Hans Zomer: Student, spion en verzetsheld

Aan zijn jonge leven kwam een einde voor een Duits vuurpeloton.
Portret van Hans Zomer. Schilder onbekend, foto Roelof Kleis

Op 4 mei herdenken we de oorlogsslachtoffers. Denk dan eens aan Hans Zomer, die vlak voor de oorlog in Wageningen studeerde. Aan zijn jonge leven kwam een einde voor een Duits vuurpeloton.

Johan Jacob (Hans) Zomer is een van de studenten en personeelsleden van de toenmalige Landbouwhogeschool die de Tweede Wereldoorlog niet overleefden. Zijn naam staat, samen met die van 29 studenten en 5 medewerkers, op een plaquette (zie de cover van Resource) die sinds 1946 in de Aula hing. Een stil eerbetoon aan hun moed en het offer dat zij brachten. Op Hans Zomer is beide van toepassing: hij had de moed om in verzet te gaan en bekocht dat met de dood.

Hans Zomer werd op 6 november 1920 geboren in Probolingo op Oost-Java als zoon van een marineofficier. De Zomers zaten daar al drie generaties, tot zijn vader de overstap maakte naar een betrekking bij de spoorwegen, daar onmin kreeg en met vrouw en zoon — een baby nog — naar Nederland vertrok. ‘Daar in Arnhem is mijn moeder Geertruida Catharina (Cathrien) Zomer geboren’, vertelt Hans van Tuikwerd. ‘Het gezin woonde in ’t Spijkerkwartier, wat toen nog een goede buurt was. Hans heeft daar de lagere school gedaan en later de hbs (hogereburgerschool, red.).’

Van Tuikwerd heet niet zomaar Hans. Hij is, als jongste uit een gezin van vier kinderen, vernoemd naar zijn oom Hans Zomer. Een feit waar hij trots op is. ‘Het betekent veel voor mij. Vroeger leek ik ook op hem. Zijn geschiedenis heeft me altijd beziggehouden. Ik ben een kind van 1956, van net na de oorlog. Ik was zwaar geïnteresseerd in die tijd. Ik ben met de oorlog opgevoed. Op mijn ouders en mijn moeder heeft de oorlog een enorme impact gehad. Als naamgenoot wil ik de herinnering in ere houden.’ En dus houdt hij er een klein ‘museumpje’ op na in zijn werkkamer in zijn huis in Hilvarenbeek. Aan de muur van die kamer hangt een geschilderd portret van oom Hans.

MI6

Hans Zomer studeerde maar een jaar in Wageningen. ‘Na de hbs wilde hij naar Den Helder. Net als zijn vader wilde hij marineofficier worden,’ vertelt Van Tuikwerd, ‘maar ze vonden hem met zijn 17 jaar nog te jong. Daarom is hij naar Wageningen gekomen.’ In het jaarboek van ‘38-‘39 staat hij ingeschreven als eerstejaars Tropische Bosbouw. Hij was lid van Ceres en rondde zijn kandidaats-A af. In 1939 probeerde hij het opnieuw in Den Helder en werd ditmaal wel aangenomen. Strikt genomen studeerde Zomer dus al bijna een jaar niet meer in Wageningen toen de oorlog uitbrak. Maar na de oorlog was men hem kennelijk niet vergeten.

Na de inval van de Duitsers vluchtte Hans Zomer als sergeant-adelborst naar Engeland. Van Tuikwerd: ‘Hij voer op 14 mei 1940 met 26 mede-adelborsten op marineschip de Medusa naar Falmouth. Hij was 19 jaar en nog maar acht maanden eerder begonnen met zijn opleiding.’ In het jaar dat volgde werd hij gerekruteerd door de Britse inlichtingendienst MI6 voor inlichtingenwerk. En zo werd hij op 12 juni 1941 als spion en marconist terug naar Nederland gevlogen en gedropt boven het Drentse dorp Vledder, in gezelschap van Wiek Schrage, een inspecteur van politie, die een verzetsorganisatie op moest bouwen. ‘Ze schijnen zelfs voor de sprong nog het Wilhelmus te hebben gezongen.’ Dat tekent volgens Van Tuikwerd het karakter van Zomer. ‘Hans Zomer was geen avonturier. Hij stond bekend als een ietwat eenzelvige jongen, maar wel iemand met een stevig karakter. Het was uit plichtsbesef dat hij dit deed. Hij was protestants, loyaal aan het gezag, de monarchie en de kerk. Dat gaf de doorslag dat ze hem dit werk al op zo’n jonge leeftijd lieten doen. Hij kreeg de keuze om te weigeren, maar hij wilde het zelf.’

Oranjehotel

Over de twee maanden die volgden tot zijn arrestatie is volgens Van Tuikwerd weinig bekend. Zomer wisselde vaak van adres om uit de handen van de Duitsers te blijven. ‘Hij wist dat-ie tijdens het zenden uitgepeild kon worden.’ De omzwervingen brachten hem uiteindelijk in Bilthoven bij de familie Sickenga.

Daarnet kreeg ik de mededeling dat ik afscheid van jullie moet nemen voor altijd hier op aarde

Zoon Jaap Sickenga had een jaar eerder dan Zomer ook in Wageningen gestudeerd. Sickenga verzamelde inlichtingen over het militaire vliegveld Soesterberg. Met de apparatuur van Zomer werden die gegevens naar Engeland geseind. Tot de Gestapo de zender traceerde en op 31 augustus (de verjaardag van Koningin Wilhelmina) ingreep. Zomer en Sickenga werden naar het beruchte ‘Oranjehotel’ in Scheveningen gebracht.

Eind maart 1942 werd een groep mannen onder wie Zomer en Sickenga naar Maastricht overgeplaatst. Daar in het klooster der Minnebroeders volgt een militair proces. Het gros van de groep wordt op 22 april voor spionage en/of verzet ter dood veroordeeld. ‘Na de veroordeling heeft hij nog bezoek gehad van zijn ouders en mijn moeder’, zegt Van Tuikwerd. ‘Tijdens dat bezoek was hij zeer rustig en vroeg hen sterk te zijn en op God te vertrouwen. Nog steeds had hij de hoop de doodstraf te ontlopen. Hij hoopte dat ze rekening zouden houden met het feit dat hij nog minderjarig was. Vanuit Maastricht schreef hij nog vele brieven.’

Voor altijd

Op 10 mei schreef hij zijn laatste brief. ‘Daarnet kreeg ik de mededeling dat ik afscheid van jullie moet nemen voor altijd hier op aarde. Ik kan niet ontkennen dat het een slag voor mij is en niet gemakkelijk. Maar het is prettig dat ik nog even met jullie kan praten. Geloof bij alles in Gods almacht en Gods liefde.’ Die nacht werd de groep veroordeelden op transport gezet met onbekende bestemming. Pas ver na de oorlog werd duidelijk dat Zomer en de anderen naar Sachsenhausen bij Berlijn waren afgevoerd.

Hij kreeg de keuze om te weigeren, maar hij wilde het zelf

Daar zijn ze op 11 mei, vijftien uur na het vertrek uit Maastricht, gefusilleerd. ‘Een jaargenoot van Hans heeft hem daar binnen zien komen’, zegt Van Tuikwerd. ‘Hij heeft dat na de oorlog gerapporteerd aan de marinestaf, maar die kennis is nooit bij de familie aangekomen. Voor mijn grootouders was het heel erg dat ze nooit hebben geweten waar hun zoon is overleden.’

Hans Zomer werd evenwel niet vergeten. Na de oorlog, in 1946, werd hem postuum de Bronzen Leeuw toegekend voor dapperheid. In Wageningen werd hij opgenomen op de genoemde herdenkingsplaquette. De marine doopte in 1961 een mijnenveger de HMS Zomer. Dat schip is inmiddels overigens uit de vaart. In Maastricht wordt jaarlijks de terechtstelling van de 24 mannen herdacht bij een monument aan de Patersbaan. Hans van Tuikwerd is zoals altijd van de partij. En dan vraagt hij zich weer af, wat hij zou hebben gedaan. ‘Stel dat mij dit was overkomen, zou ik dan ook zo standvastig zijn geweest? Zou ik ook gedaan hebben wat hij deed? Gelukkig zijn we, mede door de moed van Hans Zomer, nooit meer in die situatie terechtgekomen.’

Dichter
Jaap Sickenga (1918) studeerde in het jaar 1937 in Wageningen, waarna hij een studie Nederlands oppakte in Amsterdam. Hij werd in zijn ouderlijk huis in Bilthoven samen met Hans Zomer opgepakt voor spionage. In de weken tussen zijn terdoodveroordeling en terechtstelling schrijft hij vanuit de gevangenis in Maastricht gedichten. Hij draagt die op aan zijn medegevangenen. Het gedicht hieronder staat op het monument in Maastricht voor de 24 in Sachsenhausen gefusilleerde mannen.

Ons bedreigt
’n andere dood
dan t lood  –
Onverschilligheid.
Die daaraan lijdt
sterft voor zijn tijd –

Jaap Sickenga 2-2-1942

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.