Stikstofprobleem typisch Hollands?

Hoe kijken internationale studenten, promovendi en onderzoekers tegen het stikstofprobleem aan?
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

Tekst: Coretta Jongeling en Roelof Kleis

Nederland zucht onder een stikstofcrisis. Harde maatregelen lijken onontkoombaar, zoals verkleining van de veestapel. Hoe kijken internationale studenten, promovendi en onderzoekers eigenlijk tegen dit probleem aan? En bestaat dat in hun land ook?

Ken Giller, hoogleraar Plant Production Systems, uit het Verenigd Koninkrijk.

‘Ik vind het jammer dat er een rechtszaak voor nodig was om het probleem aan te pakken. Het stikstofprobleem is al heel vroeg aangekaart door wetenschappers. Ook vanuit Wageningen. Ik sta achter het idee dat landbouw efficiënt moet zijn, maar die efficiëntie heeft ertoe geleid dat flinke schade aan het milieu is toegebracht. Het verlagen van de snelheid op de snelwegen is niet genoeg. Ik geloof ook niet zo in technische oplossingen om de uitstoot van ammoniak terug te dringen. Dan komt de stikstof in een andere vorm alsnog in het milieu terecht. In het Engels heet dat pollution swapping. De kern van het probleem is dat te veel stikstof wordt geïmporteerd. Uiteindelijk moeten we naar minder import van veevoer toe. En de milieukosten moeten worden verrekend in de kosten van ons voedsel. In zijn algemeenheid zullen we meer moeten gaan betalen voor onze producten.’

Nina Villing
Masterstudent Animal Sciences, uit Duitsland

‘In Duitsland zijn we nog steeds bezig met onze eigen versie van dit probleem. De grootste stikstofreductie daar kwam door verbeteringen in de transportsector en in de afvalwaterzuivering. De oplossingen die ik hier heb gehoord waren ofwel het halveren van de veestapel of de dieren houden in afgesloten verblijven met luchtfilters. De Duitsers zijn over het algemeen positief over de Nederlandse veehouderij, vooral als het gaat om dierenwelzijn. Veel van onze dieren liggen nog steeds vast in een hok en kunnen niet de wei in. Ik zou het verschrikkelijk vinden als de dieren in Nederland ook zo gehouden zouden worden. Ik heb geen oplossing voor dit stikstofprobleem, maar aangezien de sector inspeelt op de vraag, heb ik zelf besloten zo min mogelijk vlees en zuivel te gebruiken.’

Alejandro Parodi
Promovendus Dierlijke Productiesystemen, uit Peru

‘In mijn land hebben we geen stikstoflimiet. Het meeste voedsel wordt geproduceerd door kleine boeren en velen kunnen zich geen kunstmest veroorloven. We hebben andere milieuproblemen, zoals ontbossing, overbevissing en watervervuiling door illegale goudwinning. In Nederland is de veedichtheid erg hoog. Maar halvering van de veestapel alleen lost het probleem niet op. Als de consumptie van dierlijke producten op hetzelfde hoge peil blijft, worden die dieren ergens anders gehouden en wordt daar meer stikstof uitgestoten. Nederlanders moeten niet alleen minder hard rijden op de snelwegen, maar ook minder dierlijke producten eten. Het is niet eerlijk om met de vinger naar de boeren te wijzen. Ik denk wel dat een reductie van de veestapel een deel van het probleem oplost, maar er is meer nodig. Een systeem waarin consumenten bereid zijn een eerlijke prijs te betalen voor het voedsel. Dat zou ideaal zijn.’

Kelly Nichols
Postdoc Animal Nutrition, uit Canada

‘Het grootste verschil tussen Canada en Nederland qua veehouderij is de intensiteit. Als je veel dieren houdt in een klein gebied, worden problemen snel heel groot. Het is te simplistisch om te zeggen dat we het aantal dieren moeten halveren. Voor melkkoeien, waar ik zelf de meeste ervaring mee heb, zijn er verschillende maatregelen die we zouden kunnen nemen om de stikstofuitstoot te verlagen, zonder het aantal dieren te verminderen. Meerdere kleine veranderingen kunnen veel verschil maken. Voor melkkoeien is het ’t belangrijkst om het aandeel ruw eiwit in het voer te verminderen. In het voer van Nederlandse koeien zit standaard te veel stikstof, voor de zekerheid, zodat de koeien veel melk geven. Ons onderzoek heeft aangetoond dat dat niet nodig is.’

Justine Cannivé
Masterstudent Organic Agriculture, uit Frankrijk

‘In Frankrijk is stikstofuitstoot niet zo’n groot probleem als hier. Er wordt daar meer gediscussieerd over het gebruik van pesticiden. Minder intensieve landbouw zou een goede oplossing zijn, dus minder dieren houden in betere leefomstandigheden. Consumenten moeten dan wel bereid zijn minder vlees te gaan eten, en daar is goede voorlichting voor nodig. Het zou sowieso beter zijn als mensen zouden investeren in producten van betere kwaliteit, die langer meegaan. Het is vreemd dat Nederland zo veel vlees exporteert en zo veel ander voedsel importeert. De uitstoot zou enorm afnemen als er minder transport van voedsel zou zijn, maar dat vraagt om politieke veranderingen.’

Alena Schmidt
Onderzoeker Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning, uit Zwitserland

‘Boeren in Zwitserland moeten wel een stikstofhuishouding bijhouden, maar daar is weinig discussie over. Er zit bovendien geen externe druk op, omdat Zwitserland geen deel uitmaakt van de EU. Het gebruik van pesticiden is wel een punt van maatschappelijke zorg en discussie. Mijn promotie gaat over stikstofreductiepolitiek. Daarom vind ik de Nederlandse discussie erg interessant. Het stikstofprobleem is heel gecompliceerd. Ik zie de oplossing in een combinatie van verschillende aspecten. Technische oplossingen zijn niet voldoende. De ruimtelijke dimensie van het probleem is volgens mij erg belangrijk. Voor de biodiversiteit is het nodig dat er gebieden zijn zonder input van stikstof. Mijn leerstoelgroep denkt na over slim en innovatief intensiveren op de ene plek en extensiveren elders. Daarnaast is het de vraag hoeveel landbouw in Nederland mogelijk is. Voor een echte oplossing zijn maatschappelijke veranderingen nodig.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.