Wageningen Food Safety Research) die het veiligheidsaspect belicht van het eten van aarde. 

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.