Terug op Terschelling

Zestig studenten sluiten online studiejaar af met veldwerk op de Wadden.
Studenten lopen door de duinen naar de zee Foto Runa Magnusson

Tien dagen veldwerk op Terschelling, daar draait het om bij het vak Plant, Vegetation and Systems Ecology. Door corona kon dat vorig jaar niet doorgaan en ook dit jaar hielden de docenten lang rekening met een plan b. Maar dankzij de goede coronacijfers, een strakke organisatie en hard werk achter de schermen door docenten en ondersteunend personeel, vertrokken zestig studenten op zondag 13 juni weer ‘gewoon’ naar de Wadden.

De veerboot naar Terschelling was een geluksmomentje voor Wiladatus Sakdiyah (24). ‘Twee uur varen in de zon en genieten van het uitzicht, kijken naar de horizon. Er waren overal meeuwen en door de verrekijker van een vriend heb ik ook zeehonden gezien. Iedereen was blij.’

Een plaatje zien van een plant is heel anders dan die plant echt zien, voelen en ruiken

Het is de eerste keer dat de Indonesische Sakdiyah een Waddeneiland bezoekt. In augustus 2020 kwam ze naar Wageningen voor haar master Climate Studies. ‘Ik overwoog mijn komst een jaartje uit te stellen vanwege corona, maar uiteindelijk waren we welkom. Ik verwachtte dat we deels online en deels op de campus les zouden krijgen, maar door de lockdown werd dat al gauw volledig online.’ De lente bracht hoop en versoepelingen, maar op het moment dat Sakdiyah zich inschreef voor Plant, Vegetation and Systems Ecology was het nog niet zeker dat het veldwerk op Terschelling door zou kunnen gaan. ‘Het is het laatste vak voor mijn master, dus ik ben blij dat het op locatie doorgaat. Ik leer hier zo veel meer dan achter mijn computer. Tijdens online colleges blijft het vaak stil als een docent vraagt of iemand nog ideeën heeft. Hier is de sfeer anders, enthousiaster. We worden uitgedaagd om zelf onderzoek te doen en getriggerd om kritisch te denken.’

Ook het sociale aspect is belangrijk, zoals een borrel op de camping. Foto Marieke Koster

Coronaprotocol

De zestig studenten van het vak moeten zich wel aan een coronaprotocol houden. Dat betekent onder andere: mondkapjes op in de bus en op de boot; iedereen slaapt in een eigen tent; en elke dag om acht uur ’s ochtends zelftesten. ‘Dat is het allemaal dubbel en dwars waard’, zegt Sebastiaan Grosscurt (24), masterstudent Forest & Nature Conservation. ‘Je bent bijna twee weken in het veld bezig, iets wat heel lang niet mogelijk was in coronatijd. We leren onderzoek doen terwijl we lekker in de natuur zijn. En het is een mooie kans om medestudenten te ontmoeten.’

Terschelling geeft mij de kans om toch even écht WUR-student te zijn

Het verschil tussen online onderwijs en veldwerk is groot, vindt Grosscurt. ‘Een slide zien met een plaatje van een plant en wat informatie is heel anders dan die plant ook echt in de natuur zien, voelen, ruiken en plukken. Je leert kennis gelijk toe te passen in de praktijk, zo steek je er veel meer van op.’ Ook het sociale aspect is belangrijk, benadrukt hij. ‘Ik ben in september naar Wageningen gekomen voor mijn masteropleiding. Mijn studiegenoten kende ik dus voornamelijk van online groepswerk. Nu gaan we overdag samen het veld in en wordt er daarna lekker gevoetbald, gefrisbeed, geborreld en kaartspelletjes gespeeld. We kijken de EK-wedstrijden van het Nederlands elftal op de beamer in de grote tent. Terschelling geeft mij de kans om mijn medestudenten te leren kennen en toch even écht WUR-student te zijn. Dat gevoel ontbrak, tot nu.’

Strandrolstoel

De eerste dagen op Terschelling stonden in teken van excursies, vertelt masterstudent Biologie Maartje van den Bosch (22). ‘Daarna verdeelden we ons in groepjes om zelf onderzoek te doen. Mijn groepje kijkt naar de verschillen in insectendiversiteit en -hoeveelheid in natte en droge duingebieden met verschillende zuurgraad. We werken met pitfalls, een soort bakjes die je ingraaft in de grond. In dat bakje zit een vloeistof van water en afwasmiddel; de insecten die daarin vallen gaan dood. Na 48 uur halen we het bakje uit de grond en kijken we hoeveel en welke soorten insecten erin zijn gevallen. Verder kijken we naar de vegetatie en we nemen ook bodemmonsters mee om de zuurtegraad te meten. Als we terug zijn in Wageningen, gaan we in het lab kijken naar de organische stof. Kortom: een lekker uitgebreid onderzoek.’ Wat is het nut van dat onderzoek? ‘Het is vooral een hele goede manier om ervaring op te doen met veldwerk en hoe je onderzoek het beste op kan zetten. Even kennismaken met de praktijk.’

Wij zijn de docenten erg dankbaar dat ze dit geregeld hebben

Dat die praktijk soms met onvoorziene uitdagingen gepaard gaat, leerde Van den Bosch al op de tweede avond. ‘Na de excursies gingen we voetballen en toen heb ik mijn enkelbanden gescheurd. Echt balen, want ik kon dus niet meer mee met de rest van de excursies, dat werkt niet goed als je op krukken loopt.’ Toch probeert ze het beste te maken van haar tijd op Terschelling. ‘Iedereen is heel betrokken, dat is erg fijn. Een van de begeleiders rijdt rond in een busje en brengt me naar excursieplekken die goed toegankelijk zijn. Zaterdag ging mijn groepje naar het strand om de pitfalls uit te zetten. Ik wilde daar heel graag bij zijn, dus toen hebben we een strandrolstoel geregeld met van die hele dikke banden. Een grote gast uit mijn groepje duwde me dwars door het zand naar de onderzoeklocaties. Zo kon ik toch meedoen.’

Sebastiaan Grosscurt (24, met rode pet) tijdens veldwerk op Terschelling. Foto Laura Schefold

Bodemchemie

Masterstudent Iris Verstappen (23) studeert Earth & Environment. ‘Vanuit mijn studie heb ik heel veel geleerd over de bodem. Nu wil ik ook de omgeving erbij betrekken, dus wat er op die bodem groeit en staat. Daarom ben ik meegegaan. Ik wist niet zo veel van planten, dus elke dag leer ik erg veel. Over planten, maar ook over hoe je een onderzoek opzet, hoe je data verzamelt en hoe je die data analyseert.’

Verstappens groepje onderzoekt of je door goed te kijken naar de planten die op een stukje grond staan, de bodemchemie kan voorspellen. ‘Verschillende plantensoorten vragen om verschillende soorten grond. We kijken naar de zuurgraad, de vochtigheid en het nutriëntengehalte van de grond en kijken of die passen bij de vegetatie die erop staat. De vraag is eigenlijk of je nog een grondmonster moet nemen, of dat kijken naar de planten genoeg is.’

‘We leren hier dingen die je achter de computer niet leert’, zegt Verstappen. ‘Ook details, zoals dat je aantekeningen in het veld het beste met een potlood kunt maken: als het gaat regenen, loopt de inkt van een pen uit door de druppels. We staan hier echt met onze voeten in de aarde.’ Of in het slib, zoals de studenten die op de rustdag gingen wadlopen. Sakdiyah: ‘Ik was zelf juist toe aan weekend, dus ik ben lekker met vrienden naar het strand geweest. Even chillen.’

De studenten realiseren zich dat de organisatie van de Terschellingreis ook behoorlijk wat spreekwoordelijke voeten in de aarde heeft gehad. Van den Bosch: ‘Er is maandenlang gewerkt om dit goed te regelen. Niet alleen op onderwijsgebied, maar ook in verband met corona.’ Grosscurt vult haar aan: ‘Het is gaaf om dit mee te mogen maken. Ik en mijn medestudenten genieten volop. We zijn de docenten erg dankbaar.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.