Foto: Shutterstock
Dat vertellen Marleen de Vries en Johan Kanis van de afdeling Corporate HR. De wet DBA, ingevoerd in mei 2016, is bedoeld om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Hij vervangt de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) waarmee zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) voorheen kondenaantonen dat ze daadwerkelijk zelfstandig waren. De wet DBA maakt scherpere controle hierop mogelijk. Bovendien ligt de aansprakelijkheid bij een overtreding niet meer bij de zzp’ers, zoals in het VAR-tijdperk, maar bij de opdrachtgevers.
De Vries en Kanis van Corporate HR hebben sinds mei 2016 tientallen hulpverzoeken gekregen van WUR-medewerkers die zelfstandigen willen inhuren. Ook kregen ze klachten over het extra papierwerk dat de wet DBA veroorzaakt.
Volgens De Vries moeten afdelingen die zzp’ers willen inhuren, zoals docenten, redacteuren of vertalers, zichzelf drie vragen stellen: Is er sprake van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en -nemer? Wordt er persoonlijke arbeid geleverd (dus mag alleen de zzp’er zelf het werk doen)? Staat er geld tegenover? Als het antwoord driemaal ja is, is er eigenlijk sprake van een dienstverband en is het inhuren van een zzp’er niet toegestaan. De afdelingen moeten dan alternatieven zoeken, zoals een payroll-constructie. Ook kunnen zzp’er en opdrachtgever een modelovereenkomst tekenen waarin de opdracht duidelijk staat beschreven, de wederzijdse verantwoordelijkheden zijn vastgelegd en beiden verklaren dat er geen werkgever-werknemersrelatie is. ‘Willen zzp’ers deze modelovereenkomst niet afsluiten en ook niet payrollen, dan worden ze niet ingehuurd. Het risico op boetes van de Belastingdienst is gewoon te groot’, zegt Kanis.
De Belastingdienst heeft actieve handhaving van de wet DBA overigens uitgesteld tot januari 2018.