Blog: met twee maten

Docenten overschrijden regelmatig de nakijktermijn. Zonder uitleg. Voor studenten gelden andere regels.
Geert denkend Tekst: Geert van Zandbrink

De studietijd in Wageningen zit er bijna op voor blogger Geert. In de paar laatste blogs die hjj tot het einde van het jaar voor Resource schrijft, kijkt hij terug op zijn bachelorjaren als student Economie en Beleid. Vanaf februari stapt hij over naar de UvA.

Gedurende mijn studie in Wageningen zijn er verschillende types docenten voorbijgekomen. Ik heb het dan over ‘docenten’ in de oorspronkelijke Latijnse betekenis: ‘onderwijzenden’ of ‘docerenden’. Dat kunnen hoogleraren zijn, professoren, student-assistenten, et cetera. De een is streng, bij de ander mag alles. En waar sommige docenten vooral ontzettend goed zijn in hun vakgebied, zijn anderen bovenal meesters in het geven van onderwijs. Na drie jaar bachelor kan ik slechts één conclusie trekken: hoewel iedere docent anders is, zijn het over het algemeen allemaal hele beste mensen.

Na drie jaar bachelor kan ik slechts één conclusie trekken: docenten zijn het over het algemeen hele beste mensen

Ik heb dan ook niets te klagen over het onderwijzend personeel van WUR. Waar ik mijzelf de afgelopen jaren wél eens over heb opgevreten, is mijn positie ten opzichte van de docenten. Ik zie de relatie tussen student en docent als horizontaal omdat we uiteindelijk allemaal mensen zijn. Ik vind het dan ook het prettigst als docenten mij als gelijke zien. Ik weet echter zeker dat er zowel studenten als docenten zijn die daar anders over denken.

Natuurlijk bestaat er voor een docent een bepaalde eerbied en respect. Zij nemen de tijd en moeite om hun vergaarde kennis te delen met een nieuwe generatie. In Maastricht – waar ik vóór mijn tijd in Wageningen studeerde – wordt aan het University College na ieder college geklapt voor de spreker. Dat vind ik te ver gaan: zij doen immers ook gewoon hun werk.

Is er een formeel vastgelegde (verticale) relatie tussen student en docent op de universiteit?

Naast die ongeschreven regels ben ik, eigenwijs als ik ben, benieuwd naar de geschreven regels: kan een docent mij de collegezaal uit sturen? In hoeverre kan ik mij beroepen op het feit dat ik betaal om colleges te volgen? Is er een formeel vastgelegde (verticale) relatie tussen student en docent op de universiteit? Het is natuurlijk zo dat docenten gemachtigd zijn om de academische prestaties van de student te beoordelen. Ligt daar dan hun autoriteit? Of wordt ook die macht geneutraliseerd door toetsingsprotocollen en nakijkmodellen?  

Uiteindelijk loopt dit soort zaken in de meeste gevallen vanzelf goed omdat iedere student en docent een moreel kompas heeft. Het is fijn om te merken dat dat zo is, maar het is geen volledig sluitend mechanisme. Ik word er bijvoorbeeld boos van dat de nakijktermijn voor tentamens van tien werkdagen gedurende mijn studiecarrière met grote regelmaat is overschreden. Bovendien heb ik nog nooit een mailtje ontvangen waarin wordt uitgelegd dat het nakijken helaas iets langer duurt. Wat is zo’n regel dan waard? En waarom is dat niet net zo’n probleem als wanneer ík mijn deadline mis?

Geert van Zandbrink is bijna klaar met zijn bachelor Economie en Beleid. In februari gaat hij verder studeren aan de UvA.

Meer blogs:

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.