Naast het grote glas-in-lood-raam van Visum Mundi, de voormalige Aula van WUR, hangt sinds vorige week een plaquette die stilstaat bij de koloniale aspecten van de geschiedenis van het gebouw. Dat gebeurde in het kader van het Veni-onderzoeksproject van Emmanuel Adu-Ampong (Culturele Geografie) naar toerisme rond slavernij en het koloniale verleden.
De plaquette werd vrijdagavond onthuld door WUR-bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara en de Wageningse burgemeester Floor Vermeulen. Dat gebeurde tijdens de officieuze afsluiting van Ado-Ampongs Veni-project over hoe toerisme in Ghana, Suriname en Nederland de beleving van het slavernijverleden kleurt. Daarbij ging ook de film in première die hij daarover maakte. Het is de bedoeling dat circa 45 minuten durende edumentary vanaf komend voorjaar te zien is voor een breder publiek.
Verschillen
In de film – een voorproefje is te zien via YouTube – neemt Adu-Ampong de kijker mee in zijn verkenning van de verschillende manieren waarop het slavernijverleden aan bod komt in het toerisme in driehoek Ghana – Suriname – Nederland. De drie landen hebben een gedeelde slavernijhistorie, maar gaan er op zeer verschillende manieren mee om, zo toont de film zien. Zo laat het toerisme in bijvoorbeeld Elmina Castle (Ghana) en op plantage Frederiksdorp (Suriname) mensen vrij letterlijk in de sporen treden van tot slaaf gemaakten – tot en met symbolische keteningen aan toe – terwijl het slavernijverleden in het Amsterdamse reguliere toerisme veelal hooguit omfloerst aan bod komt.
Die verschillen doen ertoe. ‘Toeristische teksten over (wereld)erfgoed beïnvloeden welke verhalen worden verteld over de geschiedenis en daarmee ook hoe mensen erover denken’, vat Adu-Ampong samen. In zijn edumentaire vertelt hij over wat hij ‘de geconcretiseerde afwezigheid van het verleden’ noemt – the embodied absence of the past: ‘Het slavernijverleden dat er altijd al was, inclusief de zichtbare sporen ervan, maar dat je pas ziet als toerisme het je aanwijst. En waardoor je ineens ook inziet dat het niet toevallig was dat je het eerder niet zag. Want op het slavernijverleden rusten nog allerlei taboes.’
Wageningen
Dat ook Wageningen sporen draagt van de koloniale tijd – studenten ontwikkelden er eerder al een decolonial walking tour over – is in Visum Mundi duidelijk te zien aan het glas-in-lood-raam van de vroegere Aula. Daarom hangt juist daar nu de plaquette. Het geeft duiding bij de wapenschilden van Suriname en Batavia (nu Jakarta) die in het raam te zien zijn, en beschrijft hoe het geld voor de bouw van de Aula voor een belangrijk deel uit de koloniën kwam.
De bijeenkomst van vrijdag vormde de officieuze afsluiting van het onderzoeksproject waarvoor Adu-Ampong eerder een Veni-beurs ontving. Recent kreeg hij opnieuw een beurs: een 1,5 miljoen bedragende ERC starting grant, voor onderzoek naar de spanningen die voortkomen uit de transformatie van slavernij en koloniaal erfgoed in het hedendaagse toerisme. Naast zijn eerdere onderzoeksterrein Ghana-Suriname-Nederland betreft dit nieuwe onderzoek ook de ‘koloniale driehoeken’ Angola-Brazilië-Portugal en Namibië-Brazilië-Duitsland.