Visie: ‘Klimaat-uitspraak hoogste VN-rechter geen toverstokje, wel een drukmiddel’

Chiara Macchi (Law Group): 'Alle staten hebben nu de plicht samen te werken tegen klimaatverandering.'
Het Vredespaleis in Den Haag waar het Internationaal Gerechtshof zetelt. Foto Shutterstock

Eilandenstaat Vanuatu – dat vanwege zeespiegelstijging veel overlast ervaart van klimaatverandering – wilde van de hoogste VN-rechters weten wat verplichtingen van staten zijn met betrekking tot klimaatverandering én wat er gebeurt als staten die verplichtingen niet nakomen. Eind juli kwam de rechterlijke adviesuitspraak van het Internationaal Gerechtshof. Resource vroeg universitair docent Chiara Macchi van de Law Group wat dit betekent.

1. Wat staat er in de adviesruitspraak?
‘In het Klimaatakkoord van Parijs hebben 195 landen in 2015 afgesproken dat ze zich inspannen om klimaatverandering tegen te gaan en de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad te houden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Zij mochten vervolgens allemaal hun eigen landelijke maatregelen vormgeven. Inmiddels blijkt dat niet alle landen zich voldoende inspannen, waardoor we steeds meer gevolgen merken van klimaatverandering.

‘Het Internationaal Gerechtshof zegt nu dat landelijke maatregelen in overeenstemming moeten zijn met de opdracht van maximaal 1,5 graad opwarming; dat ze zo ambitieus mogelijk moeten zijn; gebaseerd op de best beschikbare wetenschappelijke kennis van het IPCC (het Intergovernmental Panel on Climate Change van de Verenigde Naties, red.) en dat ze steeds strenger moeten worden over tijd. Dit advies is geen bindende uitspraak, maar is wel zeer gezaghebbend omdat het bepaalt hoe nationale en internationale rechters wetten interpreteren. Deze uitspraak van het Internationaal Gerechtshof maakt in ieder geval een einde aan het narratief van staten dat zij volledige vrijheid hebben in hoe zij klimaatverandering aanpakken.’

2. Dus nu kunnen landen aangesproken worden op niet bestaand of laf klimaatbeleid?
‘Ja, volgens het Internationaal Gerechtshof is het tegengaan van klimaatverandering een zogenoemde erga omnes-verplichting – een verplichting die staten hebben ten aanzien van de internationale gemeenschap, alle landen als geheel. Dat betekent ook dat het niet nakomen van zulke verplichtingen alle landen aangaat – niet enkel de landen die door klimaatverandering worden getroffen. Ieder willekeurig land kan een ander land aansprakelijk stellen voor het niet nakomen van de verplichting, ongeacht of het aanklagende land schade heeft geleden door klimaatverandering. In de praktijk zal dat waarschijnlijk niet gebeuren, want dat kan geopolitieke spanningen opleveren.’

Ieder willekeurig land kan een ander land aansprakelijk stellen, ongeacht of het aanklagende land schade heeft geleden door klimaatverandering

Chiara Macchi, universitair docent bij de Law Group

3. Wat gaat er wel gebeuren?
‘Landen moeten van de VN-rechter meer samenwerken aangezien klimaatverandering een gemeenschappelijk probleem is. Ontwikkelde staten moeten onder meer financiële en technische ondersteuning bieden aan ontwikkelingslanden. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde bovendien dat de plicht van staten om samen te werken tegen klimaatverandering een regel is van internationaal gewoonterecht, wat betekent dat deze plicht op alle staten rust, ongeacht of zij de desbetreffende internationale verdragen – zoals dat van Parijs – hebben ondertekend.’

4. Kan deze uitspraak gebruikt worden als drukmiddel?
‘Maatschappelijke organisaties zoals Greenpeace en Milieudefensie kunnen landen (opnieuw) voor de rechter dagen. Ze kunnen via de rechter strenger klimaatbeleid afdwingen, want die zal dit advies gebruiken om de wet te interpreteren. Helaas is het advies geen toverstokje om regeringen te dwingen hun werk te doen, maar het kan een extra instrument zijn in de strijd tegen klimaatverandering. Dat is de beste hoop die we hebben.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.