Wetenschappers op Wageningse weekmarkt

Het was een beetje een wild idee: zou het niet leuk zijn om met een flink aantal onderzoekers naar de markt te gaan en daar de Wageningers op te zoeken? Om wat meer te vertellen over waar WUR zoal mee bezig is en ze te vragen naar hun vragen – kortom, om campus en stad dichter bij elkaar te brengen?

Woensdag werd de proef op de som genomen, ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar. Verspreid over de zonovergoten weekmarkt stonden zo’n kleine dertig WUR-onderzoekers. Niet bij een fancy stand of groot podium, maar laagdrempelig en ‘aanraakbaar’, aan een simpele sta-tafel.

Naast de poelier stonden bijvoorbeeld universitair hoofddocent Sonja de Vries en promovendus Roseanne Minderhoud. Beiden bestuderen ze eiwitten – De Vries in de context van diervoeding, Minderhoud voor humane voeding. Samen lieten ze de Wageningers raden hoeveel pinda’s, kikkererwten, kipfilet, kaas of witvis een gemiddeld persoon per dag moet eten om voldoende lysine binnen te krijgen, een aminozuur dat het menselijk lichaam niet zelf kan aanmaken. Spoiler: voor kikkererwten bedraagt dat bijna 800 gram; voor kipfilet nog geen 80.

Stadsgenoten

Bij de bloemenkraam was Casper Quist te vinden, docent bij Biosystematiek (Plantenwetenschappen). Hij vond het een goede zet dat WUR de banden aanhaalt met zijn stadsgenoten. Zelf is hij daar ook mee bezig, bijvoorbeeld in de vorm van ultralokale biodiversiteitstoers: samen met buurtbewoners en een WUR-expert determineren welke soorten zoal voorkomen in en om een willekeurige Wageningse voortuin – met tips om de soortenrijkdom verder te vergroten. Op de markt werd dat idee enthousiast onthaald.

Tegenover de poelier stond Bram Bos, senior onderzoeker bij Wageningen Livestock Research. Hij toonde op mini-formaat een nieuwe denkrichting voor pluimveestallen, die de uitstoot van fijnstof en stikstof fors lijkt te kunnen reduceren en tegelijkertijd het dierenwelzijn ten goede komt. Via een video op z’n laptop toonde hij de marktbezoekers hoe een kleinschalige, eerste proef eruit had gezien. Binnenkort valt er meer over te vertellen, beloofde Bos.

Eyeopener

Iets verderop verkende gedragswetenschapper Ana Coiciu hoe ‘de gemiddelde Wageninger’ denkt over gebruik van een app die persoonlijke eetadviezen geeft, afgestemd op waar je je bevindt en op het voor jouw metabolisme optimale eetmoment. De onderonsjes met de marktbezoekers leverden haar eyeopeners op voor haar promotie-onderzoek, vertelde ze. ‘Hier hoor je écht wat mensen denken. Dat is toch anders dan in de setting van een onderzoekspanel.’

Jasper Scholl, promovendus bij Consumption & Healthy Lifestyle, had dezelfde ervaring. Gewapend met een schaaltje stroopwafeltjes en een koptelefoon voor een audio-oefening, polste hij de bereidheid van oudere Wageningers om via een mindfulness-app anders te eten (aandachtiger kauwen) en daarmee hun hersengezondheid te verbeteren. Mede dankzij de stroopwafeltjes had hij vrijwel voortdurend aanloop. ‘Voor mij is dit een perfecte gelegenheid om niet voornamelijk te hoeven uitgaan van literatuur. In die paar uurtjes hier op de markt heb ik al meer ouderen gesproken dan in de zes maanden dat ik nu met mijn PhD bezig ben’, constateerde hij lachend.

Dichterbij brengen

En de Wageningers? ‘Wat leuk dat de universiteit dit doet!’, zei een echtpaar. ‘Van mij mag dit wel vaker gebeuren’, antwoordde een Renkummer wiens zoon studeert bij WUR (‘ik weet dus wel ongeveer waar WUR voor staat’). En: ‘Ik wist niet zo goed wat ik de wetenschapper moest vragen, maar eenmaal aan de praat was het heel leuk’, aldus een oudere dame.

Ook WUR-bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara en burgemeester Floor Vermeulen, die samen langs de statafeltjes slenterden en veel aanspraak hadden van marktbezoekers, toonden zich enthousiast. ‘Fysiek is de campus hartstikke dichtbij; gevoelsmatig is de afstand soms wat groter. Het is al langer een wens van ons om stad en campus dichter bij elkaar te brengen. Ik denk dat dat vandaag uitstekend is gelukt en we zien nog veel meer mogelijkheden, bijvoorbeeld om samen te werken aan onderwerpen uit de Stadsagenda’, aldus Vermeulen.

Op de markt en in de klas
Naast ‘Wetenschappers op de markt’ vond woensdag ook ‘Wetenschappers in de klas’ plaats, waarmee WUR wetenschap naar leerlingen van basis- en middelbare scholen brengt. Op Pantarijn namen WUR-studenten dat voor hun rekening, bijvoorbeeld door sensorisch onderzoek te doen met de scholieren: proefjes met blind proeven en een geurtest. De gastlessen op de basisscholen werden verzorgd door onderzoekers en docenten. Zo nam microbioloog Gosse Schraa groep 5 van de Brinkschool mee in de wereld van micro-organismen, nadat hij een week eerder al met petrischaaltjes langs was geweest om schimmels te kweken. Met succes: ‘De mijne is zo groot dat hij bijna uit het schaaltje wil kruipen’, aldus een van de leerlingen.

Lees ook:

De eerste hooggeleerde viroloog

[De Stelling] ‘Experts zijn vaak niet de beste personen om te communiceren over onderwerpen binnen hun expertiseveld’

RummiCup voor nieuwe Wageningse kennismakingen