‘Weg met het beschuldigende vingertje naar mensen met diabetes’

Wat de wetenschap voorschrijft, lukt thuis niet altijd.
Een ketogeen dieet kan de gezondheidswaarden van mensen met diabetes verbeteren. Foto Shutterstock

Ongezond eetgedrag vergroot het risico op diabetes type 2, ofwel suikerziekte. ‘Maar wat als je al diabetes hebt’, vroeg Iris van Damme zich af. Hoe kun je dan hart- en vaatziekten voorkomen? Ze promoveert eind juni op gezonde voeding voor deze doelgroep.

‘Voor mensen met diabetes is het niet altijd even duidelijk wat zij het beste kunnen eten om hun suikerziekte onder controle te houden en om te voorkomen dat ze ook nog last krijgen van hart- en vaatziekten’, legt Van Damme (Humane Voeding & Gezondheid) uit. ‘Een patiënt krijgt van zijn behandelend arts wel voedingsadviezen en kan online heel veel informatie vinden, maar veel van die informatie spreekt elkaar tegen.’

Van Damme verzamelde literatuur, veegde alle bewijs op een hoop en analyseerde welk voedingspatroon goed is voor mensen met diabetes en hun hart en bloedvaten. Ze constateerde: ‘Heel veel eetpatronen kunnen de gezondheid van deze doelgroep verbeteren. Het belangrijkste is dat het voedingspatroon in de basis gezond is en aansluit bij de richtlijnen van de Schijf van Vijf. Dat is bemoedigend, want dat betekent ook dat veel persoonlijke eetvoorkeuren in een voor hen gezond voedingspatroon passen.’

Pragmatisch onderzoek

Om die kennis in de praktijk te testen, startte Van Damme een pragmatische interventiestudie. Ze deelde meer dan honderd proefpersonen met diabetes type 2 willekeurig in naar ofwel de controlegroep die deed wat ze altijd deden ofwel de groep die een half jaar begeleiding kreeg van een diëtist. ‘Die hielp de deelnemers om een vezelrijk, kwalitatief hoogwaardig voedingspatroon te gaan volgen. Ze kregen van ons geen standaard voorgeschreven dieet, maar allemaal gepersonaliseerd advies gebaseerd op hun eetgewoonten. Iedereen leerde zo op zijn eigen manier iets gezonder eten. We wilden weten wat dat doet met onder meer hun lichaamsgewicht, bloeddruk en glucosewaarden.’

Ze volgde de deelnemers een jaar lang en bespreekt in haar proefschrift resultaten van de eerste zes maanden: de periode waarin de helft van hen een diëtist bezocht. ‘We hadden gehoopt gedragsverandering te zien in het eetpatroon van de groep die diëtistenbegeleiding kreeg. Maar helaas vonden we weinig verschillen tussen de groepen. De deelnemers uit de diëtistengroep gingen wel iets gezonder eten, maar de verschillen waren zo klein dat we geen verbeteringen zagen in hun gezondheidwaarden. Dit alles toont aan hoe lastig het is om je voedingspatroon te veranderen. Zelfs als je gratis een diëtist tot je beschikking krijgt, levert dat nog niet vanzelf gezondere eetgewoonten op.’

Beschuldigend vingertje

Ze blikt terug op de studies die ze in andere literatuur heeft gevonden. ‘Toch zijn we ervan overtuigd dat we met voeding de gezondheid kunnen beïnvloeden. Als mensen bijvoorbeeld structureel meer plantaardig eten, of minder koolhydraten of vetten, verbetert hun gezondheid wel. Het verschil tussen die onderzoeken en dat van mij is waarschijnlijk hoe streng het onderzoek of de onderzoekers zijn geweest. Vaak kregen de proefpersonen in andere onderzoeken wel alle maaltijden voorgekookt mee naar huis. Wij hebben ervoor gekozen ons onderzoek dichtbij de praktijk te houden en de regie grotendeels bij de deelnemers en diëtist te laten. Dat sluit aan op de manier waarop we tegenwoordig onze voedselkeuzes maken.’

Op basis van haar onderzoek én de gesprekken die ze tussendoor voerde met haar proefpersonen, concludeert Van Damme: ‘We moeten niet onderschatten hoe lastig het is om gezonder te gaan eten. Soms is er een beschuldigend vingertje vanuit de maatschappij: als je diabetes hebt moet je ‘gewoon’ maar gezonder eten en dan is het probleem snel opgelost. Zo gemakkelijk is dat niet.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.