Column Guido Camps: Housingplan

'Ik heb werkelijk helemaal niemand gehoord die er iets positiefs in ziet.'

Als ik terugdenk aan mijn eigen PhD-onderzoek, dan was een van de leukste dingen het delen van lief en leed met mijn kamergenoten die ook hun PhD deden. Je eerste publicatie, een zwaar gesprek met je begeleiders of een onbegrijpelijke vraag van de Medisch-Ethische Toetsingscommissie: alles werd besproken en verwerkt in de veilige gezamenlijkheid van mijn PhD-kamer.

Soms vertrok er natuurlijk iemand na het verdedigen van zijn proefschrift en dan werd er een nieuwe collega verwelkomd, die geleidelijk door de kronkels van het Training and Supervision Plan, het research proposal en het geven van colleges werd geleid door de meer ervaren PhD-studenten in de kamer.

Inmiddels zit ik in een kamer met mensen die in een andere fase van hun carrière zijn, maar de gesprekken zijn gelukkig zeer vergelijkbaar: een onbegrijpelijke vraag van je hoogleraar, je eerste grant of een zwaar gesprek met een van de PhD’ers die je begeleidt: collega’s zijn je klankbord en de eerste toetssteen om te checken of jij gek bent of dat de wereld dat is.

Collega’s zijn je eerste toetssteen om te checken of jij gek bent of dat de wereld dat is

Kortom: je collega’s, en dan vooral je directe collega’s in de vorm van kamergenoten, zijn een ongelooflijk belangrijk onderdeel van je werkplezier. Juist interactie is wat de meeste mensen misten tijdens het thuiswerken in de coronapandemie. Een verschrikkelijke e-mail die binnenkomt is meteen minder verschrikkelijk wanneer je collega in reactie op je gesnuif achter de pc vraagt: “wat is er?”

Mede hierom kan ik er echt niet bij dat het nieuw gepresenteerde ‘housingplan’ van de Agrotechnology & Food Sciences Group waar ik bij hoor, uitgaat van flexibele werkplekken, een eufemisme voor het ontnemen van een vaste plek, vaste kamergenoten en het plezier en gemak van een paper op je bureau laten liggen aan het einde van de werkdag. Ik snap dat de wereld veranderd is sinds corona, dat gebouwen duur zijn en dat mensen meer thuiswerken. Maar kom op! Iedere dag zoeken naar een plekje, niet langer naar je oude conferentieposter die aan de muur hangt kunnen kijken en niet meer weten waar iedereen zit? Dit is een zeer ingrijpende verandering en ik heb werkelijk helemaal niemand gehoord die er ook maar iets positiefs in ziet. Laat kamergenoten zelf een rooster maken en zelf een probleem oplossen als dat er is, maar neem ze niet zo maar hun kamers af.

Guido Camps (38) is dierenarts en onderzoeker bij Humane Voeding en OnePlanet. Hij houdt van bakken, bijen houden en bijzondere dieren.

Meer columns:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.
  1. Helemaal mee eens! En denk ook aan collega’s met b.v. ASS, die baat hebben bij een vaste omgeving, of een slechte rug, die dan al hun spullen (+ eventueel hulpmiddelen zoals een rolletje voor op de rugleuning) elk dag dan mee moeten schouwen. WUR probeerde collega’s weer op campus te laten komen (met die food trucks, etc.) maar met flexplekken heb je zo iedereen weer naar huis gejaagd…

  2. Helemaal met je eens, Guido. Ik heb ook nog niemand gehoord die er blij van wordt. Maar er is natuurlijk veel meer aan de hand, o.a. ‘hybride werken’, waarvan gedacht wordt; dat regelt zichzelf wel. Nou nee, dat regelt zichzelf niet. Op dinsdag en donderdag is het vol, en op woensdag en vrijdag kun je een kanon afschieten op de afdeling.
    Voor een vrolijke noot, met toch heel veel goeie tips en waarheden als koeien, kan ik het nieuwe boek van Japke-d. Bouma, “Ik kan nu niet bellen want ik zit in een call!” aanraden; over het kantoorleven post-corona

  3. Ik denk dat het afhangt van wat voor soort werk je doet. Ik zit in een ondersteunende functie (op Leeuwenborch) en voel me verloren in een gang met aparte kamertjes. Zeker nu het winter wordt en de deuren dichtgaan om het een beetje behaaglijk te houden. Met een beetje pech zie je zo goed als niemand zeker als je op vrijdag werkt. Dat was trouwens voor Corona ook al zo. In een vorige baan heb ik in een open ruimte gewerkt met verschillende zones zoals stilteplekken, aanlandplekken, telefoonplekken, focuskamers en een fijne koffieruimte waar je met je collega’s even kunt bijkletsen. Er heerste een fijne sfeer en prettige energie die ik soms wel mis op Leeuwenborch. Dus als ik mag kiezen…

  4. Dat er zaken zijn veranderd na corona lijkt mij inderdaad deels waar. Wat ik ook zie bij onze afdeling is dat er voor PhD studenten veel terug bij het oude is: labwerk, met wachtstappen en onvoorziene problemen, waardoor er vaak op en neer wordt gelopen van lab naar kantoor. Daarbij is het dus niet planbaar wanneer het kantoor niet nodig is. Bovendien is met veel labwerk thuiswerken ook geen optie. Onderzoek doen is helaas niet zo planbaar als kantoorwerk in logistieke zin. Voor de hoofdtaak van de universiteit, namelijk wetenschappelijk onderzoek doen, is het gebruik van flexplekken funest voor de productiviteit en zeker niet onbelangrijk, de sfeer en contact met collega’s.

  5. Het nieuwe huisvestingsplan komt op mij enorm over als (1) het gebrek aan kennis bij de mensen die dit plan hebben bedacht over de daadwerkelijke situatie op de werkvloer, (2) een gebrek aan waardering voor het harde werk wat door iedereen binnen de verschillende science groups wordt geleverd, of het nu professoren, technici, secretaresses, PhD kandidaten of studenten zijn, en (3) een ordinaire bezuiniging wat uiteindelijk zal leiden tot een verdere uitholling van de kwaliteit van onderzoek en onderwijs binnen de WUR.

    Dank dat je in de column aandacht besteedt aan het huisvestingsplan. Hier mag wat mij betreft nog breder een discussie over gevoerd worden, en dan niet alleen over de invulling, maar ook over de fundamentele keuzes die zijn gemaakt waarvan ik persoonlijk betwijfel of die wel te verdedigen zijn in de huidige omstandigheden.

  6. Hartgrondig mee eens Guido; ook bij Plant gaan we over naar flexplekken in het housing plan en vind ik het als bezuiniging een slecht idee. Mensen zijn heel veel duurder dan kantoorplekken en het verlies aan sfeer en informeel contact met collega’s, resulterend in meer formeel contact (vergaderingen) en verlies aan productiviteit zal niet opwegen tegen de besparing.

  7. Wat fijn Guido, dat je deze column hebt geschreven. Helemaal mee eens dus! Al jaren ben ik echt compleet tegen deze vorm van besparing (zie ook de reacties van de andere collega’s hierbij).
    Als men het echt niet wil, is het ook geen oplossing om iemand speciaal aan te stellen om de angel overal uit te halen, zoals ik laatst hoorde dat bij een overleg op KE schaal gebeurde. Iemand dus die is aangesteld om de “weerstand te verlagen” en daarvoor allemaal kleine oplossing geeft om t praktisch beter te maken (kluisjes e.d.). Maar hoe de geest flexwerken verwerkt, daar kan ze niets mee. Want al die genoemde zaken in de bijgaande responses, daar kan geen extra spullenkluisje iets aan oplossen.
    Ik pleit ook zeer voor nogmaals een inventarisatie over dit plan!
    Oproep aan de OR: ga hiermee nog een keer aan de slag, want de directie is echt van zins dit door te drukken, desnoods door de kamerprijs drastisch te verhogen onder het mom van de energie crisis.