Drempelvrees? Collegezalen vooralsnog leger dan verwacht

De lockdown is voorbij, maar de collegezalen zijn leeg, melden Wageningse docenten.
Zijn de nogal lege collegezalen opstartperikelen van “terug naar normaal”; lopen ze mettertijd vanzelf weer vol? Docent Yann de Mey hoopt het vurig. Foto: Yann de Mey

De campus oogt alweer een stuk levendiger dan net na de lockdown. Maar in de collegezalen loopt het nog geen storm, melden Wageningse docenten.

Meer dan honderd studenten die zich inschrijven voor “jouw” vak. Je calculeert een paar uitvallers in, want die zijn er nou eenmaal altijd. Maar je regelt natuurlijk een ruime collegezaal. Ook vraag je niet één maar twee student-assistenten, zodat je studenten precies die persoonlijke begeleiding krijgen die iedereen tijdens de lockdown zo heeft gemist.
Als er dan maar vijftien studenten komen opdagen bij het eerste college, en niet meer dan twintig bij de praktische sessies, is dat best teleurstellend. Daar sta je dan, in een ongemakkelijk lege collegezaal… Yann de Mey, universitair hoofddocent Bedrijfseconomie, weet hoe dat voelt. En hij is niet de enige. Zowel docenten van WUR als van andere universiteiten valt het op dat sinds de jongste terugkeer naar campusonderwijs de collegezalen leger blijven dan verwacht.

Dat was even slikken, die karige belangstelling voor je live colleges?’
‘Ik was inderdaad even wat gekrenkt in mijn trots. Maar allez, ik ben ook student geweest; ik kan me wel iets voorstellen bij beweegredenen om níet naar college te komen. Dat het ongemakkelijk voelde, heeft vooral te maken met verwachtingspatronen. Als ik vooraf vermoed dat er weinig animo is voor live colleges of praktische sessies, dan pak ik het anders aan: dan plan ik een korter contactmoment in voor de studenten die persoonlijk contact waarderen, en kan de rest het in eigen tempo doen. Dat vind ik op zich prima. Het was alleen niet wat ik verwachtte voor deze periode. Ik moest mentaal even omschakelen.’

Heeft de vrij geringe animo voor campusonderwijs, naast het deukje in je trots, ook een andere keerzijde? Doet het bijvoorbeeld afbreuk aan de onderwijskwaliteit?
‘Toch wel, denk ik. De lockdowns hebben ons geleerd dat met online onderwijs meer mogelijk is dan we altijd dachten. Mijn materialen zijn nu bijvoorbeeld beter dan voorheen afgestemd op zelfstandig werken, noodgedwongen. Het is zeker mogelijk om je de stof zelfstandig eigen te maken, maar dat heeft wel impact op de kwaliteit. Als docent hou ik ervan, en vele docenten met mij, om de interactie met studenten te zoeken. Inspelend op hun vragen kun je behoorlijk diep gaan en echt tot de kern van de materie komen. Online is die dynamiek veel beperkter. Ook geeft online onderwijs mij minder gevoel over waar de studenten staan qua niveau. Ik weet niet of ze fouten maken en welke, dus ik kan minder goed helpen om ze recht te zetten.’

Iedereen staat klaar om weer studenten te verwelkomen, dus grijp die kans

Hou je dan nu je hart vast voor de komende toetsingsperiode?
‘Nee, ik heb nog altijd veel vertrouwen in mijn studenten – ze zullen het wel oppakken en zijn ondertussen wel gewend aan online onderwijs. En misschien mis ik de connectie ook wel meer dan zij; als docent laadt het mij op. Sommige wetenschappers zien er tegenop grote groepen studenten les te geven en zijn na afloop helemaal op. Ik heb dat nooit. Mijn stem gaat kapot, dat wel, maar de interactie met studenten geeft me ongelooflijk veel energie. Online voel ik dat veel minder. Dat heeft gewoon niet dezelfde dynamiek.’

Weten de studenten wel dat hun docenten ze zo missen; heb jij het ze kenbaar gemaakt?
Ik heb het ludiek geprobeerd, via een grappig berichtje op BrightSpace. Sindsdien is de participatie wel wat toegenomen, maar nog altijd is er een behoorlijk grote groep die liever vanuit huis colleges volgt.’

Een aanwezigheidsplicht dan maar?
‘Liever niet. Moeten docenten hun studenten nu echt een wortel voorhouden om ze naar de campus te krijgen? Dat is niet onze verantwoordelijkheid. Bovendien staat dat op gespannen voet met degenen die wegblijven vanwege ziekte of een quarantaine.’

Misschien zijn het gewoon opstartperikelen van weer “terug naar normaal”?
‘Dat speelt vast mee. Campusonderwijs is geen vanzelfsprekende routine meer. En doordat we 2022 online zijn begonnen – tegen onze zin, maar het moest – is minder groepsgevoel gecreëerd. Dan kan het best spannend zijn om als student je comfortzone thuis te verlaten voor een campus die je nog niet zo goed kent, met mensen die je nog niet zo goed kent.’

En wat als de voorkeur voor online blijvend is?
‘Online onderwijs geeft mij minder energie en is zonde van de mooie onderwijsfaciliteiten die we hier in Wageningen hebben. Maar ik kan er vrede mee hebben als een deel van het onderwijs online blijft.’

Echt?! Zelfs als je terugdenkt aan die grote, teleurstellend lege Aurora-zaal?
‘Ah ja, oké – dat voelde heel gek inderdaad, een beetje droevig zelfs. Maar dat kwam door een mismatch in verwachtingen. Ik kan heus ook uit de voeten met online onderwijs. Al neemt dat niet weg dat ik hoop dat de collegebanken snel weer vol zitten voor de hoorcolleges.’

Insta-peiling: 80/20
De meeste studenten (80 procent) verkiezen campusonderwijs boven de online thuisvariant (20 procent). Dat blijkt uit een (geenszins representatieve) peiling van Resource op Instagram. Daarin vroeg Resource ook naar het waarom van de voorkeur. Als pluspunten van campusonderwijs werden genoemd: interactie met medestudenten, anti-eenzaamheid, makkelijker om vragen te stellen, minder afleiding. De thuisvariant scoorde punten bijvoorbeeld ‘omdat je colleges kunt pauzeren als je aandacht afdwaalt’ en voor de hand liggende redenen zoals ‘fijner als je een kater hebt’, ‘dan hoef ik niet zo vroeg op’ of ‘geen zin om naar de campus te fietsen (vooral als het regent)’. Waar evenmin een speld tussen te krijgen valt: ‘Omdat ik thuis lekker kan breien tijdens saaie colleges’.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.