Wetenschap

Integer onderzoek in 61 normen

Wetenschappers, promovendi en studenten moeten integer onderzoek doen. Wat dat precies is, staat in de nieuwe gedragscode die vandaag is verschenen. Het aantal regels is fors uitgebreid.
Roelof Kleis

© Shutterstock

De Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit vervangt met ingang van komende maand de vorige versie uit 2004. De code is daarbij volledig op de schop gegaan. Dat komt er in de praktijk onder meer op neer dat de nieuwe versie een stuk concreter en daarmee ook uitgebreider is dan de vorige. De nieuwe code telt liefst 61 normen die aan integer wetenschappelijk handelen worden gesteld.

Basisprincipes

Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van de oude code. Die 61 normen zijn een uitwerking van de vijf basisprincipes waar integer onderzoek volgens de opstellers aan moet voldoen. Onderzoek moet eerlijk, zorgvuldig, transparant, onafhankelijk en verantwoordelijk zijn. Met dat laatste wordt onder meer bedoeld dat ook rekening wordt gehouden met de belangen van opdrachtgevers en financiers.

De code is heel dicht op de dagelijkse onderzoekspraktijk geschreven

Rector magnificus Arthur Mol

Nieuw in de uitwerking van die principes is bijvoorbeeld dat het zogeheten citation pushing ‘strafbaar’ is. Dit is het oneigenlijk opplussen van eigen of andermans citatiescore. De oude code voorzag daar niet in. De regel is mede op aandringen van WUR opgenomen, bevestigt rector magnificus Arthur Mol desgevraagd. Aanleiding is een geval van citation pushing dat twee jaar terug in Wageningen plaats vond.

Toegepast onderzoek

Mol is uitgesproken ‘enthousiast’ over de nieuwe code. ‘De code is heel dicht op de dagelijkse onderzoekspraktijk geschreven. Bovendien is ook nadrukkelijk rekening gehouden met het toegepaste onderzoek. Ook de TO2-federatie, de samenwerkende organisaties voor toegepast onderzoek, gaan deze code hanteren.’ Dat betekent dat het hele Nederlandse onderzoekslandschap volgens dezelfde gedragscode werkt.

Nieuw in de code is dat onderscheid wordt gemaakt in de ernst van het wetenschappelijk wangedrag. ‘Schending van de wetenschappelijke integriteit’ is het zwaarste oordeel over wangedrag. Voor mindere vergrijpen zijn de kwalificaties ‘bedenkelijk gedrag’ en ‘lichte tekortkoming’ bedacht. Ook die differentiatie is volgens Mol goed. ‘Niet elke overtreding van de normen weegt even zwaar.’

We willen dit ook bij masterstudenten aan de orde stellen

Rector Magnificus Arthur Mol

De opstellers van de code hebben precies aangegeven welke van de 61 normen in de zwaarste categorie van wangedrag vallen. Dat geldt voor ongeveer een derde van de normen. Die weging is soms opmerkelijk. Zo wordt citation pushing als een minder vergrijp gezien dan het publiek maken van onderzoeksresultaten die nog niet voldoende zeker zijn. Het eerlijk en in de goede volgorde noemen van co-auteurs is een groter vergrijp dan het sjoemelen met onderzoeksfondsen.

Medewerker integriteit

De nieuwe gedragscode verplicht de universiteiten en hogescholen ervoor te zorgen dat personeel en studenten deze kennen en toepassen. WUR gaat speciaal daarvoor een nieuwe medewerker integriteit aanstellen. Mol: ‘Die moet ervoor zorgen dat deze code wordt uitgerold en tussen de oren komt. Promovendi krijgen er bij aanvang van hun traject nu al mee te maken, maar dat kan zeker nog beter. Daarnaast willen we dit ook bij masterstudenten aan de orde stellen.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.