De oorspronkelijk uit Zuid-Amerika afkomstige beverrat (Myocastor coypus) is onder andere te herkennen aan z’n witte snorharen en grote, oranje snijtanden. Foto Shutterstock Voor het eerst is het gelukt een beverrat te vangen met een ‘slimme’ vangkooi, meldde waterschap Rivierenland vorige week. WUR-plaagdierexpert Bastiaan Meerburg ziet de potentie.
Gebruik van technologie bij plaagdierbestrijding is op zich niet nieuw. In de glastuinbouw vliegen bijvoorbeeld al hyperwendbare mini-drones rond die in staat zijn autonoom schadelijke insecten op te sporen en te vernietigen. Maar bij rattenbestrijding zijn technologische toepassingen nog een noviteit, weet Meerburg.
Forse jongens
De mede door studenten Toegepaste Biologie van de HAS Hogeschool ontwikkelde slimme vangkooi werkt op basis van beeldherkenning en kunstmatige intelligentie. Via een bewegingssensor, camera en een modem-koppeling naar een database wordt vastgesteld of het dier in de kooi een beverrat is. Zo ja, dan valt het deurtje dicht en gaat er een signaal naar de rattenvanger van dienst. Kruipt een ander dier naar binnen, zoals een eend of een otter, dan kan dat de val ongestoord verlaten.
Dat deze slimme technologie juist bij beverratten wordt ingezet, begrijpt Meerburg wel. ‘Het zijn exoten die net als muskusratten grote schade kunnen aanrichten aan waterkeringen. En het zijn echt forse jongens; ze wegen wel zo’n 6 tot 10 kilo’, schetst hij. In Nederland komen beverratten vrijwel alleen voor in de grensstreek met Duitsland, waar ze zo veel mogelijk worden weggevangen om verdere verspreiding te voorkomen.
Zowel economisch als ethisch wil je bijvangst zo veel mogelijk vermijden
Plaagdierexpert Bastiaan Meerburg
‘Hoe specifieker het vangsysteem, hoe beter. Zowel uit economische als uit ethische overwegingen wil je bijvangst zo veel mogelijk vermijden’, aldus Meerburg. Hij dicht de slimme vangkooien dan ook goede kansen toe voor de bestrijding en op termijn ook monitoring van bever- en muskusratten. Of ze ook werken bij bruine en zwarte ratten, is voor hem nog een vraag. ‘Dat zijn zulke intelligente dieren, die ook heel goed in staat zijn te leren van elkáár. De praktijk zal moeten uitwijzen of dat niet te veel slimheid is voor een slimme vangkooi.’
