Roer moet om met zonne- en windparken, bepleiten WUR-experts

Kansrijke combinaties met bijvoorbeeld natuur, landschap of landbouw blijven nog grotendeels onbenut.
Solarpark De Kwekerij in de beginfase 2017): energie-opwek, natuurontwikkeling en recreatie. Al sinds de beginfase in 2016 combineert zonnepark De Kwekerij energie-opwek met natuurontwikkeling en recreatie. Foto Marieke Enter

Om de energietransitie tot een succes te maken, moeten zonne- en windparken fraaier en multifunctioneler worden. Dat vraagt om meer landelijke regie. Dat is de kern van een gezamenlijke position paper van de Natuur en Milieufederaties (NMF) en WUR. ‘Anders krijgen we steeds meer van we níet willen, terwijl we steeds beter weten wat we wél willen’, aldus Sven Stremke, universitair hoofddocent Landschapsarchitectuur.  

In 2030 moet Nederland op land 35 terawattuur (TWh) aan duurzame energie opwekken om de doelen uit het Klimaatakkoord te halen. Daartoe zijn dertig zogenoemde energieregio’s ingesteld, die elk in een regionale energiestrategie (RES) hebben uitgewerkt hoe ze hun aandeel voor elkaar willen krijgen. De uitvoering van die RES’en begint nu op stoom te komen, maar vaak in de vorm van bijna industrieel aandoende zonne- of windparken, die niet bepaald een lust voor het oog of aanwinst voor de leefomgeving zijn. Dat kan en moet anders, bepleiten NMF en de WUR-experts in de position paper.

Weinig animo

Dat momenteel veel van dat soort ‘industriële’ wind- en zonneparken verrijzen, is niet zo gek: het huidige subsidiestelsel stuurt vooral op de grootste CO2-reductie tegen de laagste kosten. Factoren zoals natuur of landschap wegen niet of nauwelijks mee. Het leidt tot het type zonne- en windparken dat de animo onder de inwoners van Nederland geen goed doet. Windturbines konden al op weinig enthousiasme rekenen en inmiddels is ook bij zonneparken steeds vaker sprake van weerstand. Dat werkt door in de voortgang van de RES’en. Mede door gebrekkig maatschappelijk draagvlak lopen die achter op schema.

Ruimtelijke kwaliteit

De weerstand is niet ongegrond. Langjarig WUR-onderzoek laat zien dat de ruimtelijke kwaliteit van recente energieprojecten niet in de buurt komt van eerdere innovatieve voorbeelden. Het veelgeprezen zonnepark De Kwekerij in het Achterhoekse Hengelo – multifunctioneel, natuurinclusief en in samenspraak met de omwonenden tot stand gekomen – dateert bijvoorbeeld alweer van 2016, maar staat qua voorbeeldfunctie nog steeds op eenzame hoogte.
Bij nieuwe projecten blijven kansrijke combinaties met natuur, landschap of landbouw doorgaans nog onbenut – op handvol uitzonderingen na, zoals de teelt van (zacht)fruit onder zonnepanelen. ‘Maar de landschappelijke kwaliteit van wind- en zonneparken moeten natuurlijk niet alleen afhankelijk zijn van wat er in individuele projecten gebeurt. Daar moet landelijke sturing op zijn’, benadrukt Dirk Oudes, universitair docent Landschapsarchitectuur.

Basiskwaliteiten en dubbelfunctie

NMF en de WUR-experts bepleiten daarom dat ieder wind- en zonnepark op land voortaan moet voldoen aan een aantal basiskwaliteiten rond mens, natuur en economie – bijvoorbeeld landschapspatronen intact laten, behoud van bodemkwaliteit en bij voorkeur gedeeld eigendom van het park met de lokale gemeenschap. Ook stellen ze voor dat de parken standaard en verplicht een dubbelfunctie moeten krijgen, bijvoorbeeld in combinatie met landbouw, natuur of recreatie. Voor zonneparken hadden de regeringspartijen dat al afgesproken in het coalitieakkoord, maar in de praktijk komt er weinig van terecht. Betere controle, handhaving en sanctionering is daarom ook een aanbeveling uit de paper – omdat het een ‘belangrijk aspect is van een maatschappelijk geaccepteerde energietransitie’, aldus de opstellers.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.