Opinie: ‘Niet bezuinigen op academische vrijheid’

‘Laten we terugkeren naar waar het bij universiteiten om zou moeten gaan.’
Foto Marte Hofsteenge

Het hoger onderwijs in Nederland en daarbuiten verkeert in zwaar weer. Als gevolg van bezuinigingen door de overheid nemen veel universiteiten drastische maatregelen: bachelor- of masteropleidingen worden stopgezet, afdelingen worden opgeheven en mensen worden ontslagen. Ook WUR heeft onlangs bezuinigingsmaatregelen aangekondigd die zullen leiden tot het verlies van 130 tot 180 banen. We willen benadrukken dat het verschrikkelijk is om banen te schrappen en we zijn solidair met degenen wier baan op de tocht staat.

De huidige financiële problemen zijn echter niet alleen het gevolg van bezuinigingen, maar ook van de manier waarop de universiteiten zijn georganiseerd. Daar verandert de val van het kabinet niets aan, ook al geeft dat wellicht enige hoop op het terugdraaien van de bezuinigingen. De afgelopen decennia hebben universiteiten – en WUR is daarop geen uitzondering – de New Public Management-benadering omarmd, wat neerkomt op het overnemen van principes uit het bedrijfsleven in de veronderstelling dat dit de efficiëntie en effectiviteit van de universiteit zal verbeteren. Dit heeft geleid tot een ‘corporate’ universiteit, die wordt gekenmerkt door een toename van prestatiemetingen, interne concurrentie, facturering, outsourcing en jargon uit het bedrijfsleven. Zo is de personeelsadviseur, die vroeger de collega van de academicus was, omgevormd tot de ‘HR-businesspartner’. De academicus is op zijn beurt klant geworden en ontvangt regelmatig een klanttevredenheidsenquête om de prestaties van de ‘businesspartner’ te evalueren.

De huidige financiële problemen zijn ook het gevolg van de manier waarop de universiteiten zijn georganiseerd. Daar verandert de val van het kabinet niets aan

Natuurlijk zijn zij geen echte businesspartners: academici kunnen niet kiezen tussen verschillende aanbieders. Het is in feite een façade die een niet-bestaande (markt)logica promoot. En hoewel deze logica op HR-gebied relatief onbelangrijk is, geldt dat niet voor financieel beheer en controle. De marktfaçade dwingt academici in feite om mee te gaan in een schijnlogica die rechtstreeks van invloed is op hoe zij zich als collega’s gedragen, hoe zij tegen hun academische werk aankijken en hoe zij hun werk doen. En dit brengt de kern van wat de universiteit zou moeten zijn direct in gevaar: academische vrijheid.

Een recent rapport van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen bevestigt dit punt en geeft aanleiding tot ernstige bezorgdheid over de academische vrijheid in Nederland. Volgens dit rapport is het van cruciaal belang dat er naast strategisch onderzoek voldoende financiële ruimte is voor vrij, door nieuwsgierigheid gedreven onderzoek: ‘Een grote afhankelijkheid van projectfinanciering (in de tweede of derde geldstroom) kan leiden tot ongewenste beperking van de academische vrijheid.’

Wij vinden dit zeer verontrustend, temeer omdat we hierover weinig horen in de discussies over en plannen voor bezuinigingen. Op deze manier versterken de huidige bezuinigingen, die via de corporate universiteit worden doorgevoerd, de huidige uitdaging van wat universiteiten zouden moeten vertegenwoordigen aanzienlijk. Het gevaar is reëel dat wanneer universiteiten hun huidige organisatie, mentaliteit en taal uit het bedrijfsleven behouden en daar bezuinigingen aan toevoegen, we een dramatische toename van de werkdruk en een verdere uitholling van de academische vrijheid zullen zien.

In de praktijk wordt academische vrijheid sterk ingeperkt door de leerstoelgroepen als bedrijfsonderdelen te behandelen

Bij WUR is deze inperking van de academische vrijheid niet het gevolg van het feit dat de leiding het principe zelf niet verdedigt – dat doen ze wel. Maar in de praktijk wordt die sterk ingeperkt door de leerstoelgroepen als ‘bedrijfsonderdelen’ te behandelen. Dit maakt academici in feite tot consultants die zich voortdurend moeten richten op het binnenhalen van meer geld om a) het onderzoeksgedeelte van hun eigen salaris en zelfs hun opleiding te bekostigen, en b) de overheadkosten te blijven betalen van een enorme bureaucratie die ons werk vaak moeilijker maakt in plaats van makkelijker. We willen dit illustreren met een voorbeeld. Vanwege de precaire financiële situatie staan we onder druk om meer externe financiering aan te trekken. Onlangs werkten we in een van onze groepen aan het verkrijgen van door de EU gefinancierde Marie Curie Training Networks en Postdoctoral Fellowship. In tegenstelling tot EU Horizon Research & Innovation-subsidies maken deze financieringsregelingen nog steeds onderzoek op basis van nieuwsgierigheid mogelijk. Terwijl ze in het verleden budgetneutraal waren, of zelfs konden worden aangewend om personeelskosten te dekken, leiden deze regelingen nu tot negatieve financiële resultaten als gevolg van nieuwe WUR-tarieven en hogere overheadkosten. Als gevolg daarvan mogen we niet doorgaan met deze acquisities of worden we ontmoedigd om dat te doen. Dit beperkt het soort onderzoek dat we kunnen doen nog verder en in feite worden we gedwongen om ons terug te trekken uit langdurige samenwerkingsverbanden.

Door de inkrimping van het onderzoeksgebied als gevolg van bezuinigingen worden steeds vaker alleen die vragen gesteld waarvoor gevestigde overheids-, particuliere of andere instellingen bereid zijn te betalen. Meer fundamentele onderzoeksvragen, met name die welke de huidige machts- en privilege-structuren ter discussie stellen, die volgens WUR aan de basis liggen van de problemen die zij zegt te willen aanpakken, worden zelden gefinancierd. Deze centrale tegenstrijdigheden en kwesties komen niet expliciet aan de orde in de aangekondigde bezuinigingsmaatregelen van WUR.

Wij pleiten voor een fundamentele discussie over hoe we de universiteit structureel kunnen herzien en herstellen

Daarom pleiten wij voor een fundamentele discussie over hoe we de universiteit structureel kunnen herzien en herstellen. Onze grootste zorg is dat het systeem zoals het nu is, blijft bestaan, terwijl er talloze bezuinigingen worden doorgevoerd die nog meer onnodige druk zullen uitoefenen op het academisch en ondersteunend personeel en op de academische vrijheid. In plaats van ons te vragen met voorstellen voor bezuinigingen te komen, zouden we ons moeten richten op het aanpakken en oplossen van de al lang bestaande fundamentele tegenstrijdigheden en problemen die de academische wereld ondermijnen, zodat WUR, en ook andere universiteiten, zich weer kunnen concentreren op hun rol als publieke instelling, met als kernfuncties onderwijs, onderzoek en maatschappelijke betrokkenheid op basis van coöperatieve principes van vertrouwen, samenwerking en openbare dienstverlening.

Han Wiskerke, leerstoelhouder Rurale Sociologie
Bram Büscher, leerstoelhouder Sociologie van Ontwikkeling en Verandering
Edward Huijbens, leerstoelhouder Culturele Geografie
Rutgerd Boelens, persoonlijk hoogleraar Water Resources Management
Bas Zwaan, leerstoelhouder bij het Laboratorium voor Erfelijkheidsleer
Marc Naguib, leerstoelhouder Gedragsecologie

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.