Vallende piano’s, ‘holmaeten’ en Tante Dien

H6, een klassiek studentenhuis.
Vlnr: Myko Lamers, Remus Bende en Wytse Doude van Troostwijk Foto Guy Ackermans

Afgelopen maand verscheen het boek Heb je ooit zo’n stuk gezien? over studentenhuis H6 (Herenstraat 6). Resource ging langs en dook samen met bewoners in de geschiedenis van hun huis. Een huis dat volgens het bordje boven de voordeur ‘uitsluitend voor heren’ is, maar waar ene tante Dien ruim vijftig jaar na haar overlijden nog altijd de dienst uitmaakt.

Aan de muur van de ‘heerenkamer’ op de begane grond hangt een schilderij van een vrouw die je vanachter haar vlindermontuur indringend aankijkt. Het is Everdiena Hendrika van Laar, beter bekend als tante Dien. ‘Een belangrijk persoon uit onze geschiedenis’, zegt Wytse Doude van Troostwijk (23). Samen met zijn huisgenoten Remus Bende (21) en Myko Lamers (19) vertelt hij onder het genot van een bakje koffie over de roemruchte geschiedenis van hun huis. ‘Tante Dien was ploertin — een soort hospita — en verhuurde kamers aan studenten vanaf 1937. Je moest niet met haar sollen: ze schijnt behoorlijk streng te zijn geweest. Zo mochten H6’ers geen vrouwen op bezoek krijgen. Toch was ze zeer geliefd, want ze had een hart van goud.’

Corpsploertinne

Bende vult aan: ‘Tante Dien woonde in een deel van onze huidige keuken. Elke ochtend zette ze ‘toet’, dan kwam iedereen beneden koffie drinken. Zo zorgde ze voor verbinding tussen de bewoners.’ In 1962 werd tante Dien als een koningin met de koets naar de sociëteit van Ceres gereden om ingehuldigd te worden als ‘corpsploertinne’. Nadat ze in 1962 van H6 naar het Emmapark verhuisde, kwam ze nog dagelijks langs om toet te zetten.

We drinken nog dagelijks om half elf toet met iedereen die thuis is

‘Het is een typische H6-traditie geworden’, vertelt Doude van Troostwijk. ‘In 1969 overleed tante Dien, maar nog steeds drinken we dagelijks om half elf toet met iedereen die thuis is.’ Vijfentwintig jaar na haar overlijden kreeg een andere generatie H6’ers het voor elkaar om een nieuwe straat achter het huis naar haar te vernoemen: de Tante Diensteeg.

Kat-en-muis

Ondanks haar prominente rol gaat het boek over meer dan alleen tante Dien. Het begint met een korte geschiedenis van het pand zelf, dat in 1738 – 1739 werd gebouwd in opdracht van Lubbert Adolf Torck (burgemeester van Wageningen en naamgever van het Torckpark). Daarna volgen hoofdstukken over periodes van vijf jaar — elk geschreven door mensen die er toen woonden — die worden afgewisseld met hoofdstukken over belangrijke personen uit de H6-geschiedenis. ‘Het biedt inkijkjes in de tijdgeest en hoe het studentenleven er door de jaren heen uitzag’, zegt Doude van Troostwijk. ‘Ons hoofdstuk gaat voornamelijk over H6 in coronatijd. Kat-en-muis spelletjes met de politie om tijdens de lockdown toch naar huisfeestjes te gaan, bijvoorbeeld.’

Damesbezoek

Met de jaren veranderde er veel in H6. Zo werd er vóór 1965 geen alcohol gedronken— dat deed je alleen op de sociëteit. In 1971 was dat waarschijnlijk al anders, aangezien toen het begin van het huislied werd geschreven (de eerste zin luidt: ‘H6, H6, H6 gaat aan de fles!’). En waar er in de tijd van tante Dien geen dames welkom waren in het pand, werd dat later steeds normaler. Bende: ‘Ook dat kwam met tradities. Je moest je als vriendin van een H6’er bijvoorbeeld wel inkoken, oftewel koken voor heel het huis. WUR-voorzitter Sjoukje Heimovaara heeft dat nog gedaan in de jaren tachtig.’

WUR-voorzitter Sjoukje Heimovaara heeft zich ook ‘ingekookt’ in de jaren tachtig

Kamerdelen is in H6 al vijftig jaar traditie en nog steeds de norm. Doude van Troostwijk: ‘Van de zestien man die hier nu wonen, delen er tien een kamer. Huisgenoten heten hier maeten, dus je kamergenoot is hier je holmaet.’ Bende: ‘Ik ben drie jaar holmaet met Matt: tegenwoordig is kamerdelen ongebruikelijk, maar zo creëer je wél een goede band met elkaar.’

Vallende piano’s

Door de jaren heen zaten veel H6’ers bij roeivereniging Argo of bij Malac Banda, de zigeunerband van Ceres. Doude van Troostwijk: ‘Aangezien de Argonauten vroeg op moesten om te trainen en de bandleden juist tot diep in de nacht aan het spelen waren, was er vaak strijd tussen hen.’ De band met Argo zorgde ervoor dat twee boten naar Tante Dien werden vernoemd. ‘Een daarvan hangt hier op zolder’, zegt Doude van Troostwijk trots. ‘De ander ligt bij Argo en daarin wordt nog jaarlijks de Varsity geroeid door H6’ers.’

Toen het laatste Malac Banda-lid H6 verliet, werd ook zijn piano ceremonieel het raam uit gegooid. Sindsdien halen huisgenoten die vertrekken ergens gratis een oude piano op om die samen met hun lichting naar de bovenste etage te tillen en het raam uit te gooien. Doude van Troostwijk: ‘Vandaar ook het bord met ‘pas op: vallende piano’s’ dat buiten hangt. We zorgen er natuurlijk wel voor dat mensen op veilige afstand blijven.’

‘Honderdjarig’ bestaan
Het idee voor een jubileumboek ontstond al in 2017, toen het honderdjarig bestaan van H6 werd gevierd. In 2022 ging dat balletje pas echt rollen en werd er een redactie gevormd. Bij het schrijven van het boek bleek echter dat dat honderdjarige bestaan wel met een dikke korrel zout moest worden genomen. Lange tijd woonden er namelijk ook gezinnen, en in 1957 werd er zelfs nog een baby geboren in H6. Sinds 1958 worden er voor vrijkomende kamers exclusief (mannelijke) corpsleden gevraagd. ‘Een studentenkast in de ware zin van het woord is H6 pas sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw’, aldus de redactie.

Het boek Heb je ooit zo’n stuk gezien is nu exclusief te koop bij Kniphorst en te bestellen bij maetschapH6@gmail.com of jevaner@xs4all.nl.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.