Er komen fors minder nieuwe studenten naar Wageningen. Hoeveel precies is nog niet duidelijk, maar er zijn ruim 9 procent minder aanmeldingen dan vorig jaar en er waren 16 procent minder AID-lopers. Dat het om een flinke daling gaat, staat dus vast. Hoe erg is dat?
‘Voor kleinere verenigingen kan het zelfs het einde betekenen’
Daan Smit, president WSV Ceres
‘De daling is slecht nieuws voor het studentenleven. Als er minder studenten naar Wageningen komen, is er een kleinere vijver om uit te vissen voor de verenigingen. De ledenaantallen zullen overal dalen en het wordt nóg moeilijker om besturen en commissies te vullen en de vereniging goed draaiende te houden. Daar zijn we nu nog niet, maar als dit een paar jaar zo doorgaat, moeten we gaan bedenken waar gaan we snijden. Voor kleinere verenigingen kan het zelfs het einde betekenen. Dat zou echt heel zonde zijn. Het Wageningse studentenleven bestaat voor een groot deel uit de verenigingen. Lid zijn van een vereniging kan je studententijd en persoonlijke ontwikkeling enorm verrijken. Daarom moeten we samen met andere verenigingen, de gemeente en de universiteit gaan kijken wat we hieraan kunnen doen.’
‘We steken veel meer energie in studentenwerving, maar misschien hebben we daar iets te lang mee gewacht’
Dick de Ridder, onderwijsdecaan
‘WUR is de afgelopen tien á vijftien jaar natuurlijk fors gegroeid, dus een beetje krimp is niet erg. Maar het gaat wel wat harder dan we hadden verwacht. Wij leiden mensen op die de veranderingen kunnen brengen die nodig zijn in deze wereld, en daar zijn er meer van nodig dan ooit. Daarnaast zijn we heel goed in onderwijs, het staat hier echt centraal. We zijn niet voor niets twintig jaar op rij de beste volgens de Keuzegids. Het is jammer dat dat minder wordt gezien door studiekiezers. En minder studenten betekent ook minder geld vanuit de overheid. Bovenop de bezuinigingen die er al waren, kan dat nog een opgave worden voor de leerstoelgroepen.
‘Hoe we het tij gaan keren? We hebben onze opleidingen kritisch tegen het licht gehouden met een portfolio-analyse, we werken aan een meer coherent verhaal over wat Wageningen is voor de studiekiezers, en we steken veel meer energie in studentenwerving. Misschien hebben we daar iets te lang mee gewacht, maar de processen zijn in gang gezet.’
‘Wij moeten nu een groter deel van de gezamenlijke vakken financieren’
Marjolijn Coppens, opleidingsdirecteur Biologie
‘Elke opleiding wil het liefst een stabiele instroom. Ineens fors groeien is niet goed want dan stijgt de werkdruk. Een flinke daling wil je ook niet, want dan wordt het financieel uitdagend en je wilt voorkomen dat we mensen moeten gaan ontslaan.
‘Biologie blijft gelukkig stabiel, maar omdat andere opleidingen wel krimpen, worden wij toch financieel geraakt: wij moeten nu een groter deel van de gezamenlijke vakken financieren. Waarom Biologie stabiel blijft terwijl sommige andere opleidingen krimpen? Daar kan ik niet echt een vinger op leggen. We doen allemaal ons best en alle opleidingen zijn goed.’
‘Dat de instroom daalt is geen verrassing: demografische trends voorspelden dit al’
Bart van As, directeur Idealis
‘Wageningen University behoort tot de internationale top en wordt steevast door studenten zelf als beste universiteit van Nederland beoordeeld. Dat de instroom daalt is geen verrassing: demografische trends voorspelden dit al. Wat wél zorgelijk is, zijn de bredere ontwikkelingen: het politieke klimaat zorgt ervoor dat urgente thema’s waar WUR op excelleert – zoals klimaat, voedselzekerheid en biodiversiteit – minder aandacht krijgen. Tegelijkertijd voelen internationale studenten zich minder welkom, en zien we dat andere universiteiten opleidingen kopiëren terwijl het totale aantal studenten afneemt. Dat zet druk op de unieke positie van WUR.
‘Toch heb ik vertrouwen in de veerkracht van de universiteit. En vanuit Idealis versterken we de aantrekkingskracht van Wageningen als studentenstad. Dat doen we doordat we de laagste kamerhuurprijzen van Nederland hebben én door elke student een kamer aan te bieden in het eerste studiejaar. Dat is uniek voor Nederland, zeker in deze tijden van kamernood.’
‘In de fitnessruimte wordt het misschien wat rustiger’
Henri ten Klooster, hoofd Sports Centre de Bongerd
‘Elk jaar schaft tussen de 54 en 57 procent van de nieuwe studenten een sportkaart aan. Voor de sportverenigingen zal de dalende instroom waarschijnlijk niet gelijk grote gevolgen hebben, omdat die daling wordt verdeeld over 31 verenigingen. Maar als we meerdere jaren op rij fors krimpen, kan het voortbestaan van sommige verenigingen wel in gevaar komen. Er is nu samen met studentensportkoepel Thymos ook een duidelijke ondergrens van het aantal leden bij studentensportverenigingen vastgesteld: ze moeten minimaal vijftien leden hebben om ondersteuning te krijgen.
‘En aan de positieve kant: zo’n 60 tot 65 procent van de sporters gebruikt de fitnessruimte. Daar wordt het misschien wat rustiger door de dalende instroom.’
‘Uiteindelijk is een Utrechter geen Wageninger’
Ingrid Hijman hoofd Student Service Centre
‘Met alle problemen die er zijn in de wereld, hebben we altijd meer Wageningers nodig. Andere universiteiten pakken onze thema’s op, maar uiteindelijk is een Utrechter geen Wageninger. Even zwart-wit gezegd: in Utrecht bestuderen ze fenomenen en maken ze een rapport, maar in Wageningen is er ook al over gesproken met verschillende stakeholders en is er minimaal een alinea over toepassing.
‘Andere universiteiten hebben ingewikkelde beleidsplannen over welzijn. Wij hebben geen beleidsplan, maar hier gaan we gewoon aan de slag. Die aanpakkersmentaliteit is heel Wagenings. We zijn slim, praktisch, intrinsiek geïnteresseerd, en we lossen problemen op. ‘Hoe het anders kan? Misschien moeten we minder streng zijn met toelatingseisen. Nu moet je bijvoorbeeld natuurkunde, wiskunde en biologie hebben gehaald om Soil, Water, Atmosphere te studeren. Terwijl het belangrijker is of je gemotiveerd bent voor die studie dan dat je de juiste vakken hebt gevolgd op de middelbare school. Zo sluiten we onnodig veel mensen uit vanwege een keuze die ze als tiener hebben gemaakt.’