Grote studie naar duurzaam kappen

Kappen van bos is van alle tijden. Maar wat zijn de gevolgen van de verschillende vormen van kap voor het bos? En hoe kun je duurzaam kappen? Bosecoloog Frank Sterck zoekt het uit.
Een aantal van de gekapte bomen wordt ter plekke gewogen, zoals deze beuk op de Buunderkamp Foto: Frank Sterck.

De studie waar Sterck leiding aan geeft, lijkt een reactie op de commotie in den lande over boskap. Maar niks is minder waar, zegt Sterck. De omvangrijke proef die hij leidt, is al in februari en maart van dit jaar ingezet. Het idee was er al veel eerder. Doel van de proef is uit te vogelen welke vorm van kap het beste is voor het bos en tegelijkertijd voldoende productie van hout oplevert. 

Klepelen

De druk op onze bossen neemt steeds meer toe, licht Sterck toe. ‘Bossen worden steeds intensiever gebruikt. Niet alleen de stammen, maar ook de takken en toppen worden tegenwoordig geoogst. Wat voor gevolgen heeft dat voor het bos? Kan het zich herstellen? Hoeveel bomen kun je eigenlijk weghalen? En is klepelen, het mengen van de toplaag van de bodem met plantaardig materiaal, goed of juist niet? Dat zijn grote vragen voor bosbeheerders.’

 Bossen worden steeds intensiever gebruikt. Niet alleen de stammen, maar ook de takken en toppen worden tegenwoordig geoogst 

Frank Sterck

Een groot kapexperiment met beuk, douglas en grove den moet antwoord geven op die fundamentele vragen. Op vijf locaties in Nederland zijn daarom dit voorjaar in totaal 15 plots van een hectare bos ‘bewerkt’. Op elke locatie voor elke soort een plot. Een kwart van de bomen in elk plot mocht blijven staan als controle. In de overige kwarten vond hoogdunning (2/3 blijft staan), schermkap (1/3) of kaalkap (alles weg) plaats. Binnen de kwart hectaren zijn klepelen en takhoutafvoer als extra behandelingen toegevoegd.

Frank Sterck

Kringlopen

‘Een gigantische karwei’, kijkt Sterck terug. ‘Daar is zes weken fulltime door PhD’er Marleen Vos en een groot team aan gewerkt.’ Een deel van de gekapte bomen werd vervolgens bemonsterd om de samenstelling qua nutriënten in kaart te brengen. Want daar draait het project met name om: wat is het gevolg van al die verschillende bewerkingen op de kringlopen van voedingsstoffen en koolstof.

‘Het gaat om vier stromen van nutriënten die we in kaart willen brengen’, legt Sterck uit. ‘Kap en uitspoeling van nutriënten vormen de afvoer, depositie uit de lucht en bodemverwering zorgen voor de aanvoer. De verschillende vormen van beheer bepalen de uiteindelijke balans. De openheid van het bos, bijvoorbeeld, heeft gevolgen voor hoeveel voedingsstoffen vanuit de lucht worden ingevangen en hoeveel er uitspoelt in de bodem.’

Proefschrift

Drie van de locaties van de proef bevinden zich op de Veluwe, de andere twee in Brabant. Het experiment duurt drie jaar en wordt gefinancierd door de NWO. Aan de studie doen Staatsbosbeheer, kroondomein Het Loo, park De Hoge Veluwe, de Unie van Bosgroepen. Borgman Beheer Advies en Staro natuur en buitengebied mee. Promovendus Marleen Vos gaat er een proefschrift over schrijven. 

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.