Falen en opstaan: Affif Grazette

‘Ik moedig promovendi in onze groep aan om interessante data verder te onderzoeken. Zie je iets bijzonders? Ga er achteraan en maak het af.'
Illustratie Stijn Schreven

Een mislukte proef, een afgewezen artikel: in de wetenschap wordt het al gauw bestempeld als falen. En erover praten? Dacht het niet. In deze rubriek doen collega’s dat wel. Want falen is nuttig. Dit keer Affif Grazette, researchmanager bij Bioprocess Engineering.

‘Vier maanden na de start van mijn promotieonderzoek publiceerde een andere onderzoeksgroep precies de eiwitstructuur die ik wilde bepalen. Dat was balen, maar ik herpakte me. Ik bedacht een nieuw project, dit keer rond een eiwit dat betrokken is bij DNA-reparatie. Tegen het einde van mijn promotie had ik een interessante structuur te pakken, al was die nog niet helemaal compleet. Na eerder gescoopt te zijn, wilde ik niets liever dan mijn resultaten publiceren.

Ik had gefaald. Niet omdat het werk niet goed was, maar omdat ik mijn stem niet had gebruikt. Ik had moeten vechten voor mijn publicatie

Ik werkte alle data uit voor mijn proefschrift en markeerde delen die samen een volwaardige publicatie vormden. Daarmee stapte ik naar mijn begeleider. Zij vond het nog te mager. ‘Liever wachten op een high-impactartikel’, zei ze. Ik begon te twijfelen: was mijn werk dan toch niet voldoende waard? Als promovendus voelde ik me niet zelfverzekerd genoeg om in te gaan tegen iemand die al jaren professor is.

‘Twee weken voor mijn verdediging verscheen er een Nature-paper met ‘mijn’ eiwitstructuur. Ik kon het niet geloven. Wéér gescoopt. Ik had weer gefaald. Niet omdat het werk niet goed was – de andere groep had vrijwel hetzelfde gedaan als ik – maar omdat ik mijn stem niet had gebruikt. Ik had moeten vechten voor mijn publicatie. Ik promoveerde wel, maar in de wetenschap weegt een publicatielijst zwaar. Zonder publicaties was mijn kans op een postdoc, en tenure track, verkeken. Als ik het opnieuw moest doen, zou ik het artikel zeker publiceren. Het is ongebruikelijk, maar het kan ook zonder toestemming van je begeleider. Misschien had het mijn carrière een heel andere wending gegeven.

‘Ik moedig promovendi in onze groep aan om interessante data verder te onderzoeken. Zie je iets bijzonders? Ga er achteraan en maak het af. Ook als het ‘maar’ een methode is, of zelfs een negatief resultaat. Ik zeg: publiceer en zorg dat je naam bekend wordt.’

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.