Twee werkende vogelgriepvaccins, en nu?

Beide vaccins werken in het lab. Er volgt een stalproef.
Foto WBVR

Tekst Rianne Lindhout

Groot nieuws in heel Europa: vorige week maakte Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) bekend dat twee vaccins onder lab-omstandigheden goed beschermen tegen vogelgriep en ook virusverspreiding stoppen. Twee onderzoekers leggen uit wat dit nieuws wel en niet betekent voor de honderd miljoenen kippen in Nederland en pandemische dreiging.

Eigenlijk had WBVR de resultaten van het onderzoek naar vier vogelgriepvaccins al in december verwacht. De vertraging kwam door de vogelgriep, vertelt betrokken onderzoeker Evelien Germeraad. ‘Tijdens ons onderzoek naar vier vaccins ging bij ons instituut de diagnostiek ten behoeve van de vogelgriepuitbraak ook op volle kracht door. Daardoor moesten de analyses van de proef soms wachten.’

Bij een verdenking van vogelgriep in een stal, onderzoekt WBVR of het virus aanwezig is in het pluimvee. Dat gebeurt in zogeheten swabs, monsters uit mond en cloaca. Dat was veel werk: tussen oktober 2021 en februari 2023 zijn meer dan honderd ruimingen geweest, waarvan sommige preventief. In 2022 zijn er zo’n 6 miljoen kippen en eenden vergast vanwege een uitbraak of omdat ze dicht bij een besmette stal leefden.

Nieuws in heel Europa

In binnen- en buitenland was veel aandacht voor het vaccinnieuws. Annemarie Rebel, business-unit-manager van WBVR: ‘Het vogelgriepvirus heeft de Europese pluimveesector enorm in zijn greep. Dat er vaccins zijn die perspectief bieden in de strijd tegen vogelgriep en de gevolgen daarvan is dan welkom nieuws.’

Daar komt nog bij dat vaccineren tegen het vogelgriepvirus sinds 12 maart van dit jaar is toegestaan binnen Europa. Daarbij gelden wel strikte voorwaarden in de vorm van surveillancemaatregelen. Na vaccinatie moeten iedere week tests worden gedaan en elke vier weken moet er een dierenarts op bezoek komen. Compleet onuitvoerbaar noemt de Utrechtse hoogleraar pluimvee-gezondheidszorg Sjaak de Wit die regels in Een Vandaag. Daarvoor zijn niet genoeg dierenartsen beschikbaar.

In de stal gaat het anders

Die regels worden misschien nog versoepeld en er zijn nu dus daadwerkelijk vaccins die onder lab-omstandigheden werken. Er volgt nog een veldproef op een commerciële pluimveehouderij, daar werken vaccins soms minder goed. Onderzoeker Germeraad: ‘In een grote stal worden kippen meer geconfronteerd met factoren die hun gezondheid en weerbaarheid kunnen beïnvloeden. Zoals de aanwezigheid van bepaalde ziekteverwekkers en de toediening van andere vaccins. Zulke dingen kunnen invloed hebben op de immuniteitsopbouw van gevaccineerde dieren.’

De stalproef start pas in de zomer. Germeraad: ‘Het kost tijd om de benodigde vergunningen te verkrijgen, de studie goed op te zetten en geschikte pluimveebedrijven te vinden voor de proef. Die moet ook uitwijzen hoe lang de afweerrespons aanwezig blijft en of bijvoorbeeld een booster nodig is bij legpluimvee, dat langere tijd wordt gehouden.’

Geen jaarlijkse update

Zou er ook jaarlijks een update op het vaccin nodig zijn, zoals bij de menselijke griepprik? In eerste instantie niet, zegt Germeraad. ‘Beide zogeheten HVT-H5-vaccins bieden een brede bescherming tegen verschillende influenzavirusstammen van het subtype H5. Bij een nieuwe H5-virusvariant hoeven we dus waarschijnlijk niet direct het vaccin aan te passen. Mocht het H7-subtype virus Nederland binnenkomen, dan is wel een ander vaccin nodig.’

Kuikens krijgen de vaccins die nu werkzaam lijken, op de dag dat ze uit het ei komen of al in het ei. In Nederland zijn steeds zo’n 100 miljoen kippen. De vleeskuikens gaan na zes tot – bij biologische kuikens – elf weken naar de slacht. Dat betekent dat jaarlijks enkele honderden miljoenen vaccins moeten worden toegediend als het vaccin op de markt komt. Het is nog niet te zeggen hoeveel dat kost. Het ruimen van pluimvee kostte in 2022 ruim 44 miljoen euro, betaald uit het zogeheten Diergezondheidsfonds, gefinancierd door veehouders en de overheid.

Wilde dieren

Als de vaccins ook in de stal werken en bijvoorbeeld volgend jaar in gebruik komen, gebeurt dat alleen in de commerciële pluimveehouderij, waar het virusverspreiding tegengaat in en tussen de dieren. In de natuur, waar wilde vogels en ook zoogdieren zoals dolfijnen er inmiddels mee worden besmet, blijft het virus aanwezig. Business-unit-manager Rebel: ‘De kans dat carnivoren besmet raken door het eten van een met vogelgriep besmette vogel, blijft daardoor aanwezig.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.