Operatie inhaalslag: Hoe behoud je de verenigingscultuur in coronatijd?

Nieuwe leden voelen zich nog niet thuis. Hoe lossen verenigingen dat op?
Elke vereniging heeft eigen mores. Door de coronacrisis hebben nieuwe leden er weinig van meegekregen en daarom is er bij de studentenverenigingen nu extra aandacht voor. Hoe gedraag je je in gezelschap en hoe ga je om met drank? Dat soort dingen. Illustratie: Death Valley Design

Door de coronapandemie heeft het verenigingsleven een klap gekregen. Studenten die in 2019 lid werden hebben een half jaar ‘normaal’ verenigingsleven meegemaakt; de lichting van 2020 heeft ‘normaal’ überhaupt niet meegemaakt. Hoe zorg je ervoor dat ook zij zich thuis gaan voelen?

Dat gebeurt in ieder geval niet vanzelf, weet KSV Franciscus-voorzitter Djoeke Dankloff (21). ‘Tijdens corona was het veel moeilijker om een sterke jaarband en een band met de vereniging te creëren. De leden die in 2019 en 2020 lid zijn geworden, hebben een inhaalslag te maken. Dat is onze belangrijkste taak van dit jaar.’

Om dat voor elkaar te krijgen, wordt van alles uit de kast gehaald. Zo is er voor elke lichting een jaarcommissie met vier á vijf leden in het leven geroepen. Die commissies hebben één taak: zorgen dat de jaarband hechter wordt.

Bij uitgaan is er vaak drank in het spel en daar moet je mee leren omgaan

‘Bijvoorbeeld door een eigen trui te laten maken voor die lichting en activiteiten voor dat jaar te organiseren’, legt Dankloff uit. ‘Normaal is dat alleen voor de nieuwe lichting, maar nu is er zo’n commissie voor elk jaar.’ Ook is er een herintegratiecommissie in het leven geroepen voor de eerstejaars van vorig jaar. Dankloff: ‘Zij hebben de mores (zie kader, red.) van de vereniging alleen meegekregen tijdens de online introductie, maar dat is toch anders dan de normale verenigingsintroductietijd. Door een soort fysieke herintroductie te organiseren, proberen we de band met de vereniging op een leuke manier aan te halen.’

Dispuutskermis

Andere verenigingen kampen met hetzelfde probleem. Bij SSR-W worden activiteiten die normaal voor eerstejaars zijn, nu ook voor tweede- en derdejaars opengesteld, vertelt voorzitter Anne van der Molen (20). ‘Bijvoorbeeld de dispuutskermis: een evenement waarbij eerstejaars alle disputen (gezelschappen met leden uit verschillende jaren, red.) kunnen leren kennen.’ Ook zijn er commissies in het leven geroepen om weekendtrips voor de verschillende lichtingen te organiseren (‘goed voor de jaarband’) en worden de mores strenger gehandhaafd.

‘Mores worden overgedragen van generatie op generatie en iedereen dient die ongeschreven regels te volgen’, zegt Van der Molen. ‘Omdat de vorige lichting geen fysieke introductie heeft gehad en niet op de sociëteit kon komen, konden ze niet goed worden overgedragen. Sommige nieuwelingen voelen zich misschien niet helemaal volwaardig lid. Daarom willen we activiteiten voor die groep organiseren om ze echt op te nemen in onze verenigingscultuur.’

Goed gezelschap

Ook bij WSV Ceres kijken ze hoe de twee voorgaande lichtingen een inhaalslag kunnen maken, vertelt voorzitter Sil Penders (22). ‘De derdejaars van nu hebben een half jaar volwaardig verenigingsleven meegemaakt in hun eerste jaar, maar de huidige tweedejaars hebben de vereniging nog niet in volle glorie gezien. Zij hebben geen standaard kroegweek meegemaakt met een kroegavond, een gezelschapsavond en een feestavond. Dat vinden ze wel jammer, ja.’

De belangrijkste eerstejaarsactiviteiten die vorig jaar niet door konden gaan, moeten dit jaar worden ingehaald, vertelt Penders. ‘Denk aan het feestweekend of ouderdag.

De kroeg in volle glorie is niet uit te leggen ‘dat moet je meemaken’

Daarnaast willen we zorgen dat de verschillende jaarlagen goed met elkaar integreren, bijvoorbeeld door een integratiefeest of -diner te organiseren voor tweede- en vierdejaars. Uiteindelijk willen we dat de vorige lichtingen alles kunnen meemaken en doen wat hier normaal te beleven is.’

Uitgaanservaring

Behalve kroegcultuurcontinuïteit spelen er ook andere zaken. Zo konden nieuwe eerstejaars amper ervaring opdoen met uitgaan voor ze lid werden. ‘Ik ben thuisthuis nog wel naar de kroeg geweest, maar de nieuwe eerstejaars konden dat door de pandemie natuurlijk niet’, vertelt Dankloff. ‘Bij uitgaan is er vaak drank in het spel en daar moet je mee leren omgaan. We willen grensoverschrijdend gedrag voorkomen en zorgen dat men zich veilig voelt bij Franciscus.’

Ook bij Ceres wordt het gebrek aan uitgaanservaring serieus genomen, zegt Penders. ‘Nieuwe leden hebben nog niet écht kunnen uitgaan, maar ze komen nu een wereldje binnen waar over het algemeen veel alcohol wordt gedronken. We letten heel goed op aan wie we alcohol geven. Als je te dronken bent, krijg je geen alcohol meer.’ Ook is er sinds vorig jaar een 0.0-tap, waar alcoholvrij bier uit komt. ‘Die zijn we goed aan het promoten.’

Na anderhalf jaar smachten naar versoepelingen houdt Penders zijn verwachtingen bewust laag. Toch hoopt hij dat álle leden de kroeg dit jaar in volle glorie mee kunnen maken. Hoe ziet dat er eigenlijk ook alweer uit? ‘Eén grote chaos’, vertelt Penders. ‘Iedereen die door elkaar heen loopt en met elkaar praat, overal wel wat grappigs te zien, mensen die brallen. Eigenlijk is het niet uit te leggen—je moet het gewoon meemaken. Ik hoop dat over een paar maanden de boel weer los kan.’

Mores

Elke vereniging heeft eigen mores—een soort sociale omgangsregels die per vereniging verschillen. Het is vaak bijvoorbeeld niet toegestaan om met je rug naar de bar te staan, op je telefoon te zitten in gezelschap, of te ‘vozen op de soos’. Doe je dat wel, dan volgt er straf.

Lees ook:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.