Minder geld uit bedrijfsleven naar Wagenings promotieonderzoek

WUR publiceert analyse van de financiële banden tussen bedrijfsleven en Wageningen University.
Een eigen analyse moet helpen de vermeende mistigheid over geldstromen op te helderen. Foto WUR

Het bedrijfsleven steekt niet meer, maar minder geld in Wagenings promotieonderzoek dan voorheen. Dat concludeert WUR op basis van een intern onderzoek, dat voortborduurt op een inventarisatie van Resource uit 2014.

De banden tussen WUR en het bedrijfsleven vormen regelmatig voer voor discussie. Blijven academische en commerciële belangen goed genoeg gescheiden, zet de universiteit haar onafhankelijkheid en daarmee integriteit niet op het spel, zou de scheidslijn niet veel stringenter moeten zijn? Voortbordurend op een inventarisatie van Resource uit 2014 heeft de universiteit nu zelf de inbreng van het bedrijfsleven in kaart gebracht. Die analyse betreft de geldstromen bij Wageningen University; een analyse van die bij Wageningen Research volgt later, meldt het bericht.

Publiek-privaat

Uit de inventarisatie blijkt dat de afgelopen twee jaar 18 van de 577 promotietrajecten, het merendeel van de wetenschappelijke ‘productie’ van Wageningen University, werden bekostigd door bedrijven (3,11 procent). Dat is minder dan in vergelijkingsjaar 2014, toen 15 van de 287 promoties werden betaald door het bedrijfsleven (5,2 procent). Nog een andere vergelijking die iets zegt over de commerciële inbreng: in 2020/21 week het aantal door het bedrijfsleven betaalde promotietrajecten (18) nauwelijks af van het aantal “zelfbetalers” (16).

Verder turfde WUR de afgelopen twee jaar 34 promotietrajecten die werden gefinancierd met publiek-privaat geld, afkomstig van consortia of topsectoren waarin publieke financiers (vaak de rijksoverheid) voor onderzoek samenwerken met kennisinstellingen, ngo’s en commerciële bedrijven. Ook dat aandeel nam af. In totaal daalde het aandeel publiek-privaat gefinancierde trajecten (= de optelsom van publiek-privaat plus privaat) van 17,7 procent in 2014 naar 9 procent in 2020/2021.

Leerstoelen

De inventarisatie bracht daarnaast in kaart welk deel van de leerstoelen wordt bekostigd door het bedrijfsleven. Wageningen University kent 56 buitengewone leerstoelen, die extern worden gefinancierd. Daarvan worden er 15 betaald door het bedrijfsleven (26 procent). De overige buitengewone hoogleraren worden volgens de WUR-inventarisatie gefinancierd door publieke instellingen (6), non-profitorganisaties (8) en andere kennisinstellingen (27). In totaal heeft WUR 231 hoogleraren.

De volledige analyse is te vinden op de WUR-website.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.