Vier Wageningse studenten- lacrossespelers gaan naar het wereld- kampioenschap indoor lacrosse, dat in september losbarst in Canada. Voor student Bedrijfs- en Consumentenwe- tenschappen Iepe Bouw (24) staan de komende drie maanden in het teken van de voorbereiding daarop.
Waarom lacrosse?
‘Het begon met een clinic op mijn mid- delbare school. Ik vond het meteen een vette sport. Het mooie aan lacrosse is dat het een soort combinatie is van rug- by, basketbal en hockey, maar dan met een stick met een netje. Het is een con- tactsport waarbij je mag duwen en op de stick mag slaan, dus je draagt een helm, toque, handschoenen en elle- boog- en schouderbeschermers. Ook de snelheid vind ik fantastisch; lacrosse wordt wel de snelste balsport op twee benen genoemd. Inmiddels beoefen ik de sport vijf jaar en zit ik bij de Nederlandse selectie.’
‘Lacrosse wordt wel de snelste balsport op twee benen genoemd’
Wat is het verschil tussen indoor en outdoor lacrosse?
‘Het grootste verschil is het kleinere veld en de shot clock: binnen 30 seconden moet je op het goal van de tegenstander schieten. Het is eigenlijk een ijshoc- keyveld, maar dan zonder ijs. Omdat het kleiner is, speel je zes tegen zes in plaats van tien tegen tien. Ik vind lacrosse in de zaal extra leuk, omdat daar meer techniek bij komt kijken. Het gaat echt om het vinden van de kleine gaatjes.’
Hoe ziet zo’n WK eruit en hoe bereid je je daarop voor?
‘Het is de eerste keer dat Nederland meedoet aan een WK indoor lacrosse. In totaal doen twintig landenteams mee. We hebben drie coa- ches, van wie er twee uit Amerika komen. Een van hen is native American; daar ligt ook de oor- sprong van de sport. Tijdens het toernooi speel je een week lang elke dag een wedstrijd. Dat is ongekend zwaar. Op dit moment trainen we twee keer per maand in Utrecht met de Nederlandse selectie. Verder spelen we geregeld toernooien. De komende drie maanden staan voor mij in het teken van voorbereiding op het WK. Ik heb drie trainingsschema’s: één voor de sportschool, nog één voor wall ball – daarbij speel je de bal tegen de muur aan om te oefenen met gooien – en eentje voor hardlopen. Dat is ook nodig, want bij indoor lacrosse gaat de actie altijd maar door; de bal gaat eigenlijk nooit uit.’