Inspraak is naarstig op zoek naar nieuwe leden

‘Echt iedereen kan het’
Vlnr: Shelley van Haalen, Jelle Behagel, Livio Carlucci en Wybrig Bakker. Tekst Marieke Rotman Foto’s Eric Scholten

Medewerkers kunnen zich tot 25 april verkiesbaar stellen voor de ondernemingsraden, maar er is weinig animo voor de medezeggenschap. ‘Veel mensen weten niet zo goed wat het is, denken aan iets uit de jaren ‘60.’

Acht jaar geleden was het Maagdenhuis, het bestuurlijk centrum van de Universiteit van Amsterdam, het decor van grote onrust. Studenten en medewerkers protesteerden begin 2015 aanvankelijk tegen bezuinigingen, maar het werd al snel een bredere roep om meer inspraak in het bestuur van de universiteit, die eindigde in de 45 dagen durende bezetting van het Maagdenhuis. Het protest vond veel weerklank: vanuit het hele land, ook vanuit Wageningen, sloten studenten en universiteitsmedewerkers zich aan.

Opmerkelijk genoeg concludeerde dagblad Trouw afgelopen februari dat de protesten niet voor hogere opkomst bij verkiezingen, noch voor meer aanmeldingen bij medezeggenschapsraden hebben gezorgd. Vorige week lanceerde het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zelfs een medezeggenschapscampagne om meer mensen naar het stemhokje te trekken.

Tanende interesse

Speelt in Wageningen ook een medezeggenschapscrisis? De opkomst voor de vorige verkiezingen was nog relatief hoog, tussen de 45 en 70 procent voor de verschillende inspraakorganen. Maar ook hier worstelen ze met tanende interesse: ‘Vorige jaar hebben we voor de twee PhD-plekken in de raad geen verkiezingen gehouden: we hadden maar twee kandidaten’, vertelt voorzitter van de WUR Council en universitair hoofddocent Bos- en Natuurbeleid Jelle Behagel. ‘Dat zou je natuurlijk liever anders zien.’

Grote organisaties zijn wettelijk verplicht om voor medezeggenschap van werknemers een ondernemingsraad (OR) te hebben. In Wageningen zit het enigszins ingewikkeld in elkaar, omdat er voor Wageningen Universiteit en Wageningen Research (deels gezamenlijke) medezeggenschapsorganen zijn. De WUR Council is het overlegorgaan tussen de centrale ondernemingsraad (COR) en de gezamenlijke vergadering (GV). De ondernemingsraden van de verschillende kenniseenheden, het Facilitair Bedrijf, de concernstaf en Wageningen Food Safety Research vaardigen WU-leden af naar de COR. De studentenraad en de COR vaardigen WU-leden af naar de GV. In de GV zitten ook direct gekozen WU-leden, onder anderen promovendi. De WUR Council vergadert regelmatig met de raad van bestuur (RvB) om voorgenomen beleidswijzigingen te bespreken heeft instemmings- of adviesrecht op voorgenomen besluiten van de RvB.

Jelle Behagel, voorzitter WUR Council en universitair hoofddocent Bos- en Natuurbeleid: ‘Er worden 20 duizend mensen geraakt door het universiteitsbeleid en daar mag jij je mee bemoeien. Dat is gewoon heel leuk.’

Brug

‘Ik vind het altijd leuk om mijn mening te geven, juist ook over onderwerpen buiten mijn eigen werk.’ Livio Carlucci is labmedewerker bij de Agrotechnology & Food Sciences Group (ASFG). Hij ging drie jaar geleden bij hun ondernemingsraad en in de WUR Council.

De afgelopen jaren hebben de raden voor kleine en grote veranderingen gezorgd. ‘We hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat alle medewerkers uit het buitenland een cursus Nederlands kunnen volgen, binnen werktijd en betaald door hun eigen afdeling.

Wie in het management zit, verliest soms contact met de werkvloer

Hetzelfde geldt voor Nederlandse medewerkers die een cursus Engels willen volgen. Dat is superbelangrijk, maar voor sommige medewerkers, met name aio’s, was dat voorheen lastig. Nu is het op papier geregeld, al moet ik zeggen dat de praktijk nog niet perfect is.’ Dat is ook onderdeel van het werk van ondernemingsraden, zegt hij: ‘We monitoren ook of gemaakt beleid wel goed wordt nageleefd. ‘Zo niet, dan gaan we weer in gesprek met de raad van bestuur.’

Livio Carlucci, labmedewerker bij de Agrotechnology & Food Sciences Group en lid van de OR en de WUR Council: ‘Ik vind het altijd leuk om mijn mening te geven, juist ook over onderwerpen buiten mijn eigen werk.’

Lastig moment

Voorzitter Behagel van de WUR Council is blij dat het na decennia eindelijk is gelukt het herkansingsbeleid aan te passen. Behagel: ‘Vorig jaar kwam de raad van bestuur met een nieuw plan: een jaarlijks maximaal aantal tentamens waarvoor studenten zich konden aanmelden. Daarvan hebben we heel duidelijk gezegd: dat werkt niet. Dit is een beleidswijziging waar docenten noch studenten iets aan hebben.’

De RvB wilde het herkansingsbeleid al jaren herzien, mede om de werkdruk voor docenten te verlagen. Uiteindelijk bereikten de Council en de RvB een akkoord: één herkansingsmogelijkheid minder per jaar. Ook de studentenraad stemde in, onder een aantal strenge voorwaarden.

Je kunt het niet allemaal aan de mensen in Atlas en de raad van bestuur overlaten

Het was voor hen een lastig moment: hun achterban wilde geen herkansing minder. Wybrig Bakker, voorzitter van de studentenraad en masterstudent Earth and Environment: ‘Wij waren de brug tussen de raad van bestuur en studenten.’ Afgelopen oktober bracht de raad onderwijsdecaan Arnold Bregt en studenten samen in Forum. ‘Er was ruimte om vragen te stellen aan de beleidsmakers en aan beide kanten vielen er kwartjes.’

Daarmee kon de studentenraad de onderhandelingen in. ‘We hebben bijvoorbeeld eisen gesteld aan de planning. We wilden geen herkansingen direct na de kerstvakantie. Verder is de herkansingsperiode aan het begin van de zomer van één naar twee weken gegaan, zodat studenten wat meer ademruimte hebben, en is er voor studenten in het laatste jaar van hun opleiding onder bepaalde voorwaarden een extra herkansingsmogelijkheid.’

Wybrig Bakker, voorzitter van de studentenraad en masterstudent Earth and Environment: ‘Bij de beslissing over het herkansingsbeleid waren wij de brug tussen de raad van bestuur en studenten.’

Dankjewel

Nauw betrokken zijn bij beleidsvorming vraagt tijd. Shelley van Haalen is werkzaam bij sportcentrum De Bongerd en lid van de OR van het Facilitair Bedrijf. ‘We vergaderen elke dinsdag, in wisselende samenstellingen. De andere uren besteed ik aan het lezen van stukken en het voorbereiden van dossiers die we willen inbrengen. Ik heb me bijvoorbeeld hard gemaakt voor het thema werkdruk. Al jaren wordt er ingezet op programma’s om die te verlagen, maar we zien nauwelijks effecten. Hoe kan dat?’

Die werkdruk lijkt de nieuwe aanwas van de ondernemingsraden ook in de weg te zitten. Alle leden die Resource spreekt, maken zich zorgen over het lage aantal aanmeldingen. De raad van ASFG heeft bijvoorbeeld ruimte voor vijftien leden, maar er zijn er momenteel slechts negen. De raad van het Facilitair Bedrijf kon maar zeven van de negen plekken vullen, terwijl er voor komende periode zelfs elf plekken zijn. Ook de studentenraad worstelt met het vinden van nieuwe aanwas (zie pagina 24).

De leden geven verschillende verklaringen, zoals de hoge tijdsinvestering. Carlucci vertelt dat hij gemiddeld anderhalve dag per week compensatie van zijn werkgever krijgt, maar in het begin was het puzzelen om die tijd ook echt vrij te maken.

Vrouwen, aio’s en buitenlandse collega’s zijn zwaar ondervertegenwoordigd

‘Je hebt niet meteen minder taken in de rest van je werk.’ Bovendien, zegt Van Haalen, maken mensen zich zorgen hoe hun baas het zal vinden als ze een dag minder beschikbaar zijn. ‘Maar,’ zegt ze, ‘dat is het probleem van de leidinggevende. Ruimte voor medezeggenschap is wettelijk verplicht. De reactie zou moeten zijn: dankjewel dat je dit wilt doen!’

Ook kennen mensen de ondernemingsraden niet altijd. Voorzitter Behagel: ‘Veel mensen weten niet zo goed wat het is, denken aan iets uit de jaren ‘60.’ Tot slot denkt hij dat de focus op carrière groter is geworden. Die individualisering zit bijvoorbeeld promovendi in de weg: ‘Zij willen hun PhD zo snel mogelijk afmaken, daarna loopt hun contract af. Terwijl de financiële compensatie prima geregeld is en je als promovendus contractverlenging kunt krijgen.’

Shelley van Haalen, werkzaam bij sportcentrum De Bongerd en lid van de OR van het Facilitair Bedrijf: ‘Ik heb me hard gemaakt voor het thema werkdruk. Al jaren wordt er ingezet op programma’s om die te verlagen, met weinig effect. Hoe kan dat?’

Bubbel

Alle leden zijn het erover eens dat de raden een essentiële rol vervullen. ‘Wie in het management zit, verliest soms het contact met de werkvloer’, zegt Carlucci. ‘Dan komen er ideeën die goed bedoeld zijn, maar niet gaan werken.’ ‘Je kunt het niet allemaal aan de mensen in Atlas en de raad van bestuur overlaten.’ zegt ook Behagel. ‘Het is belangrijk dat je meepraat en toetst hoe zaken gaan vallen bij medewerkers.’

Bakker van de studentenraad: ‘Binnen zo’n grote organisatie met volwassen mensen worden studentenzaken soms over het hoofd gezien. Bijvoorbeeld tijdens de coronapandemie: ik zag om me heen dat die een wissel trok op het mentale welzijn van studenten. Mede op ons aandringen is dat een groot onderwerp op de agenda van de RvB geworden. Inmiddels is er een systeem met flexibele psychologen, zodat studenten er altijd binnen drie weken terecht kunnen.’

Wie zou zich moeten aanmelden voor de volgende termijn? Carlucci: ‘Iedereen met een mening. Al zou ik vrouwen, non-binaire collega’s, aio’s en buitenlandse collega’s wel extra willen aanmoedigen, want die zijn momenteel zwaar ondervertegenwoordigd.’ Bakker: ‘Ik denk dat iedereen wel iets te zeggen heeft over deze organisatie, het is belangrijk om je stem te laten horen.’ Van Haalen: ‘Mijn eigen motivatie was de organisatie beter leren kennen en mijn collega’s: het Facilitair Bedrijf is zo breed. Het is goed voor je netwerk. En echt iedereen kan het.’

‘Er worden twintigduizend mensen geraakt door het universiteitsbeleid en daar mag jij je mee bemoeien’, vult voorzitter Behagel aan. ‘Het is goeie management-ervaring. En ik vind het zelf heel leuk om met studenten samen te werken.’ En als er concrete resultaten worden behaald, geeft dat voldoening. Carlucci: ‘Iets behalen na twee jaar hard werk geeft heel veel energie.’
Interesse in een van de medezeggenschapsraden? Tot 25 april kun je je kandidaat stellen. Wie mee wil denken over nieuw beleid en de grote dossiers van de universiteit en Wageningen Research, kan zich verkiesbaar stellen voor de ondernemingsraad van het  eigen organisatieonderdeel en van daaruit eventueel laten afvaardigen naar de COR en de GV. Als WU-medewerker kan je je ook rechtstreeks verkiesbaar stellen voor de GV. De termijn is voor stafmedewerkers drie jaar, voor studenten en promovendi een jaar.
Wie zitting neemt in een OR wordt gecompenseerd voor de tijd die hij of zij eraan besteedt. Voor leden van een OR staat een dag per week, wie daarnaast nog in de WUR Council zit, krijgt extra gecompenseerd (zie intranet voor compensatieregelingen). Voor studenten is de studentenraad een fulltime functie, waarvoor ook financiële ondersteuning beschikbaar is.
Er is een gezamenlijke kick-off voor nieuwe leden van alle medezeggenschapsraden en de OR’en organiseren ook zelf trainingsdagen. Daarnaast kunnen leden tijdens hun zittingsperiode gebruikmaken van cursusdagen om relevante vaardigheden te ontwikkelen.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.