‘Sprinkhanenplaag bestrijden is een logistieke nachtmerrie’

Een sprinkhanenplaag van Bijbelse proporties trekt over Afrika. ‘Om een plaag succesvol te bestrijden moet je 90 tot 95 procent van de populatie doden,’ zegt, Arnold van Huis van het Laboratorium voor Entomologie. Resource stelde hem vijf vragen over sprinkhanenplagen.
Foto: Shutterstock

Hoe ontstaat zo’n plaag?
‘Woestijnsprinkhanen leven normaal gesproken solitair. Als er door gunstige weersomstandigheden, zoals veel regen, meer vegetatie is om te eten, vermenigvuldigen de sprinkhanen zich sneller. Als vervolgens een droge periode volgt, dan worden de gebieden die nog groen zijn steeds kleiner en daar concentreren zich dan de sprinkhanen. Een andere reden waardoor sprinkhanen dicht op elkaar komen te zitten is als ze een barrière tegenkomen zoals een bergketen of de Rode Zee, ook een berucht gebied voor het ontstaan van plagen. Eenmaal op elkaar gepakt worden sprinkhanen gregair, wat betekent dat ze hun kluizenaarsbestaan opgeven en gaan zwermen. De neurotransmitter serotonine bleek verantwoordelijk voor de gedragverandering. De sprinkhanen trekken elkaar aan, hun lichaam wordt korter en verkleurt van groen naar geel-zwart, en van graseters veranderen ze in veelvraten. Dit gebeurt niet in één keer, daar gaan ongeveer drie generaties overheen, wat in sprinkhaanlevenscycli ongeveer negen maanden is. Die overgang naar gregaire fase heeft te maken met fysiek contact; in het lab kan je die transformatie ook bewerkstelligen door met een penseeltje over de achterpoten te strijken.’

Dit soort plagen kunnen maanden tot jaren duren. 

Arnold van Huis van het Laboratorium voor Entomologie

Wat is de impact van zo’n zwerm?
‘Een sprinkhaan eet per dag zijn eigen gewicht, circa 2 gram, aan planten. Een ton sprinkhanen, slechts een klein deel van een zwerm, kan volgens schattingen van de FAO in een dag het voedsel van 2500 mensen verorberen. Een zwerm kan wel duizend vierkante kilometer groot zijn en dagelijks zo’n 100 tot 150 kilometer afleggen. Per vierkante kilometer bevinden zich al gauw zo’n 40 miljoen sprinkhanen die als een leger over het land trekken. Overal waar ze neerstrijken leggen ze ook weer eieren, zo’n 200 per vrouwtje, die voor een volgende sprinkhanengolf kunnen zorgen. Zo vertienvoudigt de populatie iedere paar maanden. Dit soort plagen kunnen maanden tot jaren duren. De laatste grote plagen in Afrika waren van 1986-1989 en van 2003 tot 2005. Vóór 1963 hebben we vijf grote plagen gehad die jaren hebben geduurd; één duurde zelfs wel 14 jaar (1949-1963).

 We hebben in eerder onderzoek aangetoond dat pesticiden sproeien zo’n 20 tot 30 procent van de dieren doodt 

Hoe kun je zo’n plaag bestrijden?
‘Lastig. Pesticiden zijn het enige middel. We hebben in eerder onderzoek aangetoond dat je met pesticiden sproeien zo’n 20 tot 30 procent van de dieren doodt. Wanneer een populatie zich met een factor 10 vermenigvuldigt dan moet je, om een plaag succesvol te bestrijden, 90 tot 95 procent van de populatie doden om deze weer op een stabiel niveau te krijgen. Dat gaat niet lukken met een paar sproeivliegtuigen. Bovendien hebben veel van deze landen er ook niet de capaciteit en de kennis in huis, omdat plagen niet zo vaak voorkomen. Het is wat dat betreft een logistieke nachtmerrie.
Als de sprinkhanen eenmaal zwermen gaan ze ook niet meer zo snel terug naar hun solitaire vorm. Het beste scenario is dat de weersomstandigheden veranderen en dat het bijvoorbeeld kouder wordt. Zo eindigde de plaag in de winter van 2005 toen de zwerm stierf door de kou in Noordwest Afrika.Een schrale troost is dat sprinkhanen wel eetbaar zijn. Dat wordt ook zeker gedaan in deze gebieden, maar als bestrijdingsmethode is consumptie zinloos. Een zwerm is vaak tientallen vierkante kilometers; de dieren vang je nooit allemaal en er valt niet tegenop te eten. Ook moet je trouwens oppassen dat ze geen bestrijdingsmiddelen bevatten. Er bestaan wel milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen, zoals een schimmelpreparaat. Maar daar gaan de sprinkhanen niet onmiddellijk aan dood en dat is eigenlijk wel wenselijk.’

 Het lijkt mij niet aannemelijk dat klimaatverandering de zwermen veroorzaakt 

Kunnen sprinkhanen ook de oversteek maken naar andere continenten?
‘In 1988 maakte een zwerm de oversteek van Mauritanië naar het Caribisch gebied. Die zwerm legde in een week wel 5000 kilometer af, maar dat was met de hulp van een cycloon waarop ze zijn meegelift. En soms zie je dat hele schepen bedolven worden over een zwerm, of dat ze op zee neerstrijken – dan ontstaat een eiland van sprinkhanen die elkaar uiteindelijk opeten.’

Kan zo’n plaag zich in Nederland voordoen, bijvoorbeeld door klimaatverandering?
‘Nee. Er zijn maar vier soorten sprinkhanen in Afrika die kunnen zwermen: de woestijnsprinkhaan (65 landen, van Mauritanië tot en met Bangladesh), de rode sprinkhaan (Oost- en zuidelijk Afrika), de bruine sprinkhaan (zuidelijk Afrika) en de treksprinkhaan (dikwijls in de Niger-delta). Deze zwermende soorten komen niet in Nederland voor.
Het lijkt mij ook niet aannemelijk dat klimaatverandering de zwermen veroorzaakt. Voor 1963 hebben we vijf van dit soort plagen gehad, daarna twee. Als het met klimaatverandering te maken zou hebben, dan zou ik eerder verwachten dat het aantal plagen toeneemt. Het is wel zo dat er de laatste tien jaar meer cyclonen in de Indische Oceaan zijn geweest (met name in 2018 en 2019) en zwermen hangen daar vaak mee samen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.