Louise Fresco voorzitter van 4TU

Louise O. Fresco staat de komende twee jaar aan het roer van de 4TU.Federatie. Ze wil zich richten op het versterken van inhoudelijke samenwerking. ‘We gaan geen andere kant op, maar we krijgen er iets bij: toegang tot kennis, mensen en talent.’
Foto: Jeroen Hofman

In de 4TU.Federatie zetten de vier Nederlandse technische universiteiten zich in voor versterking en bundeling van technologische kennis. Eind oktober presenteerde de federatie in Den Haag vijf nieuwe onderzoeksprogramma’s, waarvoor 22 miljoen euro is vrijgemaakt. De vier TU’s buigen zich in deze vijf programma’s over onderzoek naar gepersonaliseerde geneeskunde, ziektepreventie en behandeling, ‘slimme’ industrie, veerkrachtigere samenlevingen en de wereldwijde voedselvraag. Met het aanstellen van 44 tenure-trackers investeert de federatie in onderzoek voor de lange termijn. Doel is dat de onderzoekers binnen de vijf thema’s eigen onderzoeksprojecten opzetten, financiering binnenhalen en promovendi aannemen. Het overkoepelend thema is high tech for a sustainable future.

Makkelijker

Vier jaar geleden ging Fresco namens WUR in gesprek met de toenmalige 3TU. Haar vraag aan Eindhoven, Delft en Enschede: zijn er thema’s die voor alle vier de instellingen belangrijk zijn? ‘Dat was mijn inhoudelijke drive om er 4TU van te maken: je ziet een enorme maatschappelijk vraag naar technici die ook sociale en ecologische gevoeligheid hebben. Het was logisch de handen ineen te slaan.’ Nog een motief om samen op te trekken is volgens Fresco dat ‘ons’ soort onderwijs duurder is dan het gemiddelde onderwijs. ‘We vonden dat voor het belang van de economie van Nederland de zichtbaarheid van de vier universiteiten beter kon. Je ziet inmiddels dat de kracht van 4TU in politiek Den Haag duidelijk is geworden.’

Voorzitter

Fresco nam tijdens de bijeenkomst in Den Haag het voorzitterschap over van Victor van der Chijs (Universiteit Twente). De toekomst van 4TU is volgens Fresco nu gericht op het versterken van de inhoudelijke samenwerking, ook op het gebied van onderwijs. Daarnaast moet de mobiliteit van promovendi en postdocs verbeteren. Door de programma’s leren jonge wetenschappers elkaar bovendien kennen. ‘We willen het makkelijker maken voor studenten om vakken elders te volgen. En onderzoekers moeten elkaar beter gaan vinden. Een voorbeeld is het programma Plantenna, samen met Eindhoven: we onderzoeken of we een plant als sensor kunnen gebruiken. Dan open je een nieuw terrein: als je maar één manier van kijken hebt, kun je het niet goed zien. Kortom: we breiden uit op de terreinen die voor ons belangrijk zijn, zoals artificial intelligence, IT en kringloop. We gaan geen andere kant op, maar we krijgen er iets bij. Toegang tot kennis, mensen en talent.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.