Aantal participatiebanen blijft nog achter

'Cijfers zijn niet de enige graadmeter; het verhaal is positiever dan het lijkt.’
Foto Shutterstock

Universiteiten en hogescholen lopen ver achter op hun doelstellingen wat betreft banen voor mensen met een beperking, meldde het Hoger Onderwijs Persbureau onlangs. Ook WUR haalt z’n target niet, erkent Jops-teamleider Els Dieleman. Maar, benadrukt ze, dat cijfer is niet de enige graadmeter. ‘Het verhaal is positiever dan het lijkt.’

Dieleman is de grondlegger van Jops, het team dat WUR-breed vrijwel alles regelt en coördineert om passende banen te vinden of te maken voor nieuwe collega’s met een arbeidsbeperking. Toen ze in november 2019 groen licht kreeg, bungelde WUR onderaan het landelijke universitaire ranglijstje qua aantal arbeidsplaatsen voor mensen met een arbeidsbeperking. Inmiddels prijkt WUR bovenaan en is ook het perspectief voor langere termijn bemoedigend: het baanbehoud (langer dan 1 jaar) ligt bij WUR op 85 procent, ten opzichte van zo’n 60 procent landelijk.

Dit is meer dan een cijfermatige exercitie. Er gaan mensen achter schuil

Toch even de absolute status quo. Eind 2022 stond de Wageningse teller op 111 banen voor collega’s met een arbeidsbeperking. Dat zijn er 13 meer dan het jaar ervoor, maar nog lang niet de 230 die WUR per 2024 voor ogen had. De vraag of WUR dat doel kan halen, beantwoordt Dieleman niet met een duidelijke ja of nee. ‘Dit is meer dan een cijfermatige exercitie. Er gaan mensen achter schuil, voor wie een succesvolle plaatsing bij WUR een droom is die uitkomt. Een goede match vraagt om zéér zorgvuldige en blijvende begeleiding, zowel van de kandidaat als van het team waar hij of zij komt te werken.’

Lifechanging

Dieleman is trots dat het de Jops-jobregisseurs lukt om voor een groeiend aantal mensen de juiste match te vinden. ‘Doe dit vraagstuk niet af door simpelweg te turven hoeveel van dit soort arbeidsplaatsen WUR op een bepaald moment heeft weten te creëren. Beoordeel liever hoeveel mensen met een arbeidsbeperking voor langere termijn bij WUR een werkomgeving vinden waar ze op hun plek zijn, met zinvol en passend werk, met een eerlijk salaris en gewaardeerd door collega’s. Want dát is lifechanging.’

Dat het andere publieke instanties wel lukt om hun doel te halen – naar verluidt zitten gemeenten en de politie tot wel 10 procent boven hun streefcijfer – verklaart Dieleman door een mismatch in opleidingsniveaus. Hoogopgeleiden zijn sterk ondervertegenwoordigd onder mensen met een arbeidsbeperking, terwijl universiteiten juist voor hen werk hebben. Bij WUR heeft bijvoorbeeld bijna 70 procent van de arbeidsbeperkte medewerkers hbo/wo werk- en denkniveau, terwijl dat landelijk geldt voor maar 6,1 procent van deze doelgroep. Werk voor lager opgeleiden is er in beperkte mate, mede omdat facilitaire taken zoals catering, schoonmaak of groenvoorziening vaak zijn uitbesteed. ‘Al stelt WUR hierover tegenwoordig wel eisen aan onze contractpartijen’, licht Dieleman toe. ‘Eventuele arbeidsbeperkte schoonmakers, barista’s of groenverzorgers kunnen zelfs in dienst komen bij WUR. Inmiddels worden hierover concrete afspraken gemaakt in aanbestedingen.’ Ook WUR-teams kunnen erop rekenen dat Jops de drempels minimaal houdt, benadrukt Dieleman.

Landelijk beeld
De Nederlandse universiteiten realiseerden in 2022 iets meer dan de helft van de 1886 banen die er per 2026 vervuld moeten worden door arbeidsgehandicapten; onderzoeksinstituten ongeveer de helft van hun beoogde 110 plekken. Koepelorganisatie Universiteiten van Nederland noemt als belangrijkste redenen voor het niet behalen van de doelen de coronapandemie, de krapte op de arbeidsmarkt en de hoge werkdruk.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.