WUR en het regeerakkoord: stikstof, water en klimaat

WUR leverde adviezen aan het landbouw-ministerie. Resource sprak Ernst van den Ende.
Minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal-Zeggelink (VVD), op weg naar het Logement voor een gesprek met formateur Mark Rutte. 5 januari 2022 – Minister voor Natuur en Stikstof, Christianne van der Wal-Zeggelink (VVD), op weg naar het Logement voor een gesprek met formateur Mark Rutte. Zij moet de komende jaren onder meer de stikstofproblematiek aanpakken. Foto ANP/Robin Utrecht

Het nieuwe kabinet wil in 2030 de broeikasgasemissies met zestig procent verlagen en de stikstofuitstoot zodanig terugbrengen dat driekwart van de Nederlandse natuur zich kan herstellen. WUR leverde adviezen aan het ministerie van LNV over deze opgaven. Resource vroeg Ernst van den Ende, de nieuwe directeur van Animal Sciences Group, hoe kansrijk de plannen zijn.

Welke opgaven liggen voor?
‘Centraal staat de stikstof, een van de grootste knelpunten van het vorige kabinet. Door de stikstofproblematiek zitten industrie, woningbouw en veehouderij op slot, dus moet de stikstofuitstoot omlaag om weer te kunnen bouwen en ondernemen. WUR kijkt daarbij specifiek naar de ammoniakuitstoot van de landbouw, met name de veehouderij, en heeft steeds aangegeven: neem dan ook gelijk de klimaatopgave en de waterkwaliteit mee, want Nederland voldoet nog niet aan de Kaderrichtlijn Water. Bekijk het integraal, zodat er een totaalperspectief ontstaat voor boeren.’

Welke maatregelen zijn goed voor zowel stikstof, klimaat en water?
‘Dat kan per gebied verschillen. De problematiek op De Veluwe, waar je te maken hebt met stikstofgevoelige natuur, is anders dan in het veenweidegebied, waar methaanuitstoot uit de veenbodem centraal staat. Daarom adviseren wij: bekijk per gebied wat de beste maatregelen zijn. De ammoniakuitstoot van veehouders slaat in de omgeving neer, dus ook om die reden is een gebiedsgerichte aanpak handig.’

Hoe wil het kabinet het aanpakken?
‘Het regeerakkoord noemt drie maatregelen: technische maatregelen om de emissies op de boerderij te verlagen; boerenland opkopen en afwaarderen zodat extensieve veehouderij mogelijk is en vervuilende bedrijven opkopen. De uitvoering is lastig. Bij het opkopen van boerenbedrijven wil de overheid het liefste gericht bedrijven nabij natuurgebied opkopen, want dat heeft het meeste effect. Dat betekent een onteigeningsprocedure die jaren kan duren, terwijl we morgen de stikstoflast en methaanuitstoot willen verlagen. Vrijwillige aankoop, waarbij de boer de keuze maakt, is minder effectief maar kan sneller. En je hebt innovaties nodig op de boerderij die de boeren snel kunnen invoeren.’

Is techniek de oplossing?
‘Techniek alleen is niet de oplossing, je hebt een combinatie van maatregelen nodig. Elk jaar stoppen er bedrijven; dat helpt. Boeren schaffen nieuwe systemen aan die de ammoniakuitstoot verlagen; dat helpt. En bedrijven in veenweidegebied en rond natuurgebieden moeten extensiveren om de uitstoot te verlagen. Extensiveren betekent een krimp van de veestapel. Veehouders moeten een ander verdienmodel ontwikkelen, waarbij ze ook inkomsten halen uit natuurbeheer, waterberging of landschapsonderhoud. Voor dergelijke publieke taken moet de overheid dan geld uittrekken.’

Waar moet de veestapel krimpen?
‘Er komen gebieden in Nederland waar veehouders vergaand rekening moeten houden met natuur- , water- en klimaatvoorwaarden en daardoor moeten extensiveren of stoppen. Dat is zuur voor de boeren. Veel bedrijven zijn best duurzaam, met weinig effect op het milieu. Het probleem is meer dan we teveel bedrijven hebben op een klein oppervlakte, die samen zorgen voor te veel emissies. We willen in Nederland alles op een klein oppervlakte, maar dan kan niet, we moeten keuzes maken. Dat zei de commissie-Remkes, die de stikstof-problematiek onderzocht, ook al: niet alles kan overal.’

Moet de overheid vaststellen wat waar kan?
‘Dat is echt lastig, want er spelen meerdere beleidsdoelen. We willen meer woningen, we willen meer wind- en zonneparken ten behoeve van de energietransitie en we willen, kijkend naar het Farm to Fork-beleid van de EU, 25 procent biologische bedrijven in Nederland. Besef hierbij dat biologisch extensiever is en dat er dus meer grond nodig is voor de landbouw. Hoe borg je dat de grond die straks vrijkomt bij uitkoop van boeren, beschikbaar is voor extensieve of biologische landbouw of natuur, in plaats van dat er datacentra, zonneparken of dure villa’s op komen? Ik heb daar geen antwoord op.’

Welke antwoorden geeft WUR dan?
‘Wij leveren feiten aan hoe je de natuurwaarde van natuurgebieden kunt verbeteren en ontwikkelen perspectieven voor boeren. Daarbij kun je denken aan technische innovaties, maar ook aan concepten als kringlooplandbouw en natuur-inclusieve landbouw, waarbij ook het verdienmodel voor boeren aan bod komt. En we spelen een rol om dit vorm te geven in gebiedsprocessen. Dat laatste wordt nu heel belangrijk, want aan de hand van de stikstof-, klimaat- en wateropgave moeten we Nederland opnieuw inrichten. Daar spelen we graag een rol bij.’

De provincies moeten het voortouw nemen?
‘De Rijksoverheid heeft veel bevoegdheden op gebied van landbouw, natuur en milieu verschoven naar de provincies. Die moeten met plannen komen. Edo Gies (senior onderzoeker Dynamiek Ruimtegebruik, red.) en Tia Hermans (domeinleider Agro & Natuur, red.) hebben al een studie gedaan voor de Provincie Gelderland hoe die de natuurdoelen kan halen. Zij komen op een combinatie van technische maatregelen op de boerderij en gericht opkopen van veebedrijven in de Gelderse Vallei. Maar ook daar is de vraag: lukt het om de grote milieubelasters uit te kopen of kun je beter in overleg gaan met de boeren over extensivering van hun bedrijf om de natuurwinst te boeken?’

Legt de stikstofproblematiek fundamentele problemen in onze voedselvoorziening bloot?
‘We hebben het maar steeds over de boeren, maar in de basis heeft ons consumptiegedrag een slechte invloed op natuur en klimaat. Als wij met de auto naar de supermarkt rijden, dan stoten we veel CO2 uit. Als de bewuste consumenten uit Aerdenhout in het weekend naar de biologische boerderijverkoop rijden in hun SUV, gebeurt dat ook. Als de vraag naar voedsel niet verandert, dan kun je de veestapel krimpen, maar dan verandert er niet echt iets.’

Want?
‘Dan verplaats je het probleem. Als de Nederlandse landbouw fors krimpt, krijg je import van voedsel, waarbij je maar moet afwachten hoe duurzaam die producten zijn. We zeggen wel makkelijk “het voedsel in Nederland moet duurder worden”, maar als dat ertoe leidt dat mensen in de supermarkt voortaan kiezen voor vlees uit Brazilië of de VS, dan verplaats je de stikstof- en klimaatproblematiek. We praten wel veel over de exportpositie van onze landbouw, maar we moeten het ook hebben over de importpositie: hoe afhankelijk willen we zijn van voedsel en grondstoffen uit het buitenland?’

De tuinbouw, de meest renderende en innovatieve voedselsector, komt niet in het regeerakkoord voor.
‘Klopt, in de groententeelt en sierteelt onder glas worden de hoogste inkomens gehaald, blijkt telkens uit de jaarlijkse inkomenscijfers in de land- en tuinbouw. De glastuinbouw verbruikt veel gas en heeft een enorme opgave om over te schakelen naar duurzame energiebronnen, maar is goed op weg. Sommige tuinders zijn al klimaatneutraal doordat ze CO2 afnemen van de industrie in Rotterdam. Een groep tuinders in Noord-Holland is overgeschakeld op geothermie en gebruikt de warmte van het datacenter van Microsoft om hun kassen te verwarmen. Dat lijkt mij een stuk duurzamer dan het geplande datacentrum in Zeewolde. Ook hier is ruimtelijke ordening gewenst, zodat de overheid datacentra in de buurt zet van kassen en woonwijken die de warmte kunnen benutten.’

  • Regeerakkoord in een notendop
  • Het kabinet wil 60 procent CO2-reductie in 2030. Er komt een klimaatfonds van 35 miljard euro voor energietransitie, industrie en verkeer, zodat de energievoorziening in 2030 klimaatneutraal is. De landbouw moet zich richten op verlaging van het kunstmestgebruik, minder methaanuitstoot van koeien en minder broeikasgassen uit veenweidegebied;
  • Er komt een transitiefonds van 25 miljard euro voor gebiedsgericht natuur- , klimaat- en waterbeleid. De stikstofemissies moeten halveren in 2030, zodat driekwart van Nederlands natuurgebied onder de kritische depositiewaarde komt;
  • Er is ruim 6 miljard beschikbaar voor opkopen van bedrijven en vee; bijna 6 miljard voor afwaardering van intensieve naar extensieve landbouwgrond; 2 miljard voor natuur-inclusieve landbouw en 1 miljard voor innovatieve stalsystemen;
  • Er komt een grondbank voor het verplaatsen van veebedrijven en het extensiveren van landbouwgrond naar zogenoemde ‘landschapsgrond’, waar boeren ook ecosysteemdiensten leveren;
  • De omschakeling van chemische bestrijdingsmiddelen naar geïntegreerde gewasbescherming wordt versneld.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.