Column Steven: Een te luchtige vakantie?

Op vakantie in Vietnam met bagage uit het verleden. En brede schouders.
Steven Snijders

In mijn vorige column schreef ik over de kledingnorm in Vietnam. Vrouwen flaneren met schouders en knieën bedekt op het strand. Mijn vriendin en ik liepen daar afgelopen vakantie met aanzienlijk meer huid ontbloot dan gemiddeld. Zelfs gecorrigeerd voor verschil in lichaamslengte, ontblootten wij tientallen vierkante centimeters meer. Dat voelde soms ongemakkelijk. Maar met tropisch warm weer is luchtige kleding toch gewoon lekkerder? Hoe moet de zeewind anders zijn verkoelende werk doen?

Als gast pas je je natuurlijk aan de gebruiken van het gastland aan. Dus: mijn vriendin deed een lange rok aan en tijdens het zwemmen ging er een T-shirt over de bikini. Tegelijkertijd kan onze luchtige manier van kleden helpen de plaatselijke norm wat op te rekken. Voor jonge Vietnamezen is het lastig om de heersende norm te doorbreken. Ouderen genieten er extra respect en autoriteit. Door de minirokjes van toeristen in het straatbeeld lijken jurken tót de knie, in plaats van eroverheen, helemaal niet zo extreem meer.

Misschien hebben de Vietnamese vrouwen helemaal geen behoefte aan die luchtigere kleding. Zou mijn idee een paternalistische projectie zijn, ingegeven door een overdreven fixatie op individuele zelfexpressie van overmatig zwetende onwetende ex-kolonisten? WUR onderzoekt haar eigen (onbewuste) koloniale trekjes. Een goed idee als vakantiegangers dit voorbeeld volgen.

Hier stond ik met de Britse toerist tijdens zonsopgang bij Ankor Wat in Cambodja. Foto Steven Snijders

Voor het Cambodjaanse tempelcomplex Angkor Wat stond een Britse toerist naast zijn Cambodjaanse gids. ‘Wij gingen stelend de wereld over, vreselijk wat er allemaal gebeurd is, maar ik ben niet zoals zij!’ zei de Brit. Het ongemak dat hij voelde droop er vanaf. Hoewel de man brede schouders had, waren ze te klein om de last van alle Britse koloniale misdaden te dragen.

Hoewel de man brede schouders had, waren ze te klein om de last van alle Britse koloniale misdaden te dragen

Wat ik tijdens mijn vakantie in Cambodja en Vietnam te allen tijde wilde vermijden waren de koetsen. Je kon bij wijze van taxi in een motorkoets worden rondgereden. Eén keer kon ik er niet omheen. Ik zat erin en ik vond het vreselijk. Vreselijk ongemakkelijk. Een blanke man, gereden door een lager gezetelde bestuurder met een donkere huid die een fractie van de koopkracht van zijn passagier heeft. Net als in het koloniale tijdperk.

Maar, niet onbelangrijk: wij brengen ons geld nu naar hen toe. Naar de plaatselijke middenstand met restaurants, barretjes, winkeltjes en gasthuizen. Dat is menswaardig werk en levert relatief goede inkomsten op. Dat inkomen kunnen ze spenderen in de lokale economie. Door kleren te kopen bijvoorbeeld. Misschien wel hele luchtige.

Steven doet een master Economie en Beleid en slaat graag van zich af op de squashbaan. Hij staat altijd open voor een potje squash en een goed gesprek. Je kan hem hier mailen.

Lees ook:

Tags:
#Column

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.