In vijftien jaar tijd is de steun voor natuurbehoud gegroeid. Uit een nieuwe langetermijnanalyse blijkt dat Nederlanders in 2021 natuurbeleid belangrijker vonden dan in 2006.
Wageningen Environmental Research peilt sinds 1996 elke grofweg vijf jaar hoe groot het draagvlak is voor natuurbehoud en bijbehorend beleid, vertelt universitair hoofddocent Arjen Buijs (Bos- en Natuurbeleid).‘Omdat de vragenlijsten van 2006, 2013, 2017 en 2021 vergelijkbaar zijn, kunnen we nu conclusies trekken over hoe de publieke houding in Nederland in die tijd veranderde.’
Uit het onderzoek blijkt dat mensen natuurbehoud belangrijk vinden en beleidsmaatregelen steunen die daaraan bijdragen, aldus Buijs. Tijdens de laatste enquête scoorden deze aspecten respectievelijk een drieënhalf en een vier op een schaal van vijf. ‘Die steun groeide langzaam maar gestaag, met een duidelijke versnelling tussen 2017 en 2021. Dat laatste is waarschijnlijk een positief gevolg van de coronapandemie: mensen gingen meer de natuur in en leerden haar meer waarderen.’
Gedragsverandering
Toch krijgt natuurbeleid niet de hoogste prioriteit. Buijs: ‘Ondanks dat respondenten natuurbeschermingsbeleid belangrijk vinden, moet dat beleid qua prioriteit het afleggen tegen andere politieke thema’s zoals gezondheidszorg, migratie en werkgelegenheid.’
Samen met collega’s onderscheidde Buijs vier groepen: de zogenoemde onverschilligen, passieve supporters, actieve supporters en steunpilaren. ‘De onverschilligen – met een negatieve houding ten opzichte van natuurbehoud – zijn over het algemeen ook het meest kritisch op beleid. Zij vinden dat streng natuurbeleid economische groei in de weg zit. Aan de andere kant van het spectrum beschouwen de steunpilaren natuurbescherming als onderdeel van hun identiteit. Het speelt een rol in keuzes die zij maken over consumptie, werk en stemgedrag bij verkiezingen.’ Met name in de laatste vier jaar is het aantal onverschilligen en passieve supporters afgenomen, ten gunste van het aantal steunpilaren, constateerde Buijs.
Meer, niet minder
Volgens Buijs is dit de eerste nationale dataset in Europa waarin de steun voor natuurbehoud is gemeten over een langere tijdsperiode met meerdere meetpunten. Dit jaar staat alweer een volgende enquête gepland. ‘Ik ben vooral benieuwd hoe de gemiddelde Nederlander er nu in staat. Dat vind ik lastig voorspellen. Onder meer de stikstofcrisis heeft een grote stempel gedrukt op de manier waarop wij naar natuur kijken.’
Hoewel deze publicatie niet bedoeld is om de politiek te overtuigen, kunnen bijvoorbeeld actie- en lobbygroepen deze resultaten daar wel voor gebruiken. Buijs: ‘In het debatten hoor ik politici regelmatig zeggen dat onze samenleving vindt dat natuurbeleid nu al te ver gaat. Dat mensen niet nog meer natuurbeleid willen. Deze data laat iets anders zien. Ik concludeer hieruit: de meerderheid wil niet minder, maar méér.’