Foto Shutterstock WURs proefboerderij De Marke in Hengelo (Gld) ligt op een van de meest droogtegevoelige gebieden van Nederland en faciliteert verschillende droogte-gerelateerde onderzoeken. Na een record-droge maand maart vroeg Resource onderzoeker Gerjan Hilhorst naar de stand van zaken.
Blij met de plensbuien van maandag?
‘Er viel ruim 20 millimeter en dat mocht ook wel weer. Toch was droogte niet het grootste probleem. De grasgroei had met name last van de koude nachten: afgelopen zondag vroor het hier aan de grond bijna tien graden. Dat remt de grasgroei en dan is het gebrek aan neerslag vanzelf minder nijpend. Bovendien was er in februari nog heel veel regen gevallen, waardoor de grondwaterstand tot de hoogste in jaren behoorde.’
In hoeverre helpt of hindert het grillige neerslagpatroon de droogte-onderzoeken?
‘Ze onderstrepen de urgentie ervan. Op de hoge zandgronden zoals bij De Marke draait het vooral om betere wapening tegen droge zomers. We onderzoeken bijvoorbeeld of het helpt om klei door de zandbodem te mengen (ja) en wat het effect is van druppel-irrigatie in maisland. Daarnaast monitoren we voor het waterschap, dat hier erg bezig is om water in het gebied te brengen én te houden, wat het effect is op de grondwaterstand en de gewasopbrengst als percelen ’s winters extra bevloeid worden. Een aantal veehouders in de omgeving van De Marke hebben deze winter water uit omliggende sloten een deel van hun grasland ingepompt, zodat we kunnen onderzoeken of die infiltratie de bodem droogtebestendiger maakt.’
Komend groeiseizoen moet blijken of die proeven vruchten afwerpen?
‘Precies. Wat ons betreft mag het beginnen. De rest van de week valt er elke dag wat neerslag; nu nog wat hogere temperaturen zodat de groei goed in het gras komt. Een boer heeft altijd wat te wensen, hè.’
