Wetenschap

Isric heeft tal van nieuwe bodems

Het bodeminstituut Isric heeft de collectie bodemprofielen met 70 stuks uitgebreid. Daarmee is een langjarig verzamelproject afgerond.
Roelof Kleis

Een bodemprofiel op Borneo vlak voordat hij in de verpakking gaat. © Isric

De directe aanleiding voor de uitbreiding van de collectie is een pijnlijke. In juni 2005 werd tijdens de verhuizing van Duivendaal naar de campus een deel van de collectie bodemmonsters abusievelijk bij het grofvuil gezet. Het meeste kon worden gered van de stort, maar de schade was desondanks aanzienlijk, kijkt curator Stephan Mantel terug op die episode. In totaal zijn 1391 referentiemonsters (zakjes bodemmateriaal) verloren gegaan, ruwweg eenzesde van het totaal.

2 miljoen

Uiteindelijk kwam er twee miljoen euro beschikbaar, bijeengelegd door WUR, het ministerie van Economische Zaken en het Isric zelf, om de collectie weer op peil te brengen. Met dat geld zijn de afgelopen zeven jaar in totaal 70 bodemprofielen uit 12 landen beschreven en bemonsterd. Deels ter vervanging van verloren gegaan materiaal, maar ook nieuwe gebieden zijn bemonsterd. Een deel van die nieuwe profielen staan bij de ‘recente aanwinsten’ van het museum.

Het profiel is klaar voor verzending van Borneo naar Wageningen. © Isric

Het profiel is klaar voor verzending van Borneo naar Wageningen. © Isric

Het gaat onder meer om bodems uit het Midden-Oosten, Latijns-Amerika, Afrika, de Kaukasus en de Himalaya. Maar ook de collectie Belgische en Nederlandse bodems werd op peil gebracht. Bijvoorbeeld met een exemplaar ‘om de hoek’ uit de Gelderse Vallei. De aanvulling brengt het totale aantal bodemprofielen van het Isric op 1200 stuks uit 85 verschillende landen. Een klein deel daarvan is fysiek te bewonderen in het museum, de rest ligt in de opslag beneden in de kelder.

Maar allemaal zijn ze tot in detail te bewonderen en gebruiken via de site van het museum. Vrijwel alles van het bodemmuseum is digitaal beschikbaar. Naast gedetailleerde foto’s van de profielen zijn dat uitvoerige beschrijvingen van het landschap en de bodem en een chemische analyse van de monsters uit de diverse bodemlagen, legt Mantel uit. Het materiaal dient als referentie voor onderzoek. Bodemmonsters voor studie worden daarnaast op verzoek opgestuurd.

Het is nu ook mogelijk om slijpplaatjes via een op afstand bedienbare elektronenmicroscoop te bekijken

Bas Kempen

Mantel en mede-projectleider Bas Kempen hebben heel wat vlieguren (letterlijk) gemaakt om de profielen te maken en verzamelen. ‘Fantastisch werk’, kijkt hij daarop terug. Het bracht hem naar plekken als het hart van Borneo, Georgië en Jordanië. Kempen reisde af naar Suriname. Samen met lokale experts werden profielen gegraven, verpakt in houten kisten en per vliegtuig of boot naar Wageningen verscheept. Op de campus werden de bodems vervolgens geprepareerd.

Micromorfologie

Naast uitbreiding en vervanging van de collectie is volgens Kempen ook een kwaliteitsslag gemaakt. ‘De collectie is beter geverifieerd, gedocumenteerd en ontsloten. De profielen zijn in hoge resolutie gefotografeerd en beschikbaar. En het is nu ook mogelijk om slijpplaatjes uit de collectie, detailafdrukken die de micromorfologie van de bodem weergeven, via een op afstand bedienbare elektronenmicroscoop waar ook ter wereld te bekijken.’

Leave a Reply


Je moet inloggen om een comment te plaatsen.