Rat minder ziekmakend dan gedacht

Maar een groenere stad verhoogt wel het risico op overdracht van zoönose.
Foto Shutterstock

Ratten hebben de slechte reputatie dat ze tal van pathogenen met zich meedragen en daarom een risico zijn voor de volksgezondheid. Maar dat valt dus enigszins mee, wijst onderzoek van promovenda Marieke de Cock uit. Bij de helft van de ratten die zij onderzocht vond ze geen pathogenen. Voor een tweetal ziekmakers blijkt de groenheid van de omgeving een rol te spelen.

De Cock deed haar onderzoek in parken en wijken in Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven. In de coronajaren ving ze met klapvallen meer dan 400 bruine ratten (Rattus norvegicus). ‘Per locatie controleerde ik 20 vallen in een gebied van 100 bij 100 meter. Zes locaties met 20 vallen op een dag. Dat gedurende twee weken en dat dan 8 keer,’ licht ze de werkwijze toe. ‘Ja, de Rattenvanger van Hamelen, die vergelijking heb ik vaker gehoord.’

Valt mee

De Cock nam de dode ratten mee, ontleedde ze en onderzocht de verschillende organen op de aanwezigheid van in totaal 18 verschillende pathogenen. Daarvan kwamen er 13 in meer of mindere mate voor in de onderzochte ratten. Maar veelal slechts een soort per rat, behalve in de oudere dieren. Maar opmerkelijk genoeg droeg de helft van de ratten er geen bij zich. ‘Ja, dat valt dus mee’, zegt De Cock. ‘Zeker gezien de reputatie die ratten hebben.’

Een rat lijkt wat ziekterisico betreft niet erger te zijn dan een muis

Marieke de Cock, onderzoeker Kwantitieve Veterinaire Ecologie

‘Ik verwachtte van alles te zullen aantreffen’, gaat ze verder. ‘Als bijvangst gevangen muizen vertoonden hetzelfde patroon. Een rat lijkt dus wat ziekterisico betreft niet erger te zijn dan een muis. Op basis van dit onderzoek zou ik niet zeggen dat je wat dit betreft extra bang moet zijn voor ratten.’ De Cock onderzocht vervolgens of er een verband is tussen de vergroening van steden en het risico op ratten met ziekmakende pathogenen onder de leden.

Als maat voor de groenheid van de onderzochte terreinen gebruikte De Cock  NDVI-metingen van satellieten. NDVI (Normalised Difference Vegetation Index) brengt de oppervlakte aan groen in kaart op basis van gereflecteerd rood en infrarood licht. Voor de aanwezigheid in ratten van Bartonella-bacteriën (gerelateerd aan de kattenkrabziekte) en Borrelia-bacterien (ziekte van Lyme) blijkt er een link te zijn met de hoeveelheid groen in de omgeving.

Vooral voor Bartonella is de link aanzienlijk. Dubbel zoveel groen betekent een bijna dubbel zo grote kans dat een rat de bacterie aan boord heeft. Vlooien spelen daarbij volgens De Cock een belangrijke rol. ‘We weten dat Bartonella tussen ratten wordt overgedragen via vlooien. In groenere gebieden neemt het aantal ratten toe. Bij die grotere dichtheid hebben vlooien een grotere kans over te springen.’

Kat

Ziek worden van ratten vindt meestal via contact met uitwerpselen of urine plaats. Of, zoals bij Bartonella via een krab van een kat of contact met besmette vlooienpoep. De Cock heeft niet onderzocht of er in groenere gebieden ook meer ziektegevallen door ratten zijn. ‘Ik denk dat dat ook lastig aan te tonen is’, zegt ze. ‘Het gaat om kleine aantallen. De meeste mensen die blootgesteld worden aan pathogenen van ratten worden daar niet ziek van.’

Om de risico’s toch uit te sluiten adviseert De Cock om het groen vooral schoon te houden. ‘Zorg dat er niet veel eten is voor ratten, zodat de populatie laag blijft. En zorg voor open groen. Een rat wil zich kunnen verschuilen. Lage struiken en bosjes zijn goede verstopplekken voor ratten. Een grasveld of een boom niet.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.