WUR stelt richtlijnen voor promotoren op

WUR heeft richtlijnen voor de begeleiding van promovendi opgesteld. Die moeten ervoor zorgen dat meer promovendi onderzoek (op tijd) afronden.
Foto: Guy Ackermans

De Wageningse onderzoekscholen hebben gezamenlijk nieuwe richtlijnen opgesteld om het promotietraject te verbeteren. Eén van de aanleidingen was dat sommige promovendi klaagden over werkdruk, onzekere huisvesting en onduidelijke begeleiding. De ‘guidelines for promotors, chair holders and chair groups related to the PhD programme’ moeten ervoor zorgen dat alle Wageningse promovendi een goede begeleiding en dezelfde behandeling krijgen.

Vier jaar

De richtlijn bevat een lijst van verantwoordelijkheden waaraan de promotor moet voldoen. Zo moet de promotor ervoor zorgen dat een voltijds PhD-project logistiek en financieel haalbaar is in vier jaar. Ook moet deze de promovendi helpen met het vinden van huisvesting, geregeld feedback geven op het werk van de PhD-student en ervoor zorgen dat de richtlijnen voor coauteurs in acht worden genomen. ‘De promotor is niet automatisch coauteur’, stelt de guideline. Naast de promotor moet er altijd nog een begeleider zijn, zodat de promovendus niet afhankelijk is van één persoon.

 We vinden het een stap vooruit dat de verantwoordelijkheden nu op papier staan 

Jasper Lamers van de PhD Council

Onderwijs

De leerstoelhouders moeten erop toezien dat de kwaliteit van de supervisie geregeld wordt besproken in het R&O-gesprek en dat de promovendus niet wordt overladen met onderwijstaken, zodat zij of hij te weinig tijd heeft voor training en onderzoek. Ook moet de leerstoelhouder ervoor zorgen dat het aantal promovendi per promotor niet te hoog wordt. De guideline noemt geen maximum aantal promovendi, aangezien de begeleidingscapaciteit afhangt van het type onderzoek, de kwaliteit van de promotor, het supervisieteam en de zelfstandigheid van de PhD-student.

Buddy

Verder moeten de leerstoelgroepen ervoor zorgen dat nieuwe promovendi een buddy krijgen. Dat kan een collega PhD-student van de leerstoelgroep zijn met wie de nieuwe promovendus haar of zijn vragen en problemen kan bespreken.

De regels zijn bedoeld als houvast voor de promovendi, zegt dean of research Wouter Hendriks. Als een promovendus meent dat haar of zijn promotor zich niet aan de richtlijnen houdt, kan ze dat melden bij de onderzoekschool, die dan in gesprek gaat met de promotor of leerstoelhouder. Hendriks: ‘Hiermee hopen we problemen vroegtijdig te kunnen identificeren om zodoende de uitval te verminderen en de promotieduur te verkorten.’

PhD Council

De Wageningen PhD Council is blij met de richtlijnen. ‘We hebben inspraak gehad in de richtlijnen en vinden het een stap vooruit dat de verantwoordelijkheden nu op papier staan’, zegt Jasper Lamers van de PhD Council. ‘Nu willen we graag weten of deze richtlijnen worden gevolgd. We hebben nu contactpunten nodig bij de onderzoekscholen waar we klachten kunnen doorgeven.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.