Ureum in moedermelk belangrijk voor kind

Goede bacteriën gebruiken stikstofbron uit borstvoeding.
De ureum in moedermelk stimuleert groei van goede bacteriën in de babydarm. Foto Shutterstock

Danone overweegt om ureum toe te voegen aan poedermelk voor baby’s naar aanleiding van onderzoek van Patrick Schimmel. De microbioloog promoveerde op 6 december op het stikstofmetabolisme van darmbacteriën van jonge kinderen.

Borstvoeding bevat prebiotica: voedingsstoffen die de groei van ‘goede’ darmbacteriën stimuleren. Bekende prebiotica zijn de humane-melk-oligosachariden (HMO), complexe suikers die uniek zijn voor de mens en alleen af te breken zijn door bepaalde enzymen van onder andere de bifidobacteriën. Deze groep bacteriën helpt het kind om moedermelk te verteren en traint daarnaast mogelijk het jonge immuunsysteem.

Bifidobacteriën

Dat er ureum in borstvoeding zit was al bekend, maar men dacht dat dit simpelweg een afbraakproduct van de stofwisseling van de moeder was. Ureum, een stikstofhoudend afvalproduct uit spieren en lever, en andere non-eiwit stikstofverbindingen, komen in een vast patroon voor in borstvoeding. Patrick Schimmel (Microbiologie) bewees dat de stoffen een functie hebben voor het kind. ‘Bacteriën kunnen niet groeien zonder stikstof’, legt hij uit. ‘Ze halen die stikstof uit ureum in moedermelk.’

In een in vitro proef toonde Schimmel aan dat de gunstige bifidobacteriën uiterst efficiënt ureum om kunnen zetten. Daarmee vervult de bacterie een vroege nierfunctie, in een tijd dat de nieren van het kind nog op gang moeten komen, aldus de microbioloog. ‘Te veel ureum kan schadelijk zijn voor het kind. De bacterie helpt dat voorkomen.’

Te veel eiwit

Borstvoeding bevat weinig eiwit vergeleken met koemelk en juist veel andere stikstofbronnen waaronder ureum, creatinine, polyamines en vrije aminozuren. Maar koemelk vormt de basis voor de meeste poedermelkformules. Kinderen die poedermelk te eten krijgen in plaats van borstvoeding, hebben minder bifidobacteriën. Hun darmmicrobioom (de bacteriegemeenschap) verandert sneller naar een microbioom die kenmerkend is voor kinderen die vaste voeding krijgen. Bij kinderen die borstvoeding of prebiotica krijgen, is die verandering trager. ‘Dat kan gunstig zijn omdat het vroege microbioom mogelijk de afweer versterkt.’

In een vervolgonderzoek samen met onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam, vergeleek Schimmel het darmmicrobioom van baby’s die borstvoeding of poedermelk met meer of minder eiwit kregen. ‘Bij een laag eiwitgehalte leek het microbioom van het kind meer op dat van een borstgevoed kind’, concludeert hij. ‘Tegelijk toonden ze in Amsterdam aan dat de groei van het kind niet achterbleef – minder eiwit was dus niet nadelig.’ De onderzoekers maten ook het ureumniveau in bloedmonsters van de baby’s. Dat is een veelgebruikte indicator voor de gezondheid: een hoog ureumniveau is een slecht teken. Het ureumniveau in het bloed was lager in baby’s die poedermelk kregen met weinig eiwit dan in kinderen die normale poedermelk kregen en het was vergelijkbaar met de waarde in borstgevoede kinderen.

Nieuwe formule

Het onderzoek van Schimmel geeft stof tot nadenken voor poedermelkfabrikanten. ‘Niet alleen de koolstofbron (de oligosachariden) is belangrijk voor het vestigen van het vroege microbioom in de darm, ook de stikstofbronnen zoals ureum en vrije aminozuren’, vat hij samen. ‘Danone Nutricia Research, partner in mijn project, heeft een patent lopen om ureum toe te voegen aan poedermelk, of het niveau ervan te controleren – want te veel ureum is ook riskant.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.