Het raadsel van de ansjovis

Afgelopen zomer was er opnieuw geen ansjovis in de Oosterschelde. Waarom niet?
Vanwege z’n forse overbeet wordt ansjovis ook wel ‘de Freddie Mercury onder de vissen’ genoemd. Foto Shutterstock

Vroeger wemelde het ervan in de Oosterschelde. Maar afgelopen zomer was er opnieuw geen ansjovis te bekennen in de fuiken, en dat al voor het vierde jaar op rij. Onderzoeker Joey Volwater van Wageningen Marine Research zocht met student Robin Stark naar een verklaring.

In Nederland wordt nog maar op één plek, door één familie gevist op ansjovis (Engraulis encrasicolus). De Van Dorts zijn de laatst overgeblevenen van de ooit bloeiende vaderlandse ansjovisvisserij. Die zat met name rond de toenmalige Zuiderzee, waar het visje in het late voorjaar in enorme aantallen heen trok om te paaien. De aanleg van de Afsluitdijk, zo’n honderd jaar geleden, betekende het einde daarvan. De Oosterschelde bleef wel toegankelijk als paaigrond. In het seizoen vingen de Van Dorts daar jaarlijks zo’n 8.000 kilo ansjovis, via de traditionele methode van de weervisserij (zie kader). Tot de zomer van 2019. Sindsdien is er amper nog een ansjovisje te vinden in hun fuiken.

Op zoek naar een verklaring klopte de stichting Behoud Weervisserij aan bij Wageningen Marine Research (WMR). Zonder budget. Toch wilde WMR het ansjovisvraagstuk niet onopgelost laten. ‘Ons ecologische hart ging sneller kloppen van hun vraag. Onze surveys laten namelijk geen negatieve trend zien voor de Noordzeepopulatie ansjovis. Waarom blijven ze dan weg uit de Oosterschelde?’, vertelt onderzoeker Joey Volwater. Om op z’n minst na te gaan of bestaande onderzoeksdata aanknopingspunten bieden voor een verklaring, maakte hij er een studentenproject van.

Verdachtenlijstje

Zo kwam Robin Stark aan boord, masterstudent Mariene Biologie aan de Universiteit van Amsterdam (Volwaters oproep leverde geen Wageningse reacties op). Hij boog zich onder meer over de vangstgegevens van de weervisserij en legde dat naast jaarlijkse waarden van onder meer zoutgehalte en temperatuur. Daarnaast pluisde hij WMR-visserijonderzoeken uit op relevante cijfers en inzichten. Hij maakte analyses en modellen en dook in het vermoeden van de Van Dorts: dat offshore windpark Borssele debet is aan de verdwenen ansjovis. Of althans: de stroomkabels ervan. Want sinds die in 2019 in gebruik zijn genomen, bleef de ansjovis weg.

Stark en Volwater haalden het windpark al vlot van het verdachtenlijstje. Volwater: ‘Wetenschappelijk onderzoek spreekt het vermoeden van de visserijfamilie tegen. De impact van de elektromagnetische velden van die kabels wordt momenteel vrij veel onderzocht. Vooralsnog blijkt uit geen van die onderzoeken een sterk negatief effect – niet op vissoorten die op of vlak boven de zeebodem leven, en ook niet op soorten zoals haaien en roggen, die een speciaal zintuig hebben voor elektromagnetische velden. Dan is het onaannemelijk dat ansjovis, die niet zo’n zintuig heeft en die als pelagische vis hoger in de waterkolom leeft, erdoor wegblijft.’

Deltawerken

Volwater en Stark kwamen op een ander spoor. Stark: ‘Voor ansjovis is 14oC een belangrijke drempelwaarde voor de paaimigratie. Die waarde wordt tegenwoordig een maand eerder gehaald dan rond 1980. Bij sommige vissoorten is al vastgesteld dat het migratiepatroon daardoor ontregeld kan raken, omdat de vis in aanloop naar het paaiseizoen de cue mist om te gaan migreren. Daar zou hier ook sprake van kunnen zijn.’

En er zijn meer systemische verschuivingen die het wegblijven van de ansjovis kunnen verklaren. Volwater: ‘De Oosterschelde is van oudsher een estuarium, waarin het water een bepaalde zoet-zoutgradiënt heeft, vlot opwarmt in het voorjaar en relatief voedselrijk is dankzij de aanvoer van nutriënten vanuit de rivieren. Dat is gigantisch veranderd door de Deltawerken.’ Vooral het feit dat de Oosterschelde nagenoeg geen influx meer heeft van zoet water, heeft verstrekkende gevolgen – voor onder meer het zoutgehalte, de nutriëntenhuishouding, het temperatuurverloop over de seizoenen en de troebelheid van het water. ‘Feitelijk is de Oosterschelde getransformeerd van een estuarium in een zeearm. Zo’n proces verloopt geleidelijk, maar op een bepaald moment wordt het kantelpunt bereikt waarop het gebied z’n aantrekkingskracht verliest als paaigrond. Dat ansjovis sinds 2019 niet meer in de Oosterschelde, maar elders in en om de Noordzee nog wel volop wordt aangetroffen, ondersteunt die aanname.’

Wetenschappelijk gezien is het geen waterdichte verklaring, benadrukt Volwater. ‘In Nederland wordt maar op één locatie gevist op ansjovis. De soort komt daar nu al vier jaar vrijwel niet meer voor, maar we weten niets over de ansjovisstand elders in Nederland.’ Ook op andere vlakken ontbreekt cruciaal vergelijkingsmateriaal. ‘In Frankrijk en Spanje, waar de ansjovisvisserij een veel grotere economische waarde heeft, wordt meer onderzoek gedaan. Maar het is de vraag of die kennis valide is voor ‘onze’ ansjovis. Uit ons onderzoek weten we namelijk dat de Noordzeepopulatie genetisch afwijkend is van die uit de Golf van Biskaje. Mogelijk hebben ze niet dezelfde triggers qua omgevingsvariabelen zoals temperatuur of zoutgehalte.’

Metafoor

Om het ansjovismysterie echt te ontrafelen, is gericht onderzoek nodig, benadrukt Volwater. Hij koestert hoop dat daar budget voor komt. ‘Ons rapportje trok behoorlijk wat media-aandacht. Misschien vormt dat het beslissende zetje voor een overheid of ngo om er geld voor vrij te maken. Het gaat namelijk niet alleen om deze ene vissoort, of om die laatste familie die er nog op vist. Ansjovis kun je zien als een metafoor voor alle veranderingen in de Oosterschelde.’

Weervisserij
Bij de weervisserij, een traditionele vangstmethode die in Nederland tot cultureel erfgoed is verklaard, worden de visjes bij afnemend tij via een bouwwerk van palen in een fuik (‘weer’) gedreven, slim gebruikmakend van de stroming. De methode is behoorlijk duurzaam, want na selectie kan bijvangst de fuik ongeschonden verlaten.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.