Afrikaanse economieën houden elkaar klein

Historicus Ewout Frankema onderzocht waarom de economische ontwikkeling van Afrika achter bleef.
Ewout Frankema Ewout Frankema. Foto Duncan de Fey

Waarom bleef de economische ontwikkeling in Afrika de laatste vijftig jaar achter bij de rest van de wereld? De Wageningse historicus Ewout Frankema onderzocht deze vraag. ‘Regionale integratie is de sleutel tot succes.’

De verschillen tussen Afrikaanse landen zijn groot, maar toch kunnen we hun moeizame economische ontwikkeling goed over één kam scheren, stelt Ewout Frankema, hoogleraar Agrarische- en Milieugeschiedenis in Wageningen. ‘Het lijkt erop dat Afrikaanse economieën elkaar niet opstuwen. Er is geen dynamiek die ervoor zorgt dat ze van elkaar kunnen profiteren.’

In andere delen van de wereld gebeurde dat de afgelopen eeuw juist wel. Zo is de vorming van de Europese Unie cruciaal geweest voor de snelle toename van handel en kapitaalverkeer tussen Europese landen na de Tweede Wereldoorlog. Daarvan profiteerden met name de arme Europese landen. In Azië vond aan de hand van vooruitstrevende economieën als Japan en China een soortgelijk proces plaats. Frankema: ‘Ook landen in Zuidoost-Azië die gebukt gingen onder langdurig schrikbewind en die economisch geïsoleerd waren, begonnen te groeien nadat ze zich open stelden voor regionale integratie.’

Maar waarom kwam zo’n proces van regionale integratie in Afrika niet tot stand? Frankema ontving in 2012 een Vidi-beurs van wetenschapsfinancier NWO om deze vraag te beantwoorden. Vorige maand kreeg hij een vervolgbeurs, een Vici (1,5 miljoen euro), om het enorme verschil in ontwikkeling tussen Afrika en Zuidoost-Azië vanaf 1970 te verklaren.

Hoe beoordeel jij regionale ontwikkeling?

‘Ik kijk in de eerste plaats naar de handel tussen landen. Daarbij is het opvallend dat Afrikaanse landen nog geen 10 procent van hun producten naar buurlanden exporteren; dat is extreem laag. In Azië is dat gemiddeld 50 procent. Ten tweede kijk ik naar kapitaalstromen, dus de investeringen in de economie. Waar komen die vandaan en in welke sectoren wordt geïnvesteerd? En ten derde betrek ik de migratiepatronen op lange termijn erbij, dat is een enorm onderschat aspect. In Zuidoost-Azië ontstonden grote groepen arbeidsmigranten uit China en India, die zich vanaf het midden van de 19de eeuw vestigden in tropische gebieden waar behoefte was aan arbeid. Deze settler communities hebben het niet gemakkelijk gehad, maar ze brachten kennis mee en zetten bedrijven en commerciële netwerken op die gevoed werden door hun banden met het oude moederland. Een deel van die gemeenschap zit nu op schakelposities in de regionale economie.’

Na de onafhankelijkheid werden heel veel ‘buitenlanders’ uitgezet. Dat was niet bevorderlijk voor handel en ontwikkeling

In Afrika had je toch ook ondernemende migranten?

‘In Afrika was migratie van een andere aard. Rond 1850 was migratie vaak nog verbonden aan de slavenhandel. In de koloniale periode was er een forse toename van vrijwillige arbeidsmigratie, maar na de onafhankelijkheid werden heel veel ‘buitenlanders’ uitgezet. Nigeria bijvoorbeeld zette begin jaren tachtig naar schatting 3 miljoen mensen het land uit. In Oeganda en Tanzania werd de Indiase gemeenschap, die sleutelposities bekleedde in de economie, gedeporteerd. Dat was niet bevorderlijk voor handel en ontwikkeling. Een deel van deze migratiegeschiedenis publiceren we binnenkort in een boek over Afrikaanse migratie.’

Waarom is de onderlinge handel zo klein tussen Afrikaanse landen?

‘Die regionale handel is in veel gevallen de nek omgedraaid in de koloniale periode. Onder koloniaal bewind werden de Afrikaanse economieën nog verder op het pad gezet van de export van delfstoffen en tropische gewassen en die producten gingen vooral naar het moederland.’

Er kwam na de onafhankelijkheid toch veel ontwikkelingshulp?

‘De omvang van die hulp moet niet overdreven worden, veel kwam in de vorm van leningen. Na de onafhankelijkheid van veel Afrikaanse staten is er een decennium lang optimisme geweest over de ontwikkeling van Afrika. Veel Afrikaanse leiders verkondigden het pan-Afrikaanse ideaal, ieder was elkaars gelijke, maar dat ideaal is een snelle dood gestorven. Steeds meer politieke leiders ontpopten zich al snel als autocraat. Waar de oppositie werd onderdrukt en vervolgd, vluchtten mensen vaak naar het buurland. Dat kwam de onderlinge verhoudingen niet ten goede, de koloniale grenzen werden dus harder. Daar komt bij dat de nieuwe regeringen grote sommen geld leenden tegen lage rentes, vanwege de overvloed aan oliedollars in de jaren zeventig. Maar in de jaren tachtig stegen de rentes, daalden de wisselkoersen en raakten de meeste Afrikaanse economieën verstrikt in een langslepende schuldencrisis. Ze werden gedwongen neoliberale hervormingen door te voeren.’

Dat uitgebreide geldlenen is een klassiek voorbeeld van imperialisme

Dat tastte de ontwikkeling aan?

‘Net op het moment dat de Groene Revolutie* in Afrika de finale impuls had moeten krijgen, werd de geldkraan dicht gedraaid. Aziatische landen investeerden in de ontwikkeling van de landbouw met betere zaden en bestrijdingsmiddelen, en subsidieerden het platteland, terwijl de aandacht van Afrikaanse landen op advies van Westerse beleidsmakers gericht was op industriële ontwikkeling in de steden. Dat pakte desastreus uit voor het Afrikaanse platteland. De markt die alles moest oplossen, bewoog in de richting van grootschalige voedselimporten, in plaats van lokale boeren in staat te stellen de groeiende steden te voeden.’   
*De groene revolutie is de grote landbouwrevolutie die zich tussen 1960 en 1980 voornamelijk in de Aziatische landbouw voltrok.

Zijn er Afrikaanse landen die de regio een impuls kunnen geven?

‘Je hebt in Afrika twee grote regionale motorblokken: Zuid-Afrika en Nigeria. Die pakken de rol van economische leider amper. Zuid-Afrika niet, omdat het teveel binnenlandse problemen heeft door haar complexe raciale geschiedenis. Zuid-Afrika heeft de meest geïndustrialiseerde economie van Afrika en heeft een hoogwaardige dienstensector, maar de arme zwarte meerderheid zit niet te wachten op het openen van de economie voor arbeidsmigranten die concurreren om banen. Dus Zuid-Afrika heeft de grenzen voor arbeidsmigranten op slot gegooid. De grote ongelijkheid speelt Zuid-Afrika parten.’

‘Nigeria, met ruim 200 miljoen inwoners de grootste economie van Afrika, heeft lang gedraald met de ondertekening van het verdrag voor een Afrikaanse vrijhandelszone, de African Continental Free Trade Area, die is geratificeerd door 44 Afrikaanse landen. De overeenkomst moet handelsbarrières opheffen. In potentie betekent dit een enorme impuls voor de onderlinge handel, maar het blijft afwachten of het verdrag zorgt voor verdere diversificatie van Afrikaanse economieën, zodat hun verdienmodel breder wordt dan de export van mijnbouwproducten en tropische  gewassen.’

De bevolkingsgroei biedt nieuwe perspectieven: meer mensen betekent meer brainpower

Maar de economie in Afrika groeit wel.

‘De Afrikaanse economie groeide de laatste 25 jaar en de relatieve armoede in Afrika daalde. Maar de armoede steeg in absolute aantallen, omdat de bevolking in Afrika sneller groeit dan de relatieve armoede afneemt. Het uitbannen van armoede in Afrika in 2030 gaat in dit tempo zeker niet lukken. Afrika heeft een langdurige periode van snelle groei nodig, zoals China in de afgelopen veertig jaar.’

Wat is de invloed van China op de Afrikaanse economie?

‘De vergelijking met de Europese kolonisatie van Afrika wordt vaak gemaakt, maar die gaat niet helemaal op. China zit wel primair uit eigenbelang in Afrika, maar trekt geen nieuwe grenzen door het continent, heft geen belasting en voert geen politiek van grootschalige gedwongen arbeid, zoals de Europeanen destijds wel deden. Maar er zijn ook parallellen. De Chinezen investeren in wegen en spoorlijnen die naar de zeehavens lopen (net als in de koloniale periode), wat de handel met China ten goede komt, maar niet die met naburige landen. Bovendien stuurt China veel Chinese arbeiders naar Afrika, waar zij werk doen waar ook Afrikanen een boterham aan hadden kunnen verdienen. Mijn grootste zorg zijn de leningen die China verstrekt aan Afrikaanse overheden. Die rekening moet eens worden voldaan. Ik sluit een nieuwe schuldencrisis in Afrika niet uit. Dat uitgebreide geldlenen is wel een klassiek voorbeeld van imperialisme.’

Zijn er kansen voor Afrika?

‘Er zijn altijd kansen. Zo kan Afrika op dit moment inspelen op de energietransitie. Zonnepanelen zijn een uitkomst voor miljoenen rurale huishoudens in Afrika. En door de digitale revolutie kunnen Afrikanen makkelijker kennis ophalen en hun geldzaken regelen zonder afhankelijk te zijn van banken. Ook de bevolkingsgroei biedt nieuwe perspectieven: meer mensen betekent meer brainpower.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.