Zwijn en hert nadelig voor Veluwe

Zwijnen, herten en reeën zijn geliefd, maar schaden de Veluwse bossen.
Herten in het bos. Herten in het bos. Foto: Shutterstock

tekst: Nicole van ‘t Wout Hofland

Zwijnen, herten en reeën zijn geliefd bij recreanten, maar schaden op den duur de Veluwse bossen. Dat ontdekte promovendus Juan Ramirez Chiriboga.

Wilde hoefdieren zijn volgens Ramirez Chiriboga de ingenieurs van de bossen. ‘Ze passen hun leefomgeving aan doordat ze de grond vertrappen en omwoelen, bladeren en schors afgrazen en langs boomstammen schuren.’ In veel gemengde bossen, waar loof- en naaldbomen samen voorkomen, groeit de populatie wilde hoefdieren snel. Dit komt onder meer door afschotbeperkingen en een gebrek aan roofdieren.

Cameravallen

Ramirez Chiriboga onderzocht hoe herten, reeën en wilde zwijnen de gemengde bossen van de Veluwe in de afgelopen 33 jaar hebben veranderd. Hij bestudeerde gebieden van verschillende leeftijden die waren afgeschermd of juist toegankelijk waren voor wilde hoefdieren. Daarnaast maakte hij gebruik van cameravallen om toezicht te houden op het aantal dieren en hun gedrag.

Uit het onderzoek blijkt dat hoefdieren het bos op korte termijn minimaal beïnvloeden. Op de lange termijn ligt dat anders. De voorkeur voor sappige en makkelijk verteerbare bladeren van loofbomen vermindert de ondergroei en leidt tot een verschuiving naar naaldbos. In omheinde gebieden, die ontoegankelijk zijn voor hoefdieren, is de diversiteit veel hoger.

ungulates.jpg

Dunnere strooisellaag

Ramirez Chiriboga bestudeerde ook de laag plantaardig afval op de bosbodem: de strooisellaag. In omheinde gebieden bouwt deze zich langzaam op. In gebieden met hoefdieren neemt de dikte juist af. ‘Hoefdieren drukken de strooisellaag samen door eroverheen te lopen’, legt Ramirez Chiriboga uit. ‘Het omwoelen van de bodem, bijvoorbeeld door zwijnen, vermengt het plantenafval met de bodem. Ook daardoor wordt de strooissellaag dunner.’

 Hoefdieren drukken de strooisellaag samen door eroverheen te lopen 

Naast de directe gevolgen vond Ramirez Chiriboga aanwijzingen voor een domino-effect. Verminderde ondergroei geeft minder beschutting, waardoor de populatie knaagdieren afneemt. Daarnaast vermoedt Ramirez Chiriboga dat hoefdieren indirect het bodemleven beïnvloeden. Een dunne strooisellaag biedt namelijk minder ruimte en voedsel voor ongewervelde bodemdieren zoals wormen, die op hun beurt belangrijk zijn voor het vrijmaken van voedingsstoffen voor planten.

Hekken en roofdieren

De veranderingen aan de Veluwe door wilde hoefdieren werken decennia lang door. De toename van naaldbos leidt tot meer verdamping en dus verdroging. Ramirez Chiriboga adviseert parkbeheerders delen van het bos af te schermen voor wilde hoefdieren of roofdieren uit te zetten om het bos te herstellen.

Juan Ramirez Chiriboga promoveerde donderdag 10 Oktober 2019 bij Lourens Poorter, hoogleraar Bosecologie en Bosbeheer.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.