Liberale burgemeester met een sociaal hart

‘Als studenten me uitnodigen, probeer ik altijd te komen.’
Burgemeester Floor Vermeulen. Foto Duncan de Fey

Er waren wel wat gefronste wenkbrauwen toen hij aantrad: een VVD’er als burgemeester van het linkse Wageningen? Maar door altijd en overal enthousiast op te komen dagen, groeide Floor Vermeulen al snel uit tot een vertrouwd gezicht in de stad. Hij protesteert mee tegen de onderwijsbezuinigingen van kabinet-Schoof en vraagt aandacht voor jongerenwelzijn. Een gesprek over veiligheid op straat, het taboe rondom depressie en zijn socialistische familiegeschiedenis.

In juni 2021 begon Floor Vermeulen op 36-jarige leeftijd aan zijn eerste ambtstermijn als burgemeester van Wageningen. In augustus van dat jaar volgde zijn eerste echte kennismaking met de WUR-student: de AID-introductieweek. ‘Bij de AID heet ik nieuwe studenten welkom in Wageningen. Dat doe ik altijd samen met de rector. Een kans voor mij om iedereen even in de ogen te kijken. Superleuk, omdat je bijna iedereen later wel weer tegenkomt in de stad, zeker als ze hier een bachelor en een master doen.’

Tijdens dat welkom heten roept Vermeulen studenten steevast op om actief mee te doen. ‘Wees niet alleen bezoeker, maar word onderdeel van de stad. Veel studenten doen dat ook, met projecten zoals Oma’s Soep, waar studenten en senioren samen soep koken en spelletjes spelen, door te helpen bij een sportdag voor mensen met een beperking of door vrijwilligerswerk te doen op Bevrijdingsdag.’

Als ik de sterflats zie, voelt dat als thuiskomen.

Andersom probeert Vermeulen zich ook in te zetten voor de Wageningse student. ‘Als studenten iets organiseren, verenigingen een pand willen verduurzamen of als er een keer iets te vieren is en ze me uitnodigen, probeer ik altijd te komen. Dat is soms lastig voor de work-life balance en leidt bij mijn secretariaat weleens tot hoofdpijn, maar goed.’

Wat voor student was jij zelf eigenlijk?

‘Mijn bachelor Politicologie in Leiden heb ik keurig nominaal gehaald en ik deed er allerlei dingen naast zoals de opleidingscommissie en de faculteitsraad. Daarna ben ik enorm verzand in de master. Die heb ik ook nooit afgerond. Een klassiek verhaal: wél alle vakken gehaald maar nooit m’n scriptie ingeleverd. Op dat moment was ik al fractievoorzitter van de Provinciale Staten, dus ik had er gewoon geen tijd meer voor.’

Je werd burgemeester toen je 36 was en daarvoor was je al veertien jaar actief in de provinciale politiek. Je was er vroeg bij. Hoe kwam dat?

‘Ik kom uit een politiek geïnteresseerde omgeving. Mijn vader was een van de eerste boomkwekers die meedeed aan Milieu Project Sierteelt, waarbij ze probeerden om de milieu-impact van de sector te verminderen door te werken met natuurlijke bestrijdingsmiddelen zoals sluipwespen. Mijn moeder was onderwijzeres. Zij was actief voor de PSP, een voorloper van GroenLinks. In het gezin van mijn oma waren ze aanhanger van Ferdinand Domela Nieuwenhuis, de eerste anarchist in de Nederlandse politiek. Oma was mijn grootste fan: ze zou nóóit op mijn partij hebben gestemd, maar ze stemde wel op mij als ik op de lijst stond. Toen ik gedeputeerde werd van de provincie Zuid-Holland, heb ik een beeldje van Nieuwenhuis gekocht als aandenken. Dat staat nog steeds in mijn werkkamer en houdt in de gaten of ik de socialistische familiegeschiedenis niet vergeet.’

Burgemeester Floor Vermeulen. Foto Duncan de Fey

Hoe ben je met zo’n achtergrond bij de VVD uitgekomen?

‘Toen ik jong was, heb ik veel gelezen over het liberalisme, dat veel nadruk legt op vrijheid en verantwoordelijkheid van het individu. Even heel open: mijn vader is overleden toen ik elf was. Omdat mijn ouders niet getrouwd waren, kregen we geen weduwe- of wezenpensioen. Een maand later hebben ze die wet aangepast – en terecht – maar wij moesten het als gezin zelf zien te rooien. We hebben er met z’n drieën de schouders onder gezet en dat is gelukt. Er is bij mij toen een diepe overtuiging ontstaan dat je in het leven uiteindelijk je eigen boontjes moet zien te doppen.’

Je hebt bijna je hele leven in Boskoop, Zuid-Holland gewoond. Inmiddels ben je ruim vier jaar burgemeester van Wageningen. Voel je je al een beetje thuis?

‘Zeker. Als ik vanuit Ede Wageningen binnenrijd en ik zie de sterflats en de campus, dan is dat thuiskomen. De stad heeft alles: een bioscoop en theater, twee keer in de week markt, fijne winkels, gezellige cafés en veel vrijwilligers die de stad draaiende houden. Er is een grote doorloop – tien procent van de inwoners ververst ieder jaar – maar desondanks is er gemeenschapsgevoel. Dat kan alleen als men openstaat voor elkaar.’

De laatste tijd is er landelijk veel aandacht voor veiligheid op straat. Ook in Wageningen is dat een thema. Vorig jaar werd een promovendus op de campus mishandeld, waarna internationale studenten aangaven zich niet veilig te voelen in Wageningen. Ook recent zijn er weer geluiden van straatintimidatie (zie pagina 5).

‘Schandalig. Gelukkig zijn er drie mensen opgepakt voor die mishandeling, waarvan twee ook echt zijn veroordeeld (de derde verdachte was minderjarig en is vrijgesproken door de kinderrechter, red.). Dat laat zien dat daders er niet mee wegkomen: ze krijgen straf én een strafblad. Wel vind ik dat slachtoffers vaak te lang moeten wachten op een uitspraak. Er zijn te weinig rechters, rechercheurs en officieren van justitie. Dat is zorgelijk. In dit geval duurde het langer dan een jaar. Ik snap heel goed dat je als slachtoffer denkt: pak die lui! Maar in Nederland ben je een verdachte totdat je bent veroordeeld.’

Slachtoffers moeten te lang wachten op een uitspraak.

‘Vanwege de zorgen bij een deel van de internationale studenten hebben we toen samen met de politie en de universiteit een bijeenkomst gehouden over veiligheid. Daarin werd ook uitgelegd hoe het Nederlandse rechtssysteem werkt. Met zoveel internationale studenten die vaak andere soorten rechtssystemen gewend zijn, moeten we dat misschien elk jaar doen. En misschien moeten we als land eens gaan kijken of de manier waarop we veiligheid regelen nog wel bij de huidige tijd past.’

‘Ik maak me zorgen over de krapte bij de politie. Twee jaar geleden kreeg ik te horen dat ik minder agenten krijg. Er is een landelijk tekort van 800 miljoen euro. Ja, maar wat als het hier dan een keer uit de hand loopt? Dan krijgen we vanzelf weer meer agenten, zeiden ze. Maar dan is het dus te laat. Dat kan niet. We moeten als land meer investeren in veiligheid.’

Je bent voorzitter van Netwerk Kennissteden Nederland. Daar probeer je het thema jongerenwelzijn te agenderen. Waarom is dat belangrijk?

‘Sinds ik burgemeester ben, heb ik vier keer meegemaakt dat een student zelfmoord pleegt. Dat raakt mij diep. Ook persoonlijk, want zo heb ik mijn vader ook verloren. Ik vind het mooi dat studenten het voortouw nemen om het taboe rondom depressie te doorbreken. Bijvoorbeeld met het symposium over suïcidale gedachten in de Grote Kerk afgelopen mei door Ceres. Precies in die week besloot iemand om uit het leven te stappen, dat was heel verdrietig. Toch ging het symposium door. Ik ben enorm trots op hoe de vereniging daarmee is omgegaan. Dat geldt ook voor de andere verenigingen die hiermee te maken hebben gehad.’

In Nederland vinden we mentale gezondheid een moeilijk onderwerp.

‘In Nederland vinden we mentale gezondheid een moeilijk onderwerp. Des te belangrijker dat we erover praten. De een krijgt een hartinfarct, de ander wordt depressief. De vraag is: hoe vind je de weg terug? Bij een hartprobleem wordt iemand geopereerd, accepteren we dat herstel tijd kost en vragen we hoe het gaat. Maar als er iets in iemands hoofd gebeurt, vinden we dat ineens ingewikkeld. Terwijl depressie óók een ziekte is, een die we net zo serieus moeten nemen, waar we met dezelfde zorg en openheid over moeten praten en waarbij we mensen ook de ruimte moeten geven om te herstellen.’

Ook op dat terrein zie je de rijksoverheid een terugtrekkende beweging maken.

‘Iedereen zegt jongerenwelzijn belangrijk te vinden, maar ondertussen wordt er wel bezuinigd op het Trimbos Instituut, dat een belangrijke rol speelt bij het tegengaan van excessief middelengebruik. Wat de effecten daarvan gaan zijn, zullen we over een paar jaar zien. En dan wordt tegen ons als steden gezegd: los het maar op.’

Afgelopen jaar heb je je op meerdere manieren uitgesproken tegen de bezuinigingen op het hoger onderwijs, bijvoorbeeld met een interview in het NRC of door mee te doen aan een protest in Den Haag.

‘De universiteit is ontzettend belangrijk voor Wageningen. Een kwart van onze inwoners is student, en dan tel ik de medewerkers dus nog niet eens mee. De grote innovaties uit het verleden zijn bovendien niet door bezuinigingen tot stand gekomen. Slimme landen investeren in kennis, innovatie en onderwijs. Het huidige kabinet bezuinigt erop en probeert kennismigranten buiten de deur te houden, terwijl wij hen hard nodig hebben voor de toekomst van ons land.’

Grote innovaties uit het verleden zijn niet door bezuinigingen tot stand gekomen.

‘Die boodschap probeer ik over te brengen, al voelt het soms alsof je praat tegen een muur. Gelukkig lukt het bedrijven zoals ASML soms toch door die muur te breken. Maar er zijn meer sectoren om trots op te zijn en waar investeringen hard nodig zijn. Ik blijf me dus uitspreken. Vindt het nu geen gehoor, dan misschien in de toekomst, want er komt altijd weer een volgend kabinet.’

Hoe kijk je naar de relatie tussen de stad en de universiteit?

‘De relatie is goed, we nemen elkaar serieus. We hebben regelmatig overleg met de raad van bestuur, dus we zullen elkaar ook snel vinden als het een keer moeilijk wordt. Elke week praten we over zaken zoals studentenwelzijn, de bezuinigingen, vastgoed en het vestigingsklimaat. Ook zijn er leuke initiatieven zoals Wetenschappers op de Markt, waarbij de verbinding met inwoners wordt gezocht, of Wageningen 2120, een toekomstvisie voor de stad met Tim van Hattum.’

De verkiezingen staan voor de deur. Je hebt veel dingen genoemd waarin moet worden geïnvesteerd, van onderwijs en innovatie tot jongerenwelzijn en veiligheid. Wat moet een nieuw kabinet straks als eerste doen?

‘We zitten in een tijd van ongekend wantrouwen in de landelijke politiek. Ik hoop dat een nieuw kabinet de rust een beetje terug kan brengen en naar de lange termijn kijkt. Investeer in de toekomst van dit land, in innovatie en onderwijs en in sectoren waarin we al vooroplopen, zodat we daar nog beter in worden. Waar wachten we op? Andere landen en continenten wachten niet. We hebben een deltacommissaris om ons land te behoeden voor overstromingen. Er zou ook een innovatiecommissaris moeten komen om over alle ministeries heen te zeggen: zo kan Nederland innovatief blijven.’

‘Tegelijkertijd moeten we ook investeren in veiligheid en defensie. Ook dat kost geld. Maar investeringen in innovaties kunnen bijdragen aan een sterkere economie, waardoor je weer meer aan defensie kan bijdragen. Je moet het allebei doen.’

CV Floor Vermeulen
1984 // Geboren te Boskoop
2004-2007 // bachelor Politicologie, Leiden
2007-2014 // lid Provinciale Staten
2015-2021 // Gedeputeerde voor provincie Zuid Holland
2021-heden // Burgemeester van Wageningen

Denk jij aan zelfdoding? Of maak je je zorgen over anderen? Praat erover. Bij 113 staat 24/7 iemand voor je klaar. Bel gratis en geheel anoniem met telefoonnummer 0800-0113 of chat via 113.nl

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.