Typical Dutch: Masker

Nederlanders ‘lost in translation’: een gezichtsmasker is geen mondmasker.
Illustratie: Henk van Ruitenbeek

Op een dag plande ik een treinreis naar Amsterdam. Ik bekeek de coronaregels op de website van de NS. Daar las ik dat het verplicht is om een gezichtsmasker te dragen en dat die te koop is op de stations, zowel in winkels als via automaten.

Toen ik las ‘gezichtsmasker’, dacht ik dat een soort scherm bedoeld werd dat je hele gezicht bedekt. Maar zeker wist ik het niet. Dus ik sloeg aan het googlen. Ik kwam websites tegen waar over ‘gezichtsmaskers’ gesproken werd, maar ook websites waar het ging over ‘mondmaskers’. Aha, dacht ik, misschien is een gezichtsmasker een soort schild voor je hele gezicht en een mondmasker een bescherming voor je mond en neus.

Het bleek een voorbeeld van Nederlanders lost in translation

Toen ik op de dag dat ik naar Amsterdam reisde, op het station op zoek ging naar een automaat, zag ik daarin alleen mondmaskers en geen gezichtsmaskers. En in de hal en op de perrons zag ik vervolgens ook alleen maar mensen met mondmaskers en niemand met een gezichtsmasker. Nou ja, dacht ik, dan zal die regel wel zijn afgeschaft.

Later vroeg ik aan Nederlandse vrienden hoe het nou precies zat. Zij vertelden dat ‘gezichtsmasker’ en ‘mondmasker’ verschillende woorden voor hetzelfde product zijn. Ze worden door elkaar heen gebruikt. Het woord ‘mondmasker/mouth mask’ is gewoon een voorbeeld van Nederlanders ‘lost in translation’.

Ik heb het even gecheckt via Google en daar ontdekte ik dat inderdaad alleen Nederlanders het woord ‘mondmasker/mouth mask’ gebruiken.

Deze Typical Dutch is ingestuurd door Ibnu Budiman, promovendus bij de leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij uit Indonesië.

Heb jij een leuke anekdote over een ‘typisch Nederlands’ ervaring? Stuur hem ons (max. 300 woorden)! Beloning bij plaatsing is 25 euro en een pot Nederlandse snoepjes. resource@wur.nl

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.