Docente Sumaia Hussaini vluchtte uit Kabul

'Ik wil de vrouwelijke studenten in Afghanistan helpen.’
‘Ik wil lesgeven. Ik heb een bachelor Veterinary Sciences en een master Animal Care gehaald in Kabul. Ik weet niet wat die opleidingen in Nederland waard zijn.’ Foto: Guy Ackermans

Sumaia Hussaini gaf les op de door WUR opgezette lerarenopleiding in Kabul en zit nu in het asielzoekerscentrum in Paterswolde. Ze is blij dat ze in Nederland is. ‘In Kabul zijn de mensen hun hoop kwijt, vooral de vrouwen.’

Halverwege het gesprek dat Resource met Sumaia Hussaini heeft in het desolate asielzoekerscentrum (AZC) in het Groningse Paterswolde, knapt er iets bij haar. Tot die tijd heeft ze keurig vragen beantwoord, in het Engels. Ze is 32 jaar en heeft een man en twee dochters van drie jaar en zeven maanden oud. Ze gaf les in dierwetenschappen op het door WUR opgezette National Agriculture Education College (NAEC) in Kabul, trainde de leraren en werkte mee aan de curriculumontwikkeling van de opleiding. Sumaia gaf les aan zowel mannen als vrouwen en was betrokken bij een voorbereidende landbouwcursus, speciaal voor vrouwen om de lerarenopleiding te kunnen volgen.

Dreiging

De laatste twee jaar in Kabul waren lastig. Door de lockdown was de school grotendeels dicht en probeerden de docenten een online alternatief aan te bieden, in de vorm van video’s van practica en powerpoints van lessen. En altijd was er de dreiging van een aanslag door de Taliban. Die beweging was niet tegen landbouwonderwijs, zegt Sumaia, maar de dreiging was vooral dat ze zo willekeurig en nietsontziend te werk gingen – er waren aanslagen op scholen, ziekenhuizen en moskeeën en dan bij voorkeur op plekken waar ook buitenlanders werkten.

Alle vrouwen in Kabul wonen al zes maanden binnen. Dat komt door de Taliban

‘Elke buitenlander was een doelwit, er was altijd gevaar.’ Lachend vertelt ze dat de portier van NAEC een alarmknop had om het personeel te waarschuwen bij een onverhoopte aanval van de Taliban en dat die op een dag per ongeluk afging.

Toen de Taliban Kabul binnentrokken, was het voorbij met het publieke leven van Sumaia. ‘Ik haat de Taliban, ik was bang voor hen, dus ik ben niet meer naar buiten gegaan. Mijn man, die bij het leger van de regering werkte, liep ook gevaar, maar ging nog wel boodschappen doen. De eerste dagen waren er nog weinig Talibanstrijders op straat, maar de angst voor hen was groot.’

Daarom doet ook het vertrek uit Kabul, tien dagen na de machtsovername door de Taliban, haar geen verdriet. ‘Ik kon een e-mail sturen naar het Nederlandse crisisteam in Kabul.

Het mooie is: ik kan plannen maken

Ze reageerden niet, maar plotseling kreeg ik op een avond een telefoontje van het crisisteam dat ik naar het vliegveld moest gaan. We kwamen om één uur ’s nachts op het vliegveld aan, maar konden pas om acht uur ’s ochtends naar binnen.’ Toch klaagt ze niet; ze kon direct door naar de Nederlandse militairen op het vliegveld. Na een tussenstop in Pakistan komt ze met man en twee dochters in de zomer van 2021 aan in Nederland.

Emotioneel

Ze wordt pas emotioneel als ik vraag of ze nog contact heeft met familie en kennissen in Kabul. ‘In Kabul zijn de mensen één ding kwijt: hoop. Vooral de vrouwen. Ze hebben hun werk verloren, hun onderwijs en hun vrijheid. Alle vrouwen in Kabul wonen al zes maanden binnen. Dat komt door de Taliban. Die zeggen wel dat ze vrouwen respecteren, maar we horen verhalen dat ze vrouwen slaan en stenigen in de provincie. Hun gedachtengoed is niet veranderd.’

We willen dat de studenten de landbouwopleiding afmaken

Sumaia is blij dat ze in Nederland is, ze heeft de hoop dat zij en haar dochters hier naar school kunnen. Nederlands heeft ze nog niet kunnen leren door de coronarestricties. Ze hoopt binnenkort het AZC te kunnen verlaten. Het wachten is op een huis in Scherpenzeel.
Wat wil ze zelf? ‘Ik wil lesgeven. Ik heb een bachelor in Veterinary Sciences en een master in Animal Care gehaald in Kabul. Ik weet niet wat die opleidingen in Nederland waard zijn. Misschien kan ik een PhD doen. Het mooie is: ik kan plannen maken.’

Voorlopig is ze toch nog betrokken bij de lerarenopleiding in Kabul. Ze heeft net een workshop gedaan in Wageningen over afstandsonderwijs. ‘We willen dat de studenten die aan de landbouwopleiding zijn begonnen, hun opleiding kunnen afmaken. Ik ben nog steeds een medewerker van NAEC. Misschien krijg ik hiervoor betaald, maar dat vind ik het belangrijkste niet. Ik wil vooral de vrouwelijke studenten helpen in Afghanistan.’

Toekomst onzeker
‘Ik heb nog steeds het idee dat ik in een slechte droom zit’, zegt Ezzat-Ullah Murad. Vorige zomer was hij nog general manager van het National Agriculture Education College (NAEC) in Kabul en nu is hij vluchteling in Nederland. Naast hem knikt Hamdullah Tokhi, de voormalige dean van de lerarenopleiding. Vorig jaar waren ze heel druk met de voorbereiding van de nieuwe 4-jarige lerarenopleiding en hadden ze net goedkeuring gekregen van het Afghaanse onderwijsministerie toen de Taliban de hoofdstad onverwacht binnenvielen, de school dicht ging en Ezzat en Tokhi op de evacuatielijst werden gezet. Nu zitten ze met hun gezin verspreid over Nederland.

Vandaag zijn ze terug in Wageningen; ze hebben beiden een professional masteropleiding bij hogeschool Larenstein gedaan toen die nog in Wageningen zat en hebben daarna NAEC in Kabul opgezet. En hoewel ze zijn gevlucht, zijn ze ook nu nog betrokken bij de lerarenopleiding. Ze hebben net een workshop over afstandsonderwijs gedaan en worden waarschijnlijk binnenkort voor 3 maanden ingehuurd door het Wageningen Center for Development Innovations (WCDI) om het afstandsonderwijs voor vrouwelijke studenten van NAEC vorm te geven.

De toekomst van de lerarenopleiding in Kabul is onzeker. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft geld beschikbaar gesteld tot mei dit jaar, dan stopt ook de bijdrage van WUR. Ezzat en Tokhi zijn bezorgd over de toekomst en hopen dat er nieuwe donoren worden gevonden voor de komende drie jaar zodat NAEC kan uitgroeien tot de eerste agrarische hogeschool van Afghanistan. Ze hopen op een vervolg, zodat ze hun expertise kunnen inzetten blijven bij NAEC of vergelijkbare projecten. De Taliban zouden inmiddels hun steun hebben uitgesproken aan NAEC en vrouwenonderwijs, maar de politieke situatie in Afghanistan is nog onduidelijk en onzeker. Zowel Ezzat als Tokhi huiveren om terug te gaan naar Afghanistan omdat daar op dit moment teveel risico’s aan kleven.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.