CropMix monitort nu ook amfibieën

Pilot moet vaststellen of vervolgonderzoek met zenders haalbaar is.
Veldonderzoeker Angelo Grievink hoopt ook knoflookpadden aan te treffen. ‘Die graven zich nog weleens in op de ruggen van aardappelvelden’. Foto Shutterstock

De biodiversiteitsmonitoring van CropMix is uitgebreid met amfibieën. Het gaat in eerste instantie om een pilot, mede om vast te stellen of een vervolgonderzoek met zenders haalbaar is.

CropMix is het met 10 miljoen euro uit de Wetenschapsagenda gefinancierde onderzoeksprogramma naar gewasdiverse teeltsystemen. Belangrijk onderdeel zijn de ecologische veldinventarisaties bij de 25 deelnemende akkerbouwbedrijven, bijvoorbeeld van insecten of akkervogels. Op vijf van die locaties inventariseren de veldonderzoekers nu ook of en welke amfibieën ze er aantreffen.

De amfibieënpopulaties in het agrarisch gebied zijn de laatste jaren sterk afgenomen, maar er zijn signalen dat ze beter gedijen in strokenteelten dan in volveldse teelten. Of dat echt zo is, moet monitoring uitwijzen. Die vindt plaats in samenwerking met CropMix-consortiumpartner RAVON. Die heeft onder meer geholpen om de meest veelbelovende monitoringlocaties te identificeren, bijvoorbeeld vanwege de aanwezigheid van sloten, poelen of andere amfibie-vriendelijke kenmerken.

RAVON heeft ook geholpen om het monitoringsprotocol op te stellen, zodat de amfibieën via een gestandaardiseerde methode worden geïnventariseerd. Dat gebeurt op dit moment alleen op land. In de loop van de zomer wil het onderzoeksteam ook in waterpartijen gaan scheppen.

Zenderen

Bij de zoektocht gaat het om meer dan incidentele aanwezigheid van de diertjes. ‘Het idee is om voor vervolgonderzoek amfibieën te kunnen zenderen. Maar dat is alleen zinvol als er voldoende dieren zijn om te voorzien van een zender’, legt veldonderzoeker Angelo Grievink uit.

Tot nu toe zijn op vier van de vijf locaties amfibieën waargenomen, vertelt Grievink, waaronder de kamsalamander (‘tegenwoordig a-typisch voor akkerbouwgebieden’) – zie zijn foto’s. Herkenning en identificatie is voor Grievink zelf geen probleem; hij is opgeleid als herpetoloog. Zijn collega’s zijn er ondertussen ook best goed in, vertelt hij. ‘En voor de twijfelgevallen heeft RAVON herkenningskaarten.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.