Overlast jeukrups valt mee

Nu het jeukseizoen voorbij is, blijkt de overlast door de eikenprocessierups dit jaar mee te vallen.
Foto: Shutterstock

‘We zien dit jaar niet de piek aan overlastmeldingen zoals vorig jaar’, zegt WUR-ecoloog Joop Spijker van het Kenniscentrum Eikenprocessierups. Maar hij neemt wel een slagje om de arm. ‘Het is een aanwijzing dat er minder overlast is. Maar het kan ook met corona te maken hebben, dat mensen minder snel naar de huisarts gaan.’

Aandacht

In hoeverre klachten bij de huisarts aan de jeukrups kunnen worden toegeschreven is niet duidelijk. ‘In 2019 was er bij huisartsen een piek aan meldingen van huidirritatie. Maar je weet niet zeker of dat gerelateerd is aan rupsen. Huisartsen houden niet bij of een melding door rupsen komt of niet.’ Spijker wijst ook op de grotere aandacht van de media vorig jaar voor de jeukrups. ‘Dat leidt vanzelf tot meer klachten.’

Er waren minder nesten en die waren bovendien kleiner dan vorig jaar

Joop Spijker, Kenniscentrum Eikenprocessierups

Hoe dan ook lijkt de ‘plaagdruk’ dit jaar een stuk minder. Dat werd eerder al duidelijk uit monitoring van een kleine honderdduizend eiken die niet preventief zijn behandeld. Vorig jaar was de helft van die bomen besmet met eikenprocessierupsen, dit jaar maar een derde. ‘Er waren minder nesten en de nesten waren bovendien kleiner dan vorig jaar’, zegt Spijker. ‘Wel zijn er regionale verschillen. In Zuid-Oost Drenthe bijvoorbeeld was de plaagdruk hoog.’

In de nesten troffen de onderzoekers bovendien hulptroepen aan in de vorm van natuurlijke vijanden van de rups. Spijker: ‘Bepaalde kevers en sluipvliegen die hun eitjes leggen in rupsen en poppen, waardoor die van binnenuit worden opgegeten.’ De hulp zorgt ervoor dat minder vlinders uitvliegen om eipakketten in de bomen af te zetten. Spijker wijst tenslotte op de extra inspanningen van terreinbeheerders om de rups eronder te krijgen.

Feromoonvallen

Over all is de indruk dat er dit jaar minder rupsen waren. Of deze trend zich doorzet, wordt de komende weken duidelijk als de rupsen uitgroeien tot nieuwe vlinders. Met feromoonvallen wordt die nieuwe aanwas in kaart gebracht. ‘In die vallen vangen we de mannetjesvlinders’, legt Spijker uit. ‘De aanname is dat het aantal mannetjes gelijke tred houdt met het aantal vrouwtjes en dus het aantal eitjes dat wordt gelegd.’

De vallen, waarvan er honderden in het land staan, worden drie keer in het vliegseizoen geleegd: eind juli, half augustus en begin september. Het aantal vlinders weerspiegelt niet alleen het aantal rupsen dit jaar, maar is ook een aanwijzing voor de overlast die ons volgend jaar wacht. Zo viel de daling dit seizoen al min of meer af te leiden uit de vallen-opbrengst van vorig jaar. Die was aanzienlijk lager dan die in 2018.

Lees ook:

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.