© Shutterstock
Jarenlang leek China steeds opener te worden, staat in een rapport van Clingendael, maar sinds enkele jaren is het juist omgekeerd. De censuur van de Chinese regering wordt heviger. De Chinese aanpak leidt tot zelfcensuur bij Nederlandse onderzoekers, waarschuwt het instituut, dat internationale relaties bestudeert. Bepaalde onderwerpen stellen ze niet aan de orde, als die in China gevoelig liggen, bijvoorbeeld de mensenrechten of de herkomst van het covid-19-virus.
Vriendelijke suggesties
Die zelfcensuur wordt aangemoedigd door “vriendelijke suggesties, adviezen of waarschuwingen”, van Chinese collega’s. Maar de Chinese overheid oefent soms ook rechtstreeks druk uit, staat in het rapport, bijvoorbeeld door het weigeren van een visum of het intrekken van financiering voor een onderzoeksproject. Clingendael wijst op de kernwaarden van de Nederlandse wetenschap, zoals academische vrijheid. Die vrijheid bestaat volgens Clingendael in China niet.
Chinese studenten zijn een belangrijk doelwit van en instrument voor politieke beinvloeding
Clingendael
Toch blijft het moeilijk om rechtstreekse beïnvloeding door China aan te wijzen. De onderzoekers wijzen wel op de rol van de Chinese ambassade en adviseren die beter in de gaten te houden. ‘Chinese studenten zijn een belangrijk doelwit van en instrument voor politieke beinvloeding’, staat in het rapport. ‘Zij worden vaak gemonitord door medestudenten enóf de Chinse ambassade en voelen zich niet vrij in hun doen en laten. Sommige studenten zetten zich in voor een actieve promotie van Chinese beleidsdoelstellingen.’
Onlangs nog maakte de Tweede Kamer zich zorgen of de Nederlandse overheid wel alert genoeg is in de samenwerking van het hoger onderwijs en onderzoek met China. Het kabinet zou moeten overwegen om Chinese studenten en wetenschappers net zo te behandelen als Iraniërs en Noord-Koreanen, staat in een unaniem aangenomen motie. Voor het rapport hebben de Clingendael-onderzoekers (anoniem)
met allerlei betrokkenen gesproken. Die vinden dat de overheid duidelijker moet zijn over haar inzet met betrekking tot China.
Duidelijkheid
‘De ene partij roept ons op om in te zetten op samenwerking en de andere partij fluit ons terug. Dat schept onduidelijkheid.’ Maar de Clingendael-onderzoekers noteerden ook radicaler geluiden. ‘Enkele onderzoekers vinden dat er moet worden nagedacht over de vraag of we in Nederland wel grootschalige institutionele samenwerking met China moeten willen’, staat in het rapport. De kwestie is relevant, want alle Nederlandse universiteiten werken samen met Chinese kennisinstellingen op het gebied van onderwijs of onderzoek. Het CBS meldde onlangs dat er zo’n 4.500 Chinese studenten aan Nederlandse universiteiten en hogescholen studeren. WUR telt om en nabij de 500 Chinese studenten. Er zijn ook honderden Chinese promovendi en onderzoekers in ons land actief, met name aan de technische universiteiten.