Politiek is verdeeld over landbouw en natuur, maar ‘hoogste tijd dat er keuzes worden gemaakt’

In Omnia debatteerden dinsdagavond woordvoerders van acht politieke partijen.
Politicians in discussion during the agriculture and nature debate at Wageningen University & Research. From the left: Thom van Campen (VVD), Eva Akerboom (Partij voor de Dieren), Eline Vedder (CDA) and Pieter Grinwiss (ChristenUnie). Photo Elly Molenaar

Gezocht: dappere leiders met een visie. Dat is de grootste wens van Sjoukje Heimovaara, bestuursvoorzitter van Wageningen University & Research, als het gaat om de uitkomst van de Tweede Kamerverkiezing van volgende week. Die visie is dan vooral gericht op het gebied van landbouw en natuur. ‘Boeren willen best investeren, maar dan moeten ze wel duidelijkheid hebben. Daar heeft het de afgelopen jaren aan ontbroken’, aldus Heimovaara.

Ze deed haar uitlatingen aan het begin van het verkiezingsdebat over landbouw en natuur dinsdagavond in het debatcentrum van Wageningen University & Research (WUR). Samen met De Gelderlander, de andere regionale dagbladen van uitgever DPG en het AD was WUR organisator van het debat.

De veestapel moet met 75 procent krimpen. De toekomst is plantaar­dig

Eva Akerboom (Partij voor de Dieren)

De woordvoerders op deze twee onderwerpen van acht partijen gaven – voor een volle zaal met studenten, onderzoekers en een enkele boer – hun visie op onder meer de stikstofproblematiek. Een gezamenlijke visie die de boeren vertrouwen geeft voor een toekomst met perspectief lijkt echter nog ver weg.

Veestapel krimpen. Of niet?

Heimovaara hield de deelnemers aan het debat voor dat het de hoogste tijd is dat er keuzes worden gemaakt. ‘Er moet iets gebeuren, al had dat natuurlijk in het vorige kabinet al gemoeten. Maar liever goede keuzes dan snelle keuzes, want te veel inzetten op kleinere deelkeuzes kan over vijf jaar weer voor andere problemen zorgen.’

Voor Eva Akerboom (Partij voor de Dieren) is de keuze duidelijk: ‘De veestapel moet met 75 procent krimpen. Dat biedt ruimte voor het verbouwen van voedsel voor de mensen in plaats van voor dieren. De toekomst is plantaardig.’

Sinds de Tweede Wereldoor­log hebben we goed geprodu­ceerd, voor een lage prijs en met goede kwaliteit. Daar geloof ik nog steeds in

Thom van Campen (VVD)

Dat vindt Cor Pierik (BBB) niet: ‘Minder dieren mag geen doel op zich zijn.’ Hij wijst erop dat veel (vee-)boeren al vrijwillig zijn gestopt. ‘Een nieuwe opkoopregeling mag alleen maar op vrijwillige basis zijn.’ Harm Holman (NSC) wil af van het politieke ‘gekissebis’: ‘We moeten de stikstofaanpak uit het slop trekken, natuur herstellen en boeren perspectief bieden.’

Spreken over dezelfde werkelijkheid

Tjeerd de Groot (D66) maakt zich zorgen over de aarde: ‘Als we tien miljard mensen op dezelfde manier willen voeden als nu, moeten we drie aardes hebben. We hebben er maar een. We moeten op een andere manier landbouw gaan bedrijven: kringlooplandbouw.’ Daarbij moet de veestapel krimpen.

Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) is daar ook een voorstander van: ‘We moeten eerlijk zijn. Er zijn forse ingrepen in met name de veehouderij nodig. De Nederlandse landbouw moet weer in evenwicht komen met de natuur.’ Ze maakte zich boos over de interpretatie van de BBB over biodiversiteit. Volgens Pierik was die sinds 1990 met 2,2 procent toegenomen, terwijl zij en De Groot juist spreken over een flinke teloorgang van soortenrijkdom: ‘Als we het al niet over dezelfde werkelijkheid hebben…’

Tjeerd de Groot (D66) richt zich tot Harm Holman (NSC). Cor Pierik (BBB) en Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) luisteren. Foto Elly Molenaar

Vakmanschap gebruiken

Eline Vedder (CDA) – zelf veeboerin – pleit voor een toekomstbestendige landbouw. ‘Wij boeren voelen dat daar ruimte voor is. Er is genoeg vakmanschap in Nederland.’ Zij ziet voor de Nederlandse boer een rol in Europa. ‘Het is verstandig als elk land doet waar het goed in is.’ Dat vindt Pieter Grinwis (ChristenUnie) ook: ‘In Nederland zijn we goed in zaaizaad en pootaardappelen en daar moeten we ons op richten.’

Thom van Campen (VVD) wees op de kracht van de Nederlandse landbouw: ‘Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben we goed geproduceerd, voor een lage prijs en met goede kwaliteit. Daar geloof ik nog steeds in. Het moet alleen op een andere manier, met aandacht voor water- en luchtkwaliteit en natuur.’

Heimovaara was na de discussie nog niet al te optimistisch of de dappere leiders samen zullen opstaan voor een visie op lange termijn. ‘In het begin leek het heel even of de partijen elkaar vonden. Maar even later bleek toch weer dat een consensus heel ver weg is.’

Bron: De Gelderlander/Arnold Winkel

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.