Eten we daarom zo slecht?

Het brein onthoudt de vindplek van calorierijk voedsel het best.
Foto: Shutterstock

Steeds meer mensen in de westerse wereld zijn te dik. Hoe komt dat? Wetenschappers zijn al geruime tijd op zoek naar de oorzaken. Onderzoeker Rachelle de Vries licht een (flinke) tip van de sluier op: we zijn mogelijk voorgeprogrammeerd. Dat wil zeggen: we hebben een beter geheugen voor de locatie van calorierijk dan voor caloriearm voedsel.

De Vries (Indonesische met Nederlandse roots) promoveerde afgelopen week op haar studie Foraging minds in modern food environments. Met experimenten laat ze zien dat ons brein ernaar neigt (wetenschappelijk: een bias heeft) de plek van energierijk voedsel beter te onthouden dan van eten met minder calorieën. En die neiging heeft potentiële negatieve gevolgen voor ons koop- en dus eetgedrag.

Dat ons brein zo’n voorkeur heeft, ligt evolutionair voor de hand. Toen de mens nog jager/verzamelaar was, was energierijk voedsel niet altijd aanwezig. Een goed geheugen voor de juiste plekken gaf volgens De Vries daarom een voordeel in de strijd om te overleven. Het brein heeft zich waarschijnlijk daarom in die richting ontwikkeld. En die aanpassing werkt nog steeds, ook nu calorierijk voedsel letterlijk continu onder handbereik is.

Chips

De Vries toont dat aan met proeven in het lab en daarbuiten tijdens Lowlands Science 2018. Proefpersonen onthouden beter waar calorierijke producten liggen. Fruit en groente legt het af tegen chips en friet. Die bias blijft overeind, ook als wordt gecorrigeerd voor de voorkeur van mensen voor – of de bekendheid met – bepaalde producten. Die voorkeursbehandeling van het brein lijkt bovendien universeel.

De invloed van die bias op het koopgedrag is ingewikkelder. Deelnemers met een sterkere expressie van de bias dachten hoogcalorisch voedsel sneller te vinden, legt De Vries uit. In gemeten tijd bleek dat verschil er niet te zijn. ‘Het gaat dus om de perceptie. En die liep in de pas met de mate van hun bias.  Dat laatste is volgens De Vries belangrijk.

Proefpersonen die denken dat ze makkelijker calorierijk voedsel vinden, zijn ook eerder geneigd calorierijke producten te kopen of fastfood restaurants te bezoeken

Rachelle de Vries, Consumptie en Gezonde Levensstijl

‘Proefpersonen die denken dat ze makkelijker calorierijk voedsel vinden, zijn ook eerder geneigd calorierijke producten te kopen of fastfood restaurants te bezoeken. Er is dus een correlatie tussen dat gemak en het eetgedrag, tussen die bias en hoe vaak snackvoedsel wordt gekocht. En dat zie je weer terug in de bmi.’

Beteugelen

Dat alles betekent overigens niet dat we dankzij ons geheugen gedoemd zijn allemaal dik te worden. De Vries: ‘Die bias is er, waarschijnlijk als erfenis van vroeger, maar we kunnen desondanks gezond eten door ‘m te beteugelen en onder controle te houden. We zijn geen slaaf van die bias.’ Al is de een daar dus beter in dan de ander. Goed nieuws is ook dat het afleren van die neiging om anders te reageren op calorierijk voedsel trainbaar is.

Voorbeeld van zo’n training is volgens De Vries de inhibitory control training, waarbij je leert om niet te reageren op beelden van calorierijk voedsel. ‘We zagen in mijn experimenten dat mensen met een betere controle beschermd lijken tegen de ongezonde gevolden van die bias. Maar veel hangt af van hoe sterk je motivatie is om het gedrag te willen veranderen.’

Maar het kan ook anders. ‘De voedselomgeving moet veranderen’, zegt de Vries. ‘In een omgeving met minder energierijk voedsel komt die geheugenbias veel minder vaak aan bod.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.