Dichter van de stad

De komende drie jaar heeft studente Ellen van der Kolk er een baantje bij.
Het gedicht Ik weet het nog gewoon gaat over een echte droom die Van der Kolk had. ‘Alleen het einde is anders. Daar breng ik de twijfel erin of het wel echt een droom was.’ Foto Duncan de Fey

Zij is de nieuwe stadsdichter van Wageningen. Een primeur.

Het zat er in. Met zoveel WUR in de stad moest de stadsdichter wel een keertje ‘van de campus’ zijn. Die primeur heeft de studente Food Technology nu te pakken. Ellen van der Kolk won de titel Stadsdichter van Wageningen onder meer met het hierbij afgedrukte gedicht dat ze maakte op het thema ‘droomburgemeester’.  

Het dichten zat er eigenlijk altijd al in, vertelt ze tijdens een wandeling op de campus. Op de basisschool bracht ze haar eerste dichtbundeltje uit. ‘Ik was toen twaalf. Allemaal kleine gedichtjes die ik vanaf mijn achtste had gemaakt. Het sloeg nog nergens op hoor, vind ik nu. Maar toen was het heel leuk om het uit te brengen voor mijn familie en mijn vriendinnen.’

Dichten op je achtste jaar. Is dat niet een beetje raar?
‘Ik bén ook raar! Ik heb het nooit veel gedaan. Ik schaamde me er soms een beetje voor. Ik ben namelijk helemaal niet zo’n zweverig type. Hardlopen, mijn andere passie, is een veel normalere bezigheid. Maar ik heb het nu geaccepteerd: zo ben ik nou eenmaal. Ik doe de dingen op mijn manier.’

En na dat eerste bundeltje?
‘Ik heb op de middelbare school een aantal keren meegedaan aan Doe maar Dicht maar, een nationale dichtwedstrijd voor jongeren van 12-18 jaar. Op een gegeven moment zag ik dat de mensen die de finale haalden veel langere gedichten maakten dan ik. Toen ben ik ook langere gedichten gaan schrijven. Dat pakte goed uit, want ik won direct. Dat was in 2015. Er staat een filmpje op YouTube van mijn winnende gedicht Weet je nog, met een animatie van kleipoppetjes erbij. De jury zei: Ellen, je kunt echt heel goed schrijven. Ik dacht: oké, misschien ben ik toch wel iets beter dan ik zelf denk.’

Eenmaal in Wageningen lag de focus vooral op het hardlopen bij atletiekvereniging Tartlétos. Met als hoogtepunt deelname namens Nederland aan het EK cross in 2018 in Tilburg. Dichten deed ze nog maar ‘bij vlagen’. Totdat ze in contact kwam met Ivanka de Ruijter, de stadsdichter van de afgelopen drie jaar. De Ruijter was bezig een kweekvijver op te richten voor mensen die geïnteresseerd waren om haar op te volgen.

Wilde je zelf graag stadsdichter worden?
‘Eerst dacht ik dat het niks voor mij zou zijn. Later bedacht ik me dat het juist leuk is als een student meedoet. Als student heb je een andere invalshoek. Ik ging erover fantaseren dat ik het zou kunnen worden en wat ik dan zou doen. Op een gegeven moment wilde ik alleen nog maar winnen.’

Als student heb je een andere invalshoek

Jij hebt jouw gedichten uit het hoofd voorgedragen voor de jury. Waarom?
‘Ik vind voordragen leuk. Als je voordraagt kun je er veel meer in leggen, veel gevarieerder zijn. Zoals Amanda Gorman, dat is echt geweldig. Toen ik dat zag, dacht ik: wat doe ik hier nog? Zó goed ben ik gewoon niet. Maar daar heb ik me overheen gezet.’

Waar gaat het gedicht Ik weet het nog gewoon over?
‘Ik wil een verhaal vertellen. Het is mooi dat mensen daar vervolgens van alles bij bedenken. Die rode overall, die die vrouw in het gedicht draagt, betekent dat dat ze heel links is? En die groene ogen, verwijzen die naar de natuur? Nee. Ik koos voor een rode overall, omdat ik die zelf vroeger altijd droeg. En felgroene ogen, omdat bruin of blauw zo gewoon is.’

Maar je zegt toch niet dat jouw gedichten nergens over gaan?
‘Zeker niet. Maar ik vind het leuk dat er ruimte blijft voor interpretatie. Dit gedicht gaat over een echte droom die ik had. Alleen het einde is anders. Daar breng ik de twijfel erin of het wel echt een droom was.’

Wat zijn jouw plannen als stadsdichter?
‘De invulling van het stadsdichterschap is heel vrij. Er zullen wel mensen naar me toekomen, om te vragen of ik ergens een gedicht voor wil maken. Maar in principe mag ik zelf kiezen wat ik doe.’

Zou je bij gebeurtenissen op de campus een gedicht willen maken?

‘Ja, dat lijkt me heel leuk.’


Ik weet het nog gewoon

Ik weet het nog, ik weet het nog gewoon
de wekelijkse slaapwandeling deze donderdagnacht
hoe het ging ongeveer, hoe ging het toch

Ik liep als het ware uit mijn kamer
via de trappen, donkere straten
naar de lege dijk
wilde terug om sokken te halen
want ik kreeg het koud
het bizarre was dat dat niet ging
het ging gewoonweg niet

Mijn benen zweefden daarentegen
met mijn schouders halverwege mijn middel
en mijn vingers langs mijn kuiten
de uiterwaarden in
het werd een vreemde, vreemde nacht

Er waren paarden
een stuk of zeven, acht
hinnikende paarden dreven in de drek
ze keken, terwijl ik traag dichterbij kwam,
alsof ik ze kon redden
het gekke was dat ik daar alleen maar
een soort van doelloos hing
(achteraf volkomen logisch, want ik sliep
maar goed, dat wist ik toen nog niet)

Ineens was er een vrouw
in rode overall en met felgroene ogen
ze trok aan een ketting stuk voor stuk
de complete kudde op het droge
ja, zo ging het die nacht
zo ging het ongeveer precies
dat ik dat nog weet
niet te geloven gewoon.

Ik herkende die volgende dag
de felgroene ogen op het plein bij de kerk
ze bleken van de nieuwe burgemeester
tot zo ver niks geks toch, zou je zeggen
maar dan

Ik had het niet meer toen ik zag
dat de drek nog kleefde aan de ketting om haar hals
verzoop zowat in troebele gedachten
en ik weet het niet meer maar
het was een prachtige, prachtige nacht.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.