WUR doet mee aan pilot ‘slimmer’ collegejaar

Op zoek naar meer ademruimte in het collegejaar voor docenten en studenten.
Foto Guy Ackermans

Het idee voor een slimmer collegejaar komt uit de koker van De Jonge Akademie, een groep jonge wetenschappers verbonden aan de KNAW. De academische kalender zou aan Nederlandse universiteiten tot wel negen weken langer duren dan in andere Europese landen, stelde De Jonge Akademie in een rapport. Dat kan efficiënter en ook de werkdruk mag wel wat omlaag, vond ook onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Hij stelde voor de komende vier jaar 13 miljoen euro beschikbaar voor experimenten om het aantal onderwijsweken ‘op een verantwoorde manier’ terug te brengen.

Van dat bedrag gaat 900 duizend euro naar WUR, een van de vijftien onderwijsinstellingen die meedoen aan de pilot. Volgens Dijkgraaf geeft de grote belangstelling voor de pilot aan hoeveel behoefte studenten, docenten en onderzoekers hebben aan meer ademruimte. ‘Studenten zuchten onder overvolle studieweken, docenten ervaren veel werkdruk en onderzoekers komen onvoldoende aan onderzoek toe. Die situatie moeten we echt verbeteren.’

Herkansingsbeleid

Wageningen gaat met drie onderwerpen aan de slag, vertelt beleidsmedewerker Jetske ten Caat. ‘Het eerste past heel duidelijk binnen de doelstelling om meer lucht in het academisch jaar te krijgen: het aangepaste herkansingsbeleid.’ Dat beleid en de daarmee samenhangende nieuwe academische kalender gaan vanaf september in en zorgen voor een langere zomervakantie. Ten Caat: ‘Dit plan is niet nieuw, maar met het extra geld van het ministerie kunnen we dit beleid goed monitoren en kijken waar nog ruimte is voor verbetering.’ Overigens vindt Ten Caat het woord ‘pilot’ niet helemaal correct. ‘We willen niet de indruk wekken dat het nieuwe herkansingsbeleid slechts een pilot is.’

Het tweede onderwerp draait om digitaal toetsen. ‘In brede zin, dus daarbij moet je bijvoorbeeld ook denken aan het inzagemoment’, zegt Ten Caat. ‘We gaan onderzoeken of we dat flexibeler kunnen inrichten, op een manier dat de studenten en de docent niet op hetzelfde moment in dezelfde ruimte hoeven te zijn. Zowel voor studenten als docenten creëer je dan ruimte. We gaan uitwerken hoe we dan moeten omgaan met aspecten als beveiliging en communicatie.’

Ook het verder ontwikkelen van ‘itembanken’ krijgt extra aandacht. Itembanken zijn grote verzamelingen toetsvragen per vak. ‘Aan het begin van een vak moet je zo’n itembank samenstellen, maar als die er eenmaal is, kun je als docent veel sneller nieuwe tentamens maken’, aldus Ten Caat. ‘Je stelt in: zoveel vragen over dit onderwerp, zoveel vragen over dat onderwerp en dan druk je op een knop en rolt er een toets uit.’

Overlap

Bij het derde onderwerp gaan bacheloropleidingen Bos- en Natuurbeheer en Plantenwetenschappen kijken welke overlap er zit in hun curriculum, vertelt Ten Caat. ‘Hoe sluiten de vakken op elkaar aan en kunnen die opleidingen hun onderwijs efficiënter inrichten voor studenten en docenten? Het idee is dat deze twee opleidingen hiermee beginnen en dat andere opleidingen later hun voorbeeld volgen.’

De pilot loopt vier jaar. Bij het evalueren van de pilots worden docenten en studenten uitgebreid betrokken, zegt Ten Caat. ‘We gaan alles goed monitoren en we overleggen meerdere keren per jaar met andere universiteiten om van elkaar te leren.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.