Column Steven: Mythische vogels

Niet iedereen is blij en relaxed op festivals. Zonde.

De vleugels van de vogel zijn 20 meter breed en lopen over van groen, turquoise en blauw, naar goud. Mijn bestemming bevindt zich ter hoogte van het gewricht. Het gewricht zou de vogel in staat stellen om na een zweefduik en zachte plof op de sneeuw, van de vleugel een compact, warm en zacht dekentje te maken. Als de vogel daadwerkelijk had kunnen bewegen. Met mijn skischoenen nog aan, kijk ik naar het podium waarvoor de mythische vogel het decor vormt. Ik loop rond op een festival in de Franse Alpen. Een waar winters sprookje. Na de vogel even recht in zijn ogen gekeken te hebben – hij gaf geen kick – duik ik de menigte in. Op zoek naar de anderen.  

Achter de groep Indiërs die met verzorgde en nog perfect intacte kapsels onder een selfiestick staan, achter de trotse in een Amerikaanse vlag gehulde Amerikanen, achter de als fantasievogels uitgedoste danseressen, onder de wapperende Franse, Turkse en Israëlische vlaggen, staan de anderen ergens ‘rechtsvoor’. Succes.

Er is een dunne lijn tussen een ‘fantastische sfeer van een mensenmassa met gedeelde passie’, en ‘teringdruk’

Er is een dunne lijn tussen een ‘fantastische sfeer van een mensenmassa met gedeelde passie’, en ‘teringdruk’. Internationaal gezien ben ik behoorlijk lang, maar ik weeg niet zoveel. Mezelf door de menigte beuken is dus geen optie. Ik heb ook al geen gigantische gouden vleugels. Ik besluit andere belangrijke kwaliteiten in te zetten. Want waar staan Nederlanders nou echt om bekend, internationaal? Precies: tact, beleefdheid en fijnzinnige diplomatie.

Ik tik een kolossale vent op zijn schouder. ‘Sorry, mag ik er misschien langs?’, vraag ik. De man kijkt me geërgerd en vol minachting aan. ‘Nee, ga maar ergens anders heen’, zegt hij, terwijl hij zijn 100 kilo nog pontificaler in mijn looprichting opstelt. Ik overweeg om mij sarcastisch te verontschuldigen voor het feit dat ik besta, maar onthoud mij toch van commentaar. Het contrast tussen mijn beleefdheid en zijn botheid voelt direct komisch: net een sketch. De ontspannen festivalsfeer doet bij mij zijn werk: zijn lompe gedrag doet me niet zoveel en ik lach erom. Mentaal heb ik mijn bestemming al bereikt.

Dit festival is ook een feestje van de decadentie. Mensen komen vanuit de hele wereld overvliegen in niet-mythische fossiele slurpers. Bij sommigen stijgt dat naar het hoofd. Het lijkt mij geen leuk bestaan als je meer recht meent te hebben op de gedeelte festivalruimte dan anderen en chagrijnig wordt bij onvermijdelijke confrontaties met je verwachtingspatroon. Mijn studentenleventje met schuldinfuus en een busreis van 30 uur houdt mij tenminste wel lekker met beide benen op de grond. Tip voor de boze meneer: heb je wel eens gedacht aan een adoptie van een mooie studieschuld? Geestverruimend!

Steven doet een master Economie en Beleid en slaat graag van zich af op de squashbaan. Hij staat altijd open voor een potje squash en een goed gesprek. Je kan hem hier mailen.

Meer columns:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.